Na de onderwijsvrijstelling: soms is het sterker om los te laten
4 november 2017
Lotje voelde zich al jarenlang ongelukkig in het onderwijs, toen ze bij Neelke Ebben in de klas kwam. Neelke dacht aanvankelijk dat ze haar wel weer in het leerproces betrokken zou krijgen, maar zag in dat ze andere wegen moesten gaan bewandelen. Lotje en Neelke schreven samen dit verhaal.
Daar zit ze, op de steen (zie foto!). Haar rug recht, een muts tot over haar oren. Het is zo’n dag waarop iets eenvoudigs als het kammen van haar haren te veel van haar vraagt. Als je haar zo ziet zitten, van achteren, zou je niet denken dat ze huilt. Ik weet inmiddels wel beter.
Terwijl ik haar benader, schuifel ik met opzet met mijn schoenen over de stenen. Iets voor de steen blijf ik staan. Mijn schouders hangen laag, de handen diep in mijn broekzakken. ‘Is het oké als ik naast je kom zitten?’ Ze geeft me een bijna onzichtbaar knikje met haar hoofd. Ik laat wat ruimte tussen ons in, daar op die steen. Mijn blik richt ik strak vooruit. Zo recht als zij zit, zo krom zit ik. Ik zeg even niets. We weten allebei dat het tijd is dat ze met woorden gaat zeggen, wat ze al weken met haar gedrag zegt.
De wallen onder haar ogen die steeds opvallender worden, de stoere spijkerbroek die is ingeruild voor een trainingsbroek. De haren zonder gel en, sinds gisteren, de muts op haar hoofd. De tranen stromen geruisloos over haar wangen. Af en toe veegt ze er eentje weg met haar platte hand. Zo zitten we, een minuut of vier, vijf, zwijgend naast elkaar. Dan vraag ik 'Wil je erover vertellen?' Ze zucht. Duwt haar tranen weg. Haalt diep adem. En nog eens. Ik kijk haar schuin aan en vang haar blik. Het blijft stil. Terwijl we naar elkaar kijken, vullen haar ogen zich opnieuw met tranen. Haar mond gaat open en weer dicht. Ik voel dat ze niet kan zeggen, wat ze wel wil zeggen. Ik vraag me af of ik het wel wil horen.
Juist als ik besluit dat mijn antwoord op deze vraag ‘ja’ moet zijn van mezelf, spreekt ze de woorden uit. 'Ik wil hier niet meer zijn. Ik wil hier echt niet meer zijn. Snap je dat?' Ik knik langzaam, terwijl ik haar woorden proef. 'Ja, ik begrijp je.' Ik leg mijn linkerhand op haar rechterschouder. De tranen stromen weer over haar gezicht. Wat is ze dapper.
Lotje voelt zich al jarenlang ongelukkig in het onderwijs. Ze heeft op verschillende scholen geprobeerd onderwijs te volgen. Nergens voelt ze zich thuis. Overal ervaart ze zoveel spanning dat het haar blokkeert. Ze heeft forse depressieve klachten die steeds opnieuw terugkeren. Moedeloos wordt ze ervan. De opdracht die we bij haar plaatsing op onze school hebben gekregen, is ervoor te zorgen een ontspannen en veilig onderwijsklimaat te creëren. Vanuit dit klimaat willen we haar leren hoe ze kan omgaan met spanning, hoe ze deze kan verdragen of verminderen.
De laatste maanden gaan de gesprekken tussen haar en mij steeds vaker over andere manieren om je leven te kunnen leiden. Het is iedere keer Lotje die hierover begint. En elke keer ben ik het die haar weer terugduw in de richting van onderwijs. Ondertussen voelt ze zich steeds ongelukkiger. Het is bewonderenswaardig hoe ze elke dag weer energie kan opbrengen om naar school te komen. Om op haar stoel te gaan zitten. Veel meer lukt niet langer.
Ze pakt geen schoolboeken meer. Haar lach is verdwenen. Haar ogen kijken dof. In plaats van echt naar haar te luisteren, probeer ik steeds weer iets nieuws om haar terug het onderwijsproces in te krijgen. Er moet een manier zijn, ik moet ‘m alleen nog zien te vinden. Het kan niet zijn dat dit ons niet lukt. Het kan niet zijn dat mij dit niet lukt.
Het gesprek op de steen is het begin van iets waarvan ik nooit had gedacht dat ik het zou doen. Ik ga mee in haar idee dat ze, op veertienjarige leeftijd, gaat stoppen met onderwijs. Sterker nog: ik ga voor haar aan de slag om dit voor elkaar te krijgen. Samen met haar ouders overleg ik met zorgteams en leerplichtambtenaren, met psychologen en psychiater. Ik pleit, schrijf brieven, overtuig. Het meest krachtig is Lotje zelf. Als zij in een gesprek met iedereen die ‘belangrijk’ genoeg is om erover te mogen beslissen, vertelt hoe ze onderwijs ervaart, is de pijn, haar pijn, voelbaar voor ons allemaal.
Op het moment van afscheid voel ik niet langer twijfel. Lotje wist met haar veertien jaar al wat ik dan pas leer. Soms is het sterker iets op te geven, om zo ruimte te maken voor nieuwe kansen. Kansen waarvan ik geloof dat zij ze met alles wat ze heeft zal aangrijpen. Omdat dit meisje een ongelofelijke kracht in zich heeft. En ik het haar gun. Dat ook.
Inmiddels zijn we vier jaar verder. Op Facebook zie ik een foto van haar voorbij komen. Ze kijkt met een sprankelende blik in de camera. Zie ik wat er is, of wat ik wil zien? Voor het schrijven van dit artikel besluit ik haar een berichtje te sturen. Ze reageert enthousiast.
Toen de brief waarin stond dat ze werd vrijgesteld van onderwijs op de deurmat viel, is ze meteen gaan solliciteren bij een supermarkt. Ze werd daar aangenomen en heeft er op verschillende afdelingen gewerkt. Nadat ze het aanbod kreeg om een interne opleiding te volgen, is ze gestopt. Niet omdat ze niet wilde leren, maar omdat ze andere dingen en op een andere wijze wilde leren. Ze had een plan voor zichzelf bedacht. Ze wilde zoveel mogelijk concepten uitproberen om op deze manier te ontdekken welke richting het best bij haar past.
Achtereenvolgens heeft ze gewerkt bij een designwinkel voor meubels, een schoenenwinkel en een ijssalon. Bij de ijssalon werkte ze als zelfstandig medewerker, waarbij ze hele dagen alleen voor de zaak zorgde. Waar het op school een crime was om ochtenden vol te houden, ging dit haar prima af. Ze werd opgeleid tot barista en werkt nu als professioneel barista door heel Nederland. Ze hoeft niet langer te zoeken naar baantjes, maar krijgt ze aangeboden.
Ze heeft met behulp van een therapeut inzicht gekregen in de oorzaak van haar schoolproblemen. Haar IQ-profiel met een hoge intelligentie op alle vlakken vormt een ongelukkige combinatie met haar gemiddelde verwerkingssnelheid. Hierdoor kan ze geen acht uur achter elkaar informatie opnemen en verwerken. Door dit te blijven proberen, wordt ze er letterlijk ziek van. Nu ze dit weet van zichzelf, kan ze hier rekening mee houden. Ze staat bewust stil bij wat ze voelt en past haar leven hier als dit nodig is op aan.
Het horen van haar verhaal maakt veel in me los. Het gevoel tekortgeschoten te zijn voor dit meisje, omdat ik niet heb kunnen doen wat ik zo graag voor haar wilde, transformeert naar een gevoel van trots. Trots op Lotje, dat het haar is gelukt om mij mijn focus te laten veranderen. Ik ben zo blij dat het haar gelukt is, voor haar en voor mijzelf.
Zoals Lotje zegt: 'Mensen die niet gemaakt zijn via school hun weg te vinden, hebben altijd een andere weg die ze kunnen volgen. Anders waren ze niet zo geboren, want voor iedereen is een toekomst gemaakt.' Ik geloof dat ik haar binnenkort ga vragen of ze een heel goede kop koffie voor me wil maken. Ik lust geen koffie. Maar die van haar, die wil ik graag eens proeven.
Neelke Ebben schreef dit artikel in samenspraak met Lotje Bierkens, haar oud-leerling. Neelke werkt op SOVSO Zuiderbos, een school die verbonden is aan een instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie.
Reacties
Jeannette
Wat mij betreft ook een vorm van passend onderwijs . Uiteindelijk gelukkig echt gekeken en geluisterd naar “wat heeft dit kind nodig?”
Marlies
Wat mooi.
Jeannine Corneille (masterstudent Maatschappelijke Opvoedingsvraagstukken)
Ontroerend verhaal Neelke, fijn geschreven ook. En dat je uiteindelijk hebt durven zien en accepteren wat Lotje aangaf, klasse! En je voor haar keuze sterk hebt gemaakt. Want dat is wat kinderen nodig hebben. Dat er écht naar hen gekeken en geluisterd wordt om te ontdekken wie zij zijn en waar hun kracht zit. En dat wij als volwassenen, of je nou leraar of ouder bent, hen vertrouwen, en steun en veiligheid bieden om hun eigen weg te gaan. Dank voor het delen!