Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Luc Stevens over onderwijs aan vluchtelingkinderen: ‘Het gaat om meer dan taalles en de grondwet. Het gaat om vertrouwen geven.’

27 november 2017

‘Ik sta voor een grote bron van kennis: als het gaat over ervaring in de omgang met vluchtelingkinderen, komt het antwoord niet van mij, maar van u.’ Daarmee begon Luc Stevens zijn voordracht voor de Internationale Schakelklassen (ISK) in 2017. Stevens onderstreepte het pedagogische perspectief: ‘U geeft les in Nederlands en de grondwet. Maar u bent veel meer: u bent een vluchtheuvel, waar een leerling hoopt zichzelf terug te vinden.’

isk-ithaka-college-luc-voordrachtAan het begin van het schooljaar ontmoetten de leraren van de Utrechtse Internationale Schakelklassen (ISK) elkaar in Driebergen. Met de grote toestroom van vluchtelingen was de ISK in een jaar tijd danig uit zijn jas gegroeid: bijna wekelijks nieuwe, enthousiaste leraren om te voldoen aan de vraag aan onderwijs als introductie tot Nederland.

ISK-routinier Rob Bekker introduceerde die ochtend Luc Stevens: ‘Waarom Luc Stevens? Omdat hij kan leren dat het kind het antwoord is. Nu – nu het schooljaar op het punt van beginnen staat – denken we nog in onzekerheden. Maar dadelijk komen onze leerlingen en weet je al iets meer. Waarom wilden wij jullie dan toch ook laten luisteren naar Luc? Omdat Luc nooit gemakkelijk doet, maar intussen geen moeilijke dingen zegt. Veel van wat hij zegt wist je eigenlijk al, maar je moest het nog in jezelf naar boven halen. Passieve kennis haalt hij de wereld van het handelen in.’

Luc Stevens:
'Ik realiseer me dat ik sta voor een grote bron van kennis. Als het gaat over ervaring in de omgang met jongeren en oudere vluchtelingkinderen, komt het antwoord niet van mij, maar van u. Hoewel uw ervaringen vaak niet beschreven worden en daardoor onder de radar blijven voor de grotere gemeenschap, ligt het antwoord bij u. U bent de frontliniewerker. Daarop worden u en uw onderwijs al decennia aangesproken: kinderen die nieuw ons land binnenkomen en nog geen notie hebben van onze taal en onze gebruiken, gaan direct naar school. Die noodzaak van goed onderwijs erkennen we en dat doen we goed.

Bij u op school ontmoeten ze andere kinderen en u. Ik heb grote waardering voor dat verantwoordelijkheidsbesef. Het is niet vervangbaar, uw werk. Tegelijk is het werk dat heel kwetsbaar is, waar je je eigen zekerheden moet verbinden met elkaar en waar de context snel verschuift. U heeft rechtstreeks te maken met mondiale problemen: oorlog, armoede, en de directe consequenties daarvan. U ziet ze dagelijks. De meesten in onze samenleving zien datzelfde niet of nauwelijks. Er is dus een grote afstand tussen enerzijds het werk dat u doet en de motivatie en kennis waarmee u in uw praktijk staat, en anderzijds de context van de Nederlandse samenleving.

vrijheid-isk-luc-voordrachtDe school als vluchtheuvel voor nieuwkomers
Samenvattend wil ik dit zeggen: u doet veel meer en nog iets veel belangrijkers dan het geven van les in de Nederlandse taal of het uitleggen aan uw leerlingen wat de grondwet inhoudt. Dat is immers het idee van de ISK: taal en grondwet – een voorname opdracht, die u met glans op u neemt en waarmee u deze kinderen een houvast geeft in een nieuwe wereld. Maar voorafgaand taal en grondwet, bent u met uw school een vluchtheuvel. Een vluchtheuvel, waar een leerling hoopt bescherming te vinden, waar hij of zij hoopt zichzelf terug te kunnen vinden, in heel andere omgeving dan waar hij of zij vandaan komt. U bent er als veiligheidsgarantie voor de kinderen. Dat maakt het een pedagogische situatie. Onze samenleving presenteert zich aan vluchtelingkinderen, via u, in de boodschap: dit is een veilige plaats. Wat dat inhoudt en aan perspectief kan bieden, daarover wil ik spreken.

Uw werk met de kinderen, u zelf en de Nederlandse samenleving: die drie staan in een verhouding tot elkaar. Uw onderwijs – als uw veelomvattende werk überhaupt te vangen is in die term – is niet zo maar onderwijs. Het vraagt stevige uitgangspunten en een aantal zekerheden. Die vind je in de missie van de school en in het bewustzijn van de realiteit van uw leerlingen en hun achtergrond. De missie van uw school is er als een opdracht. Daarnaast wordt er van u een gevoeligheid voor uw leerlingen en hun achtergrond gevraagd. Wat zijn daar je prioriteiten?

Bij uw gesprek over autonomie, van de leraar, de leerling en de ouders, wil ik aansluiten, maar ik wil er ook enigszins voorbij gaan. Het is alweer een poos geleden (maar erg veel veranderd is er niet) dat Elsevier een enquête hield onder 3.000 aselect gekozen Nederlandse leraren, die de vraag gesteld kregen: wat zijn de belangrijkste waarden die u aan leerlingen wilt laten zien?

Welke waarden zou u als leraar in elk geval willen tonen? Wat is essentieel? Er volgde een rijtje uit van tien belangrijke waarden en van tien onbelangrijke waarden. In het rijtje van minst belangrijke stond een aantal van de waarden waarover altijd gesproken wordt. Godsdienst, bijvoorbeeld, of de belevingsovertuiging van de school. De set van belangrijk gevonden waarden kon gevat worden onder de gemeenschappelijke noemer ‘vrijheid’. Dan wordt er vaak meteen gedacht aan de ‘vrijheid van meningsuiting’, waar fel mee geschermd wordt. Maar het is ook de vrijheid van overtuiging, van godsdienst, van manifestatie ervan. Gelijke rechten voor iedereen, onafhankelijk van gender. Het is interessant dat de tien belangrijkste waarden samen de ervaring van vrijheid als meest essentieel voor onze samenleving representeerden.

paul-scheffer-vrijheid-grens-luc-iskPassief en actief respect: ‘laat ik je de vrijheid’ of ‘zijn we samen verantwoordelijk’
Ik vroeg me af: hoe staat het dan met onze verantwoordelijkheden als leraar, als school, in relatie tot die vrijheid? Vrijheid is heel typisch verbonden met ‘respect voor’: ik laat een ander de ruimte en hoop en verwacht, dat hij mij ook de ruimte laat. Dat is passief respect. Dat is het ‘respect’, zoals het in alle schoolplannen terug te vinden is. Mijn vraag is: wie neemt er verantwoordelijkheid voor uw kinderen? Dan spreek je over actief respect. Precies dat maakt het de moeite waard de term ‘respect’, zoals hij in Nederland gebruikt wordt, opnieuw te onderzoeken. Hoeveel verantwoordelijkheid zit er in het begrip? Houden we elkaar op afstand en hebben we het dus over passief respect? Of ondersteunen we en werken wij samen? Wat is het perspectief in de lerarenkamer, in de klas, in gesprekken met ouders: ik laat je de vrijheid of wij zijn samen ergens verantwoordelijk voor?

In het kader van de Maand van de Filosofie schreef Paul Scheffer, denker over internationale verhoudingen, dit jaar een essay met de titel ‘De vrijheid van de grens’. Dus niet ‘grenzen aan de vrijheid’, maar andersom. Hoe gaan we met grenzen om? Dat is een dringend en dreigend Europees probleem, waar u direct mee te maken heeft. Scheffers stelling: vrijheid gedijt alleen, wanneer het verbonden is aan een vorm. We zoeken – hoe vrij we ook zijn – naar een vorm.

Die vormen vind je in de maatschappelijke verbanden van onze samenleving – in de zorg, in ons onderwijs, in (beroeps)verenigingsverbanden, in arbeidsorganisaties. In die verbondenheid vinden we bescherming en vrijheid. Vrijheid zoekt zijn beschermende vormen. En daar hoort ook bij dat we in een open samenleving vluchtelingkinderen opvangen. Niet om ze zo vlug mogelijk te laten assimileren of de taal eigen te laten maken, maar in eerste instantie zodat ze zich beschermd weten en zichzelf kunnen vinden.

max-weber-luc-voordracht-iskIedereen is nodig, iedereen wordt verwacht
We kunnen – kort gezegd – wel spreken over vrijheid als een heel belangrijke waarde voor de Nederlandse samenleving, maar zolang we de vormen, de verbanden in onze eigen samenleving niet hebben gevonden, stelt dat niets voor. De vraag naar die vormen is een vraag naar wie de verantwoordelijkheid wil nemen voor deze vluchtelingen, voor deze gelijkgerechtigden? Waar wordt de bereidheid om je plek te gaan innemen in de kleine en grote samenleving voorbereid? Bij u. Het is heel wezenlijk om dat vanuit pedagogisch perspectief te realiseren: dat u als leraar op de ISK een belangrijke rol vervult in de ontwikkeling van leerlingen om verantwoordelijkheid te leren nemen. Eerst in de kleine, daarna in de grotere samenleving.

Meer filosofisch geformuleerd – en hier volgt Scheffer de socioloog Max Weber – zijn we in een transitie van een overtuigingsethiek naar een verantwoordelijkheidsethiek. Van de vrijheidsgemeenschap, die we zo graag waren, naar een veiligheidsgemeenschap, die we zo noodzakelijk moeten worden in een Europese context die zich geen raad met zichzelf weet. De boodschap van vrijheid, die we onszelf als Nederland zo graag voorhielden en zo graag uitdroegen, wordt een boodschap van verantwoordelijkheid. Met het samenwerken, samen doen, de verantwoordelijkheid nemen, komt actief respect.

Uw school is een gemeenschap van veiligheid. Iedereen is nodig, iedereen wordt verwacht. Dat is het perspectief waarmee je naar school gaat: dat je verwacht wordt. Later, als de leerlingen bij u weggaan, ontmoeten ze de vrijheidsgemeenschap opnieuw die hen vraagt zich aan te passen, te integreren. Dat zal gemakkelijker gaan naarmate ze zich veiliger hebben gevoeld. Cijfers geven hoort niet bij u. Dat hoort niet bij een veiligheidsgemeenschap. Een ander perspectief maakt dat je vanzelf tot een ander idee van je school komt: een onvoldoende hoort er niet bij; dat is onveilig. Het gaat bij u om samenwerken, waarbij iedereen nodig is – leraar en leerling. Meedoen is het parool. En het schoolconcept is niet een concept van respect voor elkaar, maar van verantwoordelijkheid voor elkaar. Dat geeft ook in een lerarenkamer een heel ander klimaat. Dat is wat ik in de uwe verwacht te treffen, al heb ik uw lerarenkamer bij mijn twee bezoeken aan uw school niet van binnen gezien.

We gaan naar een nieuwe grammatica, een nieuw vocabulaire, waarbij we liever niet praten over integratie, over rechten en vrijheden. Maar waarbij we uitgaan van andere vragen: waar staan we voor? Hoe pakken we samen aan? U zult merken dat de leerling het u kan vertellen. Het curriculum is er om u te helpen. Uw kennis en de methodes zijn instrumenteel. Eerst is er de leerling. Zij moeten u laten weten hoe ze ervoor staan, wat ze aankunnen en wat ze willen. Als er eentje niet wil, heeft hij er een reden voor. Er is geen kind dat naar school gaat om niets te doen. Als het wel zo is, is er een reden voor en die wil je weten.

Vluchtelingouders betrekken als uitbreiding van je pedagogische opdracht
In de missie van uw school staat dat de ouders behoren tot de schoolgemeenschap. Dat is een heel sterk uitgangspunt. Daarmee breidt de school haar pedagogische opdracht uit en zo hoort dat ook. Het zou moeten gelden op alle scholen. Wil dat zeggen dat ouders thuishoren in de didactische situatie in de klas of lang zouden moeten blijven hangen, als ze hun kind hebben gebracht? Nee, de school is het domein van de leerlingen en hun leraren. Maar ouders zijn wel gespannen over hoe het met hun kind gaat in school. Ze willen erover horen.

Als je naar de praktische uitvoering van die pedagogische opdracht kijkt – de ‘vorm’, zoals Scheffer zou zeggen – dan zie je dat die op een normale Nederlandse school bestaat uit drie maal per jaar een tienminutengesprek. En u kent die gesprekken, als leraar of als ouder. Het is een staand model in het Nederlandse onderwijs, maar die gesprekken zijn vreselijk, een pedagogisch onding. Er gebeurt daar meestal helemaal niks en wie is het meest in verlegenheid? De leraar, want die heeft de indrukken, zicht op proces en product; die heeft veel te vertellen en te vragen aan de ouders. Maar waar komt het op aan? De cijfers, de prestatie. Dan wordt het tienminutengesprek als vorm een contradictie van wat je je hebt voorgenomen in je pedagogische opdracht.

Terwijl je zou willen toekomen aan vragen als: doet mijn kind wat hij kan? Lukt het hem om verder te komen? Hoe is het in de sociale gemeenschap van de klas? Wederzijds zijn er tientallen vragen te stellen. Daar zou je, als je zegt dat de ouders tot je schoolgemeenschap behoren, ook nieuwe praktijken willen ontwikkelen.

Wanneer je ouders serieus neemt, is het tienminutengesprek als vorm niet geschikt. De school heeft een functie in het ontwikkelen van nieuwe autonomie van ouders. U bent een steunbron voor ouders, al lijken ze weinig vragen te hebben. Voor ouders, die nieuw in Nederland zijn en naar u komen met hun kinderen, bent u misschien wel de belangrijkste steunbron. Zij hopen allemaal dat het met hun kinderen goed gaat. Dat betekent dat je een ander gesprek moet hebben dan alleen over resultaten.

Resultaten doen er toe, maar het is aan u om duidelijk te maken dat u ook geïnteresseerd bent in de ouders, als context van het kind. U en de ouders hebben een gezamenlijk project, waarin je hen steunt in het binnentreden in een open cultuur. Ik heb die ervaring niet, u wel. De ontmoeting, de wrijving tussen culturen – daar is werk aan de winkel en daar ben je als professional actief.

Wat mij betreft komt het erop aan dat u ouders vertrouwen biedt in de ontwikkeling van hun kinderen. En aan hen de oproep doet om mee te doen. Voor de culturen die u ontmoet zal dat niet altijd gemakkelijk zijn, om medeverantwoordelijkheid te dragen voor de pedagogische opdracht. Het betekent dat je veel in ouders investeert. Daar is de financiering niet op ingesteld. De tijd en het geld voor die investering vind je niet in het begrotingsmodel. Daar moet je iets op vinden. Maar de maatschappelijke verantwoordelijkheid, die op uw schouders rust, geeft u het recht om te vragen het te doen zoals u het had gedacht. Dat vind ik essentieel, naar een Inspectie of naar andere overheden. Uw verantwoordelijkheid verdient maatschappelijke ondersteuning.

hetkind-magazine-4-grenzenMeer dan een taalles, meer dan een introductie tot de grondwet
Er staat veel op het spel voor ons allemaal. In Nederland en in Europa. Het is evident dat de democratie zoals we hem van oudsher kennen – een liberale democratie met vertrouwen in politieke en maatschappelijke instellingen – aan het verdwijnen is. Politiek leidt nu tot wantrouwen. Momenteel halen partijen die dat wantrouwen het best representeren de meeste stemmen. Wij geloven onze politici en bestuurders niet meer. En dan en daar zie je ‘illiberale’ democratieën verschijnen, zoals in Turkije en Hongarije, waar leiders – populisten – zich opwerpen als stem van het volk. Daar gaat je democratie.

Er staat veel op het spel in het onderwijs. Daar waar je vluchtelingen ontvangt, maar ook elders. Je wilt ouders altijd tegemoet treden met een goed pedagogisch antwoord. Onze open samenleving en democratie staan op het spel. Het is van belang wat uw uitgangspunten zijn als u aan het werk bent in uw klas. Waar gaat u van uit? Waar gelooft u in? Die uitgangspunten moet je van jezelf kennen en je moet ze zekeren. Je moet ze kunnen vasthouden. Het is uw vertrouwen in uw leerlingen, dat hen verder helpt. Dat is meer dan een introductie tot de grondwet. Meer dan een curriculum, meer dan een taalles. Die aspecten samen geven nog niet dat vertrouwen. U bent het zelf, die voor ouders en leerlingen de vertrouwenwekkende uitdaging vormt.'

Verslag: Geert Bors

Sinds oktober 2016 heet het ISK het Ithaka College.
Meer artikelen van Rob Bekker vind je hier.
Meer van en over Luc Stevens tref je hier.

Reacties

1
Login of vul uw e-mailadres in.


Anouk Abrahams
5 maanden en 2 dagen geleden

Dank voor dit stuk. Dank.

Login of vul uw e-mailadres in.


Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief