Klasse-Gesprek: de onmiddellijkheid van het leraarschap
5 mei 2019
Een simpel idee, dat leidt tot leerzame gesprekken tussen studenten én docenten aan de lerarenopleiding over ‘pedagogische momenten’ in de klas: dat is Klasse-Gesprek. Als hoofddocent Pedagogiek en Didactiek ontwikkelde Monique van den Heuvel dit kaartspel met sleutelbegrippen uit de pedagogiek. Daarbij gebruikte ze ook de kennis die ze opdeed tijdens een zomercursus Ludodidactiek, over onderwijs op basis van spelprincipes aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. ‘Ik wilde dat onze docenten en studenten echt praktisch met elkaar in gesprek konden gaan over hun handelen in de klas.’
Moniques missie blijkt aardig geslaagd: niet alleen haar studenten - leraren in opleiding dus - reageren enthousiast, ook docenten aan de hogeschool in Rotterdam die het traject ‘Verdiepende Pedagogiek’ volgen, geven aan dat ze het spel regelmatig willen blijven spelen.
Maar goed. Hoe werkt Klasse-Gesprek eigenlijk? ‘Ik noem het een spel, en zo ziet het er ook uit, maar dat is het eigenlijk niet echt’, constateert Monique. ‘Het is meer een methodiek om dié pedagogische momenten met collega’s of medestudenten te bespreken, waarop je in de realiteit van het klaslokaal geen tijd hebt om na te denken en intuïtief handelt. Op een pedagogisch moment balt als het ware dat waar de leraar voor staat zich samen; hij moet nú een beslissing nemen’, legt Monique uit. ‘Het is heel leerzaam om met elkaar te bekijken, waarom je intuïtief hebt gehandeld zoals je hebt gehandeld. Waarom je bepaalde keuzes maakt of hoe een collega het zou doen.’
‘Wat had jij gedaan?’
Klasse-Gesprek bestaat uit een set van vijftig kaartjes. Op elke kaart staat een pedagogisch betekenisvol begrip, zoals ‘betrokkenheid’, ‘geduld’ of ‘intuïtie’. Het spel wordt met zijn vieren gespeeld, in drie rondes. Elke ronde worden negen kaarten op tafel gelegd. De vier deelnemers delen allemaal een ‘pedagogisch moment’ uit hun eigen lespraktijk. Gezamenlijk wordt één casus uitgekozen. Vervolgens pakt iedereen een kaart met een term die iets bij hen oproept in verband met de casus. Iedereen legt zijn keuze uit en gaat met elkaar in gesprek. In de volgende twee rondes worden andere perspectieven gekozen, bijvoorbeeld ‘wat had de leerling nodig op dat moment?’ of ‘wat had jij zelf gedaan?’
Herkenning als bouwsteen
De begrippen op de kaartjes heeft Monique gekozen op basis van het jarenlange onderzoek naar de pedagogiek van het mbo, dat Wouter Pols binnen het lectoraat ‘Versterking Beroepsonderwijs’ heeft gedaan. ‘Uit zijn onderzoek is een themaboek voortgekomen en de pedagogische begrippen heb ik daaruit gehaald.’ De vele gesprekken en analyses van het onderzoek zijn samengebracht in een aantal artikelen en een publicatie (1), die verder helpen om het ‘stille weten van de mbo-leraar’ te expliciteren (2).
‘Met Klasse-Gesprek wilde ik ervoor zorgen, dat derdejaarsstudenten van onze lerarenopleiding ook zonder mijn begeleiding pedagogische gesprekken konden voeren’, legt Monique uit. ‘Net als in het onderzoek, ben ik uitgegaan van de unieke, geleefde ervaring van de student of leraar en de herkenning voor de andere studenten/leraren. Met als doel dat zij een gesprek hierover voeren met behulp van pedagogische begrippen.’ Eigenlijk had Monique ook nog de ambitie om ieder kaartje te voorzien van wetenschappelijke bronnen over het betreffende pedagogische begrip. ‘Zodat studenten zich verder konden verdiepen in een thema dat hen raakte. Het is er nog niet van gekomen’, zegt ze met een verontschuldigende lach.
Bemoedigend
Behalve de populariteit van het spel is er nog iets wat Monique heeft verrast. ‘Klasse-Gesprek blijkt heel bemoedigend te zijn voor studenten en beginnende docenten. Vaak brengt iemand een casus in, waarvan hijzelf vindt dat hij tekortgeschoten is in zijn pedagogisch handelen. Na een diep reflectief gesprek beseffen studenten, dat er vrijwel altijd een bredere motivatie zat achter hun handelen.’ Een voorbeeld? ‘Een leraar in opleiding had te lang gewacht met ingrijpen, toen een leerling tegen de afspraak in stiekem op zijn telefoon zat. Toen zij alsnog reageerde, kwam ze veel te fel uit de hoek. Terugkijkend zag ze in, dat ze een andere leerling niet in haar verhaal had willen onderbreken en daardoor te lang had gewacht. Dat vonden haar medestudenten helemaal niet zo’n slechte beslissing. Zo blijkt vaak dat je kunt vertrouwen op “het stille weten” en hoe goed het is dit “stille weten” met elkaar te bespreken.’
Monique van den Heuvel is hoofddocent Pedagogiek en Didactiek aan de lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn/Instituut voor Gezondheidszorg in Rotterdam.
Feedback van studenten:
“Dit wil ik ook met mijn team spelen! Het is belangrijk dat we deze gesprekken voeren.”
“Eindelijk gaat het over iets waar het eigenlijk om gaat!”
“Omdat we met elkaar in gesprek gaan met behulp van de pedagogische begrippen, gaan de gesprekken verder omdat je niet blijft hangen in eigen meningen. Het vraagt echt om bezinning.”
“Het praten met behulp van de begrippen zorgt ervoor, dat ik straks beter kan terughalen waar we over gesproken hebben. Dat betekent dat ik beter en diepgaander kan reflecteren op de cases (voor in mijn portfolio).”
“Omdat we niet allemaal hetzelfde verstaan onder de begrippen, praten we ook over de betekenis hiervan. Dat draagt bij aan een gezamenlijk vocabulaire.”
Monique van den Heuvel ontwikkelde ‘Klasse-Gesprek’ en zij heeft hierin geen commercieel belang. Omdat er diverse reacties kwamen van geïnteresseerden, heeft het Werkverband Beroepspedagogiek het spel opnieuw uitgegeven. Meer informatie via hun website.
Eindnoten:
1. Pols, W. (2019). 'Je moet op dat moment reageren en je weet nooit of je het juiste doet.': Pedagogiek in het middelbaar onderwijs. Rotterdam, Nederland: Hogeschool Rotterdam Uitgeverij.
2. Redactie Didactief Online. (2016, 27 oktober). Didactief | Het 'stille weten' van de mbo-leraar. Geraadpleegd op 18 april 2019, van https://didactiefonline.nl/artikel/het-stille-weten-van-de-mbo-leraar
Reacties