Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

‘Ja, natuurlijk heb je goed geschilderd.. alles wat je schildert is goed’

13 november 2017

De vierjarige dochter van Eva Maria Schneijderberg komt thuis met een sticker op haar voorhoofd: de juf vindt dat ze goed geschilderd heeft. Eva Maria ziet de blijdschap, maar bespeurt bij zichzelf ook ongemak. Maar waarom precies? Wat roept die ene sticker bij haar op? Want deed ze dit zelf ook niet als juf? Eva Maria gaat op zoek naar de intenties van haar complimenten, en komt op haar reis o.a. langs Marshall Rosenberg. Dit is haar reisverslag.

Mijn dochter van 4 gaat sinds een week naar school. Op de derde dag komt ze lachend met een sticker op haar voorhoofd naar me toe gerend als ik haar kom ophalen van het schoolplein.

‘De juf zei dat ik goed geschilderd heb!’, zegt ze als ik haar vraag naar de reden van de sticker. Ik voel ongemak bij me op komen dat ik niet direct kan plaatsen. Allerlei gedachten gaan door mijn hoofd:
‘Ja, natuurlijk heb je goed geschilderd.. alles wat je schildert is goed.’
‘Oh nee, nu denkt ze dat ze ergens aan moet voldoen.’
‘Het gaat toch om de creativiteit en het proces in plaats van om wat de juf ervan vindt?’

Mijn dochter huppelt vrolijk verder en ik krijg pas later helder voor mezelf waar mijn ongemak vandaan kwam.

Voor mij zijn creativiteit en interne motivatie blijkbaar erg belangrijk en de boodschap dat ze het goed heeft gedaan, impliceert dat ze het ook fout had kunnen doen. Dat de waardering van de juf mogelijk bepaalt of de activiteit succesvol is geweest voor haar of niet is denk ik de trigger van mijn ongemak. Ik gun mijn dochter dat ze vanuit intrinsieke waarden dingen doet die haar plezier brengen en niet voor het mogelijke applaus achteraf. Ook gun ik haar het zelfvertrouwen om de dingen op een manier te doen die voor haar waardevol is en ik hoop dat ze ruimte ervaart om hiermee te experimenteren.

Nu word ik als moeder blij van het feit dat de juf haar “gezien” heeft. Dat de juf getuige is geweest van haar inspanning of haar spel. En ik waardeer het dat ze de tijd heeft genomen om mijn kind dit te willen laten weten.

Ik herken deze manier van waardering uiten. Deze strategie heb ik zelf jarenlang gebruikt op de basisschool waar ik als leerkracht van groep 3/4 werkte. Als ik terugdenk aan de lachende gezichten die het plakken van een sticker opriep, vergeet ik bijna hoe blij ik ben dat ik het nu anders kan doen.

De kracht van waardering zit in de helderheid van de boodschap. Het uiten van waardering gaat vooral over jezelf als boodschapper. Jij wordt blij van iets omdat er iets in jou geraakt wordt. Hoe preciezer je dat kunt omschrijven, hoe helderder de boodschap wordt. Waardering zegt vooral iets over de boodschapper, minder over de ontvanger.

Als ik nu aan de juf uit bovenstaand voorbeeld denk, dan gis ik dat de juf enthousiasme voelde toen ze de gedrevenheid zag bij de leerling tijdens het schilderen. Misschien ervoer ze rust en ruimte omdat de leerling geconcentreerd bezig was tijdens het schilderen en haar daarmee in staat stelde om ook een ander kind te helpen? Misschien werd ze vrolijk van het kleurgebruik en het op eigen initiatief opruimen van de kwasten? Of wilde ze laten merken dat ze ervan genoot dat de leerling dit keer zonder twijfel naar eigen inzicht een bloem heeft geschilderd? Het uitspreken van dit soort waarnemingen zonder oordeel maakt de ontvanger naar mijn idee blijer dan bij het ontvangen van een ouderwets compliment.

Inmiddels is er veel geschreven over de mogelijke beperkende werking van complimenteren. Volgens Alfie Kohn kan een traditioneel compliment remmend werken en de ander afhankelijk maken van applaus. Je hebt misschien de intentie de ander te laten doen wat jij graag wilt. Als je intentie het uiten van waardering is, dan kun je dit toch vooral blijven doen. Mij geeft het helderheid en tools dit te doen volgens het model van de door Marshall B. Rosenberg ontwikkelde “Verbindende Communicatie”: het doen van een objectieve waarneming roept gevoelens op doordat er bepaalde behoeften wel of niet zijn ingevuld. Als je dit helder hebt, kan je duidelijk vertellen wat de waarneming met je doet en waardoor. De ander hoort op welke wijze hij mogelijk heeft bijgedragen aan jouw welzijn, dat van een ander of zichzelf.

Sinds een aantal jaren oefen ik dagelijks in het gebruik van Verbindende Communicatie en de toepassing ervan in het onderwijs, door Marshall Rosenberg “levenverrijkend onderwijs” genoemd. Ik heb hierbij steun aan de alternatieven voor belonen die Justine Mol beschrijft in haar boek “Opgroeien in vertrouwen”. Deze alternatieven geven me helderheid over mijn intentie bij het uiten van waardering en daarmee ook voor mijn kind. Intenties kunnen o.a. zijn: samen genieten, dankbaarheid uiten, zeggen wat het jou doet, belangstelling tonen, de aandacht vestigen op het effect van wat je kind doet of zegt. Zodra ik dus weer eens een ouderwets compliment uit wil delen of er een ontvang, probeer ik de vertaling te maken naar een waardering vanuit Verbindende Communicatie.

Eva Maria Schneijderberg is moeder van 2 kinderen, ex-leerkracht en betrokken bij Levenverrijkend Onderwijs.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief