I'm possible
19 januari 2022
'We hebben door anderhalf jaar in een anderhalvemetereenzaamleving ervaren hoe we ten diepste verbonden willen zijn. We hebben ervaren hoe in de niet-maakbare wereld alles verbonden is. We weten want we voelen: Je hebt ontmoeting nodig om in de wereld samen te kunnen zijn.' Rob Bekker blikt terug op de Onderwijsavond met Luc Stevens en Aziza Mayo en de rol van een pedagoog in een pandemie. 'Stilte heeft me gevonden, ik neem in gezelschappen minder vaak, minder lang het woord; stop soms met praten op wat het midden van een zin die ik aan het maken ben zou kunnen zijn. Schatte ik de luisteraar vroeger te laag in, had ik het beeld van mezelf als gesprekspartner te hoog staan?'
De leerling als mogelijkheid tot menswaardig onderwijs
Zo heb ik het onthouden en zo heb ik het een week na de schermversie van een pedagogische Nivoz-ontmoeting op mijn school op tafel gelegd tijdens onze pedagogische Ithaka-vrijdagmiddagborrel.
Op 27 september 2011 heette de lezing van Luc stevens solo:
Het kind als antwoord
Dat is geen geval van kosmische resonantie, dat is met een spanningsboog van tien jaar absolute pedagogische consistentie.
Hoe sprak het kind met de stem van Aziza Mayo en Luc Stevens op 15 september 2021? Wat hoorde ik en wat dacht ik tijdens de passages waarin ik even uit de woorden van de sprekers raakte?
We hebben door anderhalf jaar in een anderhalvemetereenzaamleving ervaren hoe we ten diepste verbonden willen zijn. We hebben ervaren hoe in de niet-maakbare wereld alles verbonden is. We weten want we voelen: Je hebt ontmoeting nodig om in de wereld samen te kunnen zijn.
Het was een geprovoceerde onderbreking of (was het, de Latijnse term ab ortus naar zijn bedoeling vertaald) een definitieve afbreking van de maakbaarheids-filie & kunnen we weer gaan doen wat onze bestemming is: de menselijke maat terug brengen in het onderwijs?
Ik onderzoek of we dat doen, of we dat willen doen, of we willen samen in het ontmoeten van de leerling waar die is (zoals men mij op de Essential Schools in America aanwees en toonde).
Een pedagogische opdracht aangaan zonder zelf te verschijnen bestaat niet.
Wie ben ik zelf eigenlijk?
In mijn pogingen om te komen tot een uitgesproken mensbeeld wandel ik meestentijds alleen. Wanneer maak ik het mee dat we al dan niet gepland aan een tafel gaan zitten en bij onszelf en bij elkaar onderzoeken vanuit welk mensbeeld wij naar de wereld en zijn tweevoeters kijken, luisteren?
Wat is eigenlijk mijn mensbeeld en waar heb ik dat vandaan? Heb ik mensen nodig om ze iets te geven? Heb ik mensen nodig die mij iets geven? Hoe samen of hoe verwijderd heb ik me in die achttien maanden anderhalvemetereenzaamleving gevoeld?
Stilte heeft me gevonden, ik neem in gezelschappen minder vaak, minder lang het woord; stop soms met praten op wat het midden van een zin die ik aan het maken ben zou kunnen zijn. Schatte ik de luisteraar vroeger te laag in, had ik het beeld van mezelf als gesprekspartner te hoog staan? Willen mensen het mij vertelde verhaal niet liever bij de bron halen - check ik nu eerst - en kan ik die bron ook met minder omhaal van woorden dan vroeger (aan)wijzen?
De leerling als antwoord en als mogelijkheid... veronderstelt dat ik meer luister en minder praat, dat ik meer kijk en blijf kijken tot een beeld zich vormt... Een beeld dat niet uit de media komt, een beeld dat opdoemt in mijn directe omgeving, dat pas opdoemt als ik deel van mijn omgeving blijf.
Een mensbeeld… in de voorbereidingen op mijn reis langs Essential Schools in New York & Boston vier jaar geleden met gids Rikie van Blijswijk en reisgenoot Martijn Galjé, was er een collega uit een andere provincie die deelde hoe hij zijn onderwijs organiseerde vanuit vertrouwen, vanuit een mensbeeld dat geen protocollen en curricula tussen de pedagoog en het kind nodig heeft/plaatst/verdraagt. Ja, dat zou een van de dingen zijn die ik ging onderzoeken overzee.
Vertrouwen in eeuwige verandering is voorbij het gewenste en wenselijke kijkraam op de wereld. (Snap ik dit zelf al?)
'De werkelijkheid is niet gefixeerd' zei Luc Stevens in 2014 en in andere woorden citeert hij in 2021 Peter Dür, een atoomfysicus die hetzelfde weet.
Wie ben ik zelf eigenlijk?
*“I’m Possible”, zei de bokser Muhammad Ali toen hem werd gevraagd of iets ‘impossible’ was, “not impossible, I’m possible”). De pedagoog helpt je je stem te vinden om uiting te geven aan de diepe kreet: Ik ben een mens. “Everything is possible and nothing is real” (zingt Living Colour in Type).
De leerling als mogelijkheid opent de mogelijkheid van de leraar – de leraar die ik wil zijn, de leraar die danst met de leerling in onze schooldans van 160 dagen per jaar. Dat worden in een lerarenleven uiteindelijk zo’n 6000 dansdagen.
Onze werkelijkheid is in essentie relationeel. De werkelijkheid is niet maakbaar, wel te beïnvloeden want ze is instabiel. Evenwicht is beweging, lopen is eigenlijk constant vallen en je al vallend al oprichten (en “Wie niet op tijd loslaat, valt altijd alleen” – zingt André Manuel in De Vlieger).
Zo is leven en leren: de bereidheid tot instabiliteit [zegt de atoomfysicus].
Het is: dansen, er gebeurt iets, tussen mensen, van mensen, met mensen, in mutual response ability, in mature play.
Raakbaar zijn en losraken.
Wat gebeurt er? niet: Wat is er?
Wat is er mogelijk, niet realiteit maar potentialiteit.
Dit vraagt hoop en vertrouwen.
Dat is onderdeel van je pedagogische opdracht-
ik begin met vertrouwen, met geloof in de potentie.*
Is de ervaring van afwijzing vermijdbaar? Niemand van ons wil worden afgewezen. (Door welke verborgen agenda menen we soms een leerling te moeten afwijzen?) Luc Stevens nodigde ons uit om onze obsessie met toetsen en resultaten eens [alweer!] onder de loep te nemen.
Dat is op mijn geweldige school nog niet in de volle breedte wat we doen. We toetsen leerlingen in de eerst twee dagen dat ze op onze onderwijs-vluchtheuvel binnen zijn gekomen. Doen, want niet doen levert geen informatie op en we hebben informatie van ze nodig. Laatst bedacht iemand in het weekend voordat de laatste vlucht-Afghanen binnen-kwamen dat het vriendelijker was om deze jonge mensen eerst een gezamenlijke maaltijd aan te bieden voordat ze in de toetsbankjes gingen. Twee van mijn taalgezellen mochten meedoen aan deze ontvangst. Ze straalden. Het toetsenprotocol kon daarna worden gestart. De jonge collega’s die per maand bij ons onderwijseiland aanspoelen en die de nieuwe leerlingen in klassen ontvangen, beginnen met de informatie op papier en ik gun ze dat ze over de papieren heen aanmonsteren bij de bron: hun leerlingen.
Uit de praktische helikopter nu. Terug naar de theoretische begane grond. Wat heb ik dus te doen, wat mag er van mij worden verwacht? Kan ik me laten aanspreken? Kan ik me schikken in de rol die ik voor de leerling heb: de leraar is voor de leerling de ander. De leraar is voor de leerling de overbrugging van het eigene naar de wereld.
In de ontmoeting met het kind (waar die leerling in zit)
hebben wij pedagogen vier rollen hoorden we van Aziza Mayo: gids, leider, brenger en reisgenoot (& als je achter de vraag en het gegeven antwoord luistert ook nog de ander, de brug, de onderbreker, de weerbarstige).
Er is enkel verbinding en verandering - met elke geboorte van een kind begint de wereld opnieuw.
Hoe wek ik bij het kind het verlangen om deel te nemen aan de wereld van de volwassenen? Op een hoger niveau dan enkel dat wat The Beach Boys kraaiend maar smachtend bezingen in Wouldn’t it be nice (if we were older)? Het verleden in deze popsong is echt een ander land.
Een mens kan zichzelf enkel als zichzelf presenteren als een mogelijkheid. Hebben wij pedagogen vertrouwen in die mogelijkheid? In die kwetsbaarheid ligt de mogelijkheid.
Je wil jezelf kennen als iemand die iets kan. Dat is dus niet een consument maar een maker.
De Grondwet en de Rechten van het Kind (en deze keer niet genoemd: Global Sustainable Goals)
verplichten ons / sporen ons aan / legitimeren ons om menswaardig onderwijs vorm te geven.
De hersenen zijn een relatie-orgaan; de frontaalkwab is er voor zelfregulering, planning, toekomstgericht handelen & ook voor inleving in de positie van de ander + ervaring van verantwoordelijkheid.
In 2013 hoorde dus leerde ik van Luc Stevens dat de beste vraag die je als ouder in de middag bij het kopje thee aan je kind kunt geven, is: 'Hoeveel vragen heb je vandaag gesteld?' en acht jaar later vraag ik me af hoeveel kinderen ik nodig heb om ze allemaal te beantwoorden en tot volgende vragen om te werken.
Toen ik stopte met de feedback kwam er ruimte voor een gesprek. We zagen en zien dat antwoorden stellen en vragen geven. Je kunt altijd geven, vertrouwen kost evenveel energie als afbreken dus blijven pedagogen bouwen.
N.B. In mijn aantekeningen zijn de stemmen van Luc Stevens en Aziza Mayo en mijzelf niet strikt te onderscheiden, en daarmee ook niet in dit blog. Hun boodschap is zó de mijne, mijn dagelijkse praktijk vloeit zonder enig forceren naadloos in hun theoretische schets, dat ik niet meer de moeite doe om overal de individuele spreker in dit verhaal precies aan te duiden.
Rob H. Bekker is leraar Nederlands aan het Ithaka College.
Reacties