Huiswerk en motivatie
18 januari 2021
Op de basisschool, toen het nog nieuw was, maakte Mike Louwman zijn huiswerk graag. Op de middelbare school verdween de zin in huiswerk echter rap, en daarmee ook de motivatie om te leren voor een vak. Mike Louwman is nu zelf leraar op het Vathorst College en kijkt terug op zijn ervaringen met huiswerk: 'Natuurlijk hebben leerlingen input nodig, hulp, sturing. Maar wat ze in eerste instantie nodig hebben is de ruimte om met plezier de wereld om hen heen te ontdekken, juíst nu die wereld op zijn kop staat.'
Waarschijnlijk zat ik in groep 7 of 8 toen ik – en met mij de rest van de klas – voor het eerst huiswerk op kreeg. Ik vond het leuk, omdat het iets nieuws was. Ik doe graag iets nieuws. Soms schaak ik, op mijn telefoon. Ik kan het niet zo goed en daarom wacht ik steeds op een nieuw begin, wanneer alles weer open ligt. In iets nieuws zit het onbekende en dat maakt het leuk. Wat ik verder zo fijn vond aan huiswerk was de afwezigheid en dus het vertrouwen van de juf. Ik kon het zelfstandig en mocht dat vervolgens aan haar laten zien. ‘Kijk, juf, het is gelukt!’ Of: ‘Kijk juf, ik heb het geprobeerd!’
Waar huiswerk maken op de basisschool een manier was om het in mij gestelde vertrouwen uit te betalen, werd het op de middelbare school een manier om een gebrek aan vertrouwen te compenseren. Huiswerk was gekoppeld aan de uitleg en bedoeld om in de les mee te beginnen. Vaak kon je het dan al af hebben, volgens de docent. ‘Opdracht 4 is huiswerk, dus zorg ervoor dat je snel aan de slag gaat, dan hoef je thuis niets meer te doen.’ Dan zette je (in theorie) de turbo aan om thuis een lege agenda te hebben. Zo kwam het dat ik huiswerk dat ik op mijn kamer maakte beschouwde als onnodig, als een gemiste kans om de les ten volle te benutten, als een smet op mijn blazoen.
Huiswerk maakte niet alleen korte metten met mijn gemoedsrust, maar ook met mijn motivatie.
Huiswerk maakte niet alleen korte metten met mijn gemoedsrust, maar ook met mijn motivatie. Als ik de opdrachten niet (allemaal) maakte, begonnen docenten te klagen. Dan moest ik meer motivatie tonen. Het was de wereld op zijn kop. Ik was tot op het bot gemotiveerd om te leren, maar niet om huiswerk te maken. Dat draaide om moeten, om het ‘af hebben’. Daar had ik geen belangstelling voor. Vaak moest ik huiswerk zelf nakijken en wilde de docent vervolgens zien of ik dat wel had gedaan. Mosterd na de maaltijd. Ik vond het onzinnig en onbegrijpelijk. Wat wilden ze nu eigenlijk? Dachten ze werkelijk dat we op deze manier iets konden ontdekken?
Natuurlijk kan huiswerk een appel doen op je nieuwsgierigheid, je motivatie. En er hoeft geen gebrek aan vertrouwen uit te spreken. Je kunt uitdagende opdrachten opgeven, ruime deadlines stellen, je kunt opgaves laten maken met de boodschap: ‘Maak alleen de zinvolle.’ Maar bij mij richtte huiswerk vooral schade aan. Als ik terugdenk aan natuurkunde, herinner ik me vooral de uren aan mijn bureau. Natuurkunde moest af, want werd gecontroleerd. Ik vond er niets aan. Eigenlijk vond ik het ingewikkeld. Het was voor mij niet mogelijk om het vak echt te doorgronden, te ontdekken. Daar was geen tijd voor. Dus liet ik het vallen. De wet van de zwaartekracht.
Als wij het leren voor hen blijven inkleuren, beperken we hen en zetten we hen onnodig onder druk.
Leren doe je niet in opdracht. Misschien is dat wel het belangrijkste wat ik op school heb geleerd. Zeker in deze periode zien we dat leraren de meest ingenieuze ideeën bedenken om leerlingen aan het werk te zetten of te houden. Dat is bewonderenswaardig, maar kan een averechts effect hebben. Iedereen wil leren, tenzij het hem of haar bemoeilijkt wordt. Dat geldt bij uitstek voor kinderen. Als wij het leren voor hen blijven inkleuren, beperken we hen en zetten we hen onnodig onder druk. De docent kan dan weliswaar trots een streep zetten door leerachterstanden, in feite is er in een korte tijd heel veel gebeurd en dat is niet hetzelfde. Zo heb ik bij geen enkel vak zo veel woordjes moeten leren als bij Frans, maar strekt mijn vocabulaire inmiddels niet veel verder meer dan het woord zelf.
Natuurlijk hebben leerlingen input nodig, hulp, sturing. Maar wat ze in eerste instantie nodig hebben is de ruimte om met plezier de wereld om hen heen te ontdekken, juíst nu die wereld op zijn kop staat. Dat ontdekken gaat vanzelf, als de docent de bij iedereen in overvloed aanwezige motivatie weet aan te spreken. Dát gaat niet vanzelf, dat is een zoektocht. Veel oefenen dus. In de les. Samen.
Mike Louwman is leraar op het Vathorst College in Amersfoort.
Reacties
Jeannette Kraij
Als ontdekken vanzelf gaat, volgt de motivatie dan niet automatisch? Een inspirerende omgeving is ook handig ;)! Wat is leerachterstand? Het reguliere onderwijssysteem met al die verwachtingen en al dat moeten kan enorme invloed hebben op het leerplezier. Zelfs zo erg dat leerlingen het plezier in leren verliezen met alle gevolgen van dien. Zie dat maar weer eens terug te krijgen. Jammer en zo onnodig. Een leerkracht is onmisbaar in het onderwijs. Wat zou er gebeuren wanneer de leerkrachten een stapje terug zouden doen, niet leidend zijn in het proces?
lysan
'Als ontdekken vanzelf gaat, volgt de motivatie dan niet automatisch? Een inspirerende omgeving is ook handig ;)! Wat is leerachterstand? Het reguliere onderwijssysteem met al die verwachtingen en al dat moeten kan enorme invloed hebben op het leerplezier. Zelfs zo erg dat leerlingen het plezier in leren verliezen met alle gevolgen van dien. '
Helemaal mee eens...
> en wat te denken van het plezier van de leerkracht! Ik zou dolgraag een stapje terug doen als leerkracht en niet leidend zijn in het proces, maar van mij wordt verwacht dat ik de doelen aanleer die de kinderen geacht worden 'nu' te leren...
Jeannette Kraij
Hoi Lysan,
Je weet maar nooit hoe een balletje rolt. Ik hoop het zo voor je. En inderdaad wat zou dat doen met jou als leerkracht en met jou als mens? Warme groet, Jeannette