Thjum Arts schrikt enorm als twee kinderen op de BSO elkaar te lijf gaan. De ene jongen rent vervolgens weg, naar de wc. Een collega zegt het gedrag te herkennen. Voor wat het waard is. 'Met hem gebeurt dit vaker. Hij is moeilijk benaderbaar. Dat je dat weet.' Thjum probeert iets anders. 

Ik verricht een invaldienst namens Sportivate op de BSO. Beginnen ineens twee kinderen die met de kapla aan het spelen zijn elkaar vol in elkaar te trappen. Dus ik schreeuw met volle overtuiging 'Hee!' door de ruimte. Ik schrik er zelf ook van. Die kinderen laten elkaar meteen los. Het ene kind gaat verwoed met de kapla verder en het andere kind rent de gang in en sluit zichzelf op in de wc. Dus ga ik eerst even rustig praten met het jongetje dat nog wel aanwezig is. Als ik op een gegeven moment naar die jongen in de wc wil lopen, zegt mijn collega tegen me: 'Met hem gebeurt dit vaker. Hij is moeilijk benaderbaar. Dat je dat weet. Maar je mag het proberen hoor.'

Ik ga naar de WC en ik spreek tegen de gesloten deur: 'Ik ben niet boos. Ik wil je helpen. Ik snap dat je de deur niet open wilt doen. Ik wacht wel even.' Binnen twee seconden gaat die deur open. Verwoed begint hij te vertellen over hoe die andere jongen hem uitschold terwijl hij wc-papier pakte, dat in stukjes scheurde en op de grond gooide.

Tot verbazing van de jongen pak ik ook een homp wc-papier, scheur het in stukjes, gooi het op de grond en zeg: 'Ruzie maken is niet leuk. Het doet voor iedereen pijn.' Dan gooit de jongen weer WC-papier: 'Ik heb geen pijn. Alleen hij heeft pijn, want ik kan harder trappen en slaan.' En ik zeg: 'Maar waarom huil je dan? Ruzie maken doet van binnen pijn. Dat heeft ieder mens.'

Hij stopt met WC- papier gooien en zegt: 'Huilt die andere jongen nu ook?' Ik zeg: 'Hij heeft geen tranen, maar hij voelt wel hetzelfde in zijn lijf.' Daarna rapen we samen het WC-papier op en doen het in de wc. De jongen is even bang dat hij verstopt raakt, maar ik verzeker hem dat ik met diarree wel eens dezelfde hoeveelheid heb bereikt.

Een kwartier later komt de desbetreffende collega naar me toe om te vragen of de jongen op de wc nog iets tegen me heeft gezegd. Ik zeg niks terug. Ik draai me alleen maar om naar de kaplahoek. Daar hebben de twee jongens samen een toren gebouwd.

Thjum Arts schreef deze column in 2019, toen hij nog actief was als oproepkracht bij Sportivate. Nu is hij cabaretier en gastdocent.