Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Hortus Botanicus

3 april 2018

Uniek, holistisch en divers. Drie woorden die voor pedagoog Bas ter Avest de botanische tuin van Nijmegen typeren. Een overdonderend aantal planten dat samen groeit, elkaar versterkt, met elkaar verstrengeld is en een gebalanceerd geheel vormt. Nog unieker is voor hem de manier waarop een bonte verzameling medewerkers samen deze tuin in stand houdt en naar een hoger plan brengt. Dit interview is afkomstig uit het blad Mensenkinderen.

Sinds oktober werk ik als vrijwilliger in de Nijmeegse Hortus Botanicus. Rustig en sereen is het er als je ’s ochtends de tuin inloopt, de stilte van een dag die gaat starten. Vanaf een uur of negen wordt de tuin bevolkt door een bont gezelschap. Vrijwilligers, jongeren die re-integreren, mensen die de helende werking van tuinieren nodig hebben om tot zichzelf te komen, mensen die gezelschap zoeken of herstellen van een burn-out starten de dag samen op met een kop koffie (filterkoffie, op alle goede plekken drinkt men filterkoffie) om daarna collectief in de tuin te werken.

We scheppen de omstandigheden
De opzet van de hortus in Nijmegen wijkt af van andere botanische tuinen. Daar waar elders planten soort bij soort in vakken gerangschikt met bordjes ernaast in het gelid staan, groeien in Nijmegen de soorten weelderig door elkaar. Geen grote kassen, geen rangschikking op alfabetische volgorde. Deze tuin is verdeeld in landschappen die geleidelijk in elkaar overlopen. Ruimte bieden, soorten bij elkaar brengen die elkaar versterken en ideale omstandigheden creëren. Niet afdwingen maar wel gidsen, uitlokken, stimuleren. Dat lijken de succesingrediënten van de wijze waarop hier getuinierd wordt.

Gisteren heb ik samen met anderen een gat gegraven. twee bij twee meter, 70 centimeter diep. Dat gaan we volstorten met eikentakken en eikensnippers. We scheppen een omgeving die ideaal zou zijn voor Vliegende Herten. Het is afwachten of die de plek gaan vinden en of ze zich er zullen vestigen. We scheppen een omgeving, bieden ideale omstandigheden, dat is wat we kunnen doen.

Schetsen, kneden, voelen, kijken
Het is echter niet enkel afwachten en ‘laat maar ontstaan’. Nee, soms is een interventie nodig om diversiteit te waarborgen. Zo hebben bijvoorbeeld heideplanten schrale, kale grond nodig, zonder gras. Dat betekent: regelmatig plaggen, grond kaal maken en ‘ontgrassen’. Het is schetsen. Het is kneden. Het is voelen, goed kijken, observeren, volgen, kijken hoe het geheel zich ontwikkeld. Registreren, tijdstippen noteren en zo de tuin steeds beter leren kennen, om er een jaar later je voordeel mee te doen en nog betere interventies te plegen.

Het is ook een kwestie van behoedzaam te werk gaan. Voorzichtigheid is geboden. Dat betekent soms de grond met rust laten, omdat je ontluikende groeikracht niet in de kiem wilt smoren. Oppassen waar je je grote voeten neerzet. Voor je het weet heb je een plant uit de Rode Lijst onder je zolen verpulverd. Niet zomaar in het wilde weg snoeien, maar oog hebben voor detail, oog hebben voor bijzondere types, oog hebben voor kleine verschillen.

Schoffelend de beste gesprekken
Planten en mensen lijken op elkaar. Parallellen met de mensenwereld zijn snel gemaakt. Kwetsbare types. Bijzondere eigenschappen. Eigenzinnige karakters. Eigenschappen die elkaar versterken.

Samen leven, samen leren, samen werken. De wijze van tuinieren verschilt niet veel van de manier waarop hier wordt gewerkt met mensen. “We werken als een herder met een kudde schapen”, zegt directeur Eric. “De richting hebben we voor ogen, we weten waar we naartoe werken, maar er is vrijheid om te bewegen. De herder loop achter de kudde en overziet.” Er is ruimte voor inbreng en eigen initiatief.

Zijn er geen plannen? Is er geen doel? Jazeker wel. Er is een richting en er zijn ideeën over de tuin, maar leidinggevenden lopen niet voortdurend voorop, wijzen niet aan en geven weinig opdrachten. Jaartaken heb ik hier niet gezien. Geen verandermanagers, geen lean consultant. Geen scrumbord. Hier beginnen we de dag gewoon samen. Dan spreken we elkaar. En zien we de ander. De plannen komen dan vaak vanzelf. Mensen die wat van elkaar kunnen leren zoeken elkaar op.

Het is fijn met de mensen hier. De rugzak die ieder mens heeft is hier niet voelbaar. Als ‘een leuke disfunctionerende familie’, omschrijft een vrijwilliger het team. Alles en iedereen mag er zijn. Ieder talent telt, nergens heb ik dat zo gevoeld als hier. Het is een plek waar je kan ontdooien. Vaak praten we wat tussen de fysieke arbeid door. De beste gesprekken heb je tijdens het schoffelen, snoeien, spitten, afwassen. Daar hoef je niet voor te gaan zitten of een afspraak in je agenda voor te maken.

Zet weg die scrumborden, zet slome koffie
’s Middags rond een uur of twaalf komen kantoormensen van omliggende bedrijven en de universiteit een rondje door de tuin wandelen. Ik wens ze toe dat ze net zo fijn en goed kunnen werken in hun kantoortuin als wij hier doen, met onze handen in de grond. Plaggen, ruimte bieden, tijd nemen, observeren.

Tegen alle leidinggevenden van Nederland zou ik zeggen: ga tuinieren. Doe weg die dure verandermodellen, zet aan de kant die scrumborden, stop met die agile nonsens. Koop een slome percolator, start de dag samen op met een kop koffie, wees als een tuinman en werk met je team als ware het een bijzondere botanische familie, die je wilt koesteren, tot hun recht laten komen en die je zo rangschikt in de kantoortuin dat ze elkaar versterken. En wees voorzichtig, laat elkaar heel. Als je niet weet hoe dat moet, kom dan eens langs in de Hortus. De schoffel staat klaar.

Bas ter Avest, vrijwilliger Hortus Nijmegen & docent pedagogiek aan de Katholieke Pabo Zwolle.

Uniek, holistisch en divers. Drie woorden die voor pedagoog Bas ter Avest de botanische tuin van Nijmegen typeren. Een overdonderend aantal planten dat samen groeit, elkaar versterkt, met elkaar verstrengeld is en een gebalanceerd geheel vormt. Nog unieker is voor hem de manier waarop een bonte verzameling medewerkers samen deze tuin in stand houdt en naar een hoger plan brengt. Dit interview is afkomstig uit het blad Mensenkinderen.

Sinds oktober werk ik als vrijwilliger in de Nijmeegse Hortus Botanicus. Rustig en sereen is het er als je ’s ochtends de tuin inloopt, de stilte van een dag die gaat starten. Vanaf een uur of negen wordt de tuin bevolkt door een bont gezelschap. Vrijwilligers, jongeren die re-integreren, mensen die de helende werking van tuinieren nodig hebben om tot zichzelf te komen, mensen die gezelschap zoeken of herstellen van een burn-out starten de dag samen op met een kop koffie (filterkoffie, op alle goede plekken drinkt men filterkoffie) om daarna collectief in de tuin te werken.

We scheppen de omstandigheden
De opzet van de hortus in Nijmegen wijkt af van andere botanische tuinen. Daar waar elders planten soort bij soort in vakken gerangschikt met bordjes ernaast in het gelid staan, groeien in Nijmegen de soorten weelderig door elkaar. Geen grote kassen, geen rangschikking op alfabetische volgorde. Deze tuin is verdeeld in landschappen die geleidelijk in elkaar overlopen. Ruimte bieden, soorten bij elkaar brengen die elkaar versterken en ideale omstandigheden creëren. Niet afdwingen maar wel gidsen, uitlokken, stimuleren. Dat lijken de succesingrediënten van de wijze waarop hier getuinierd wordt.

Gisteren heb ik samen met anderen een gat gegraven. twee bij twee meter, 70 centimeter diep. Dat gaan we volstorten met eikentakken en eikensnippers. We scheppen een omgeving die ideaal zou zijn voor Vliegende Herten. Het is afwachten of die de plek gaan vinden en of ze zich er zullen vestigen. We scheppen een omgeving, bieden ideale omstandigheden, dat is wat we kunnen doen.

Schetsen, kneden, voelen, kijken
Het is echter niet enkel afwachten en ‘laat maar ontstaan’. Nee, soms is een interventie nodig om diversiteit te waarborgen. Zo hebben bijvoorbeeld heideplanten schrale, kale grond nodig, zonder gras. Dat betekent: regelmatig plaggen, grond kaal maken en ‘ontgrassen’. Het is schetsen. Het is kneden. Het is voelen, goed kijken, observeren, volgen, kijken hoe het geheel zich ontwikkeld. Registreren, tijdstippen noteren en zo de tuin steeds beter leren kennen, om er een jaar later je voordeel mee te doen en nog betere interventies te plegen.

Het is ook een kwestie van behoedzaam te werk gaan. Voorzichtigheid is geboden. Dat betekent soms de grond met rust laten, omdat je ontluikende groeikracht niet in de kiem wilt smoren. Oppassen waar je je grote voeten neerzet. Voor je het weet heb je een plant uit de Rode Lijst onder je zolen verpulverd. Niet zomaar in het wilde weg snoeien, maar oog hebben voor detail, oog hebben voor bijzondere types, oog hebben voor kleine verschillen.

Schoffelend de beste gesprekken
Planten en mensen lijken op elkaar. Parallellen met de mensenwereld zijn snel gemaakt. Kwetsbare types. Bijzondere eigenschappen. Eigenzinnige karakters. Eigenschappen die elkaar versterken.

Samen leven, samen leren, samen werken. De wijze van tuinieren verschilt niet veel van de manier waarop hier wordt gewerkt met mensen. “We werken als een herder met een kudde schapen”, zegt directeur Eric. “De richting hebben we voor ogen, we weten waar we naartoe werken, maar er is vrijheid om te bewegen. De herder loop achter de kudde en overziet.” Er is ruimte voor inbreng en eigen initiatief.

Zijn er geen plannen? Is er geen doel? Jazeker wel. Er is een richting en er zijn ideeën over de tuin, maar leidinggevenden lopen niet voortdurend voorop, wijzen niet aan en geven weinig opdrachten. Jaartaken heb ik hier niet gezien. Geen verandermanagers, geen lean consultant. Geen scrumbord. Hier beginnen we de dag gewoon samen. Dan spreken we elkaar. En zien we de ander. De plannen komen dan vaak vanzelf. Mensen die wat van elkaar kunnen leren zoeken elkaar op.

Het is fijn met de mensen hier. De rugzak die ieder mens heeft is hier niet voelbaar. Als ‘een leuke disfunctionerende familie’, omschrijft een vrijwilliger het team. Alles en iedereen mag er zijn. Ieder talent telt, nergens heb ik dat zo gevoeld als hier. Het is een plek waar je kan ontdooien. Vaak praten we wat tussen de fysieke arbeid door. De beste gesprekken heb je tijdens het schoffelen, snoeien, spitten, afwassen. Daar hoef je niet voor te gaan zitten of een afspraak in je agenda voor te maken.

Zet weg die scrumborden, zet slome koffie
’s Middags rond een uur of twaalf komen kantoormensen van omliggende bedrijven en de universiteit een rondje door de tuin wandelen. Ik wens ze toe dat ze net zo fijn en goed kunnen werken in hun kantoortuin als wij hier doen, met onze handen in de grond. Plaggen, ruimte bieden, tijd nemen, observeren.

Tegen alle leidinggevenden van Nederland zou ik zeggen: ga tuinieren. Doe weg die dure verandermodellen, zet aan de kant die scrumborden, stop met die agile nonsens. Koop een slome percolator, start de dag samen op met een kop koffie, wees als een tuinman en werk met je team als ware het een bijzondere botanische familie, die je wilt koesteren, tot hun recht laten komen en die je zo rangschikt in de kantoortuin dat ze elkaar versterken. En wees voorzichtig, laat elkaar heel. Als je niet weet hoe dat moet, kom dan eens langs in de Hortus. De schoffel staat klaar.

Bas ter Avest, vrijwilliger Hortus Nijmegen & docent pedagogiek aan de Katholieke Pabo Zwolle.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief