'Het kan toch geen vraag zijn waar je als leraar eerst naar kijkt?'
5 april 2017
Half vier, de laatste kinderen zijn opgehaald, ik keer terug naar mijn lokaal. Wat doe ik nu? Buig ik me over de toetsresultaten in het leerlingvolgsysteem? Pak ik mijn rode pen om alle spelfouten te markeren? Ga ik schuiven met leerlingen in het groepsplan en stel ik een oefenprogramma op voor mijn zwakste scorers? Breek ik mijn hoofd over de vraag hoe ik de zwakke broeders en zusters tot hogere scores op kan stuwen? Nou nee, dat doet Hester IJsseling niet. Ze heeft een andere opvatting van goed onderwijs.
Tijdens het taalcircuit eerder op de dag neem ik de tijd om te achterhalen welke spannende geschiedenis die ene - volgens cito zwakke - leerling, met leesproblemen en ADHD, nu eigenlijk heeft neergepend, in zijn vrijwel onleesbare handschrift vol spelfouten, dat ik alleen met zijn hulp en hij met de mijne nog kan ontcijferen, ook al heeft hij het net zelf opgeschreven.
(Een opbrengstgerichte leraar, zou die die hanenpoten niet linea recta en ongelezen naar de prullenbak hebben verwezen?)
Na transcriptie neem ik de tijd om het verhaal in de pauze even uit te typen en te printen, zodat mijn schrijvertje trots kan zijn op zijn tekst, die hij na de pauze - nu onbelemmerd door zijn handschrift - verrassend vlot weet voor te lezen, ten voorstaan van de hele klas. Een primeur voor deze 'zwakke' leerling, die een opbrengstgerichte leraar vast niet in verlegenheid zou hebben willen brengen met een klassikale voorleesbeurt.
Ik vraag de schrijver of ik zijn tekst mag ophangen in de klas, zodat we er allemaal nog vaker van kunnen genieten, maar hij wil hem graag mee naar huis nemen. Hij voelt mijn verlangen zijn tekst nog in de klas te houden, hij wil me niet teleurstellen, maar toch ook heel graag zijn tekst mee naar huis nemen. Ik leg me erbij neer, grootmoedig maar best een beetje teleurgesteld, en even later komt hij, even grootmoedig, naar me toe:
Lees verder
Hester IJsseling is filosoof en sinds mei 2017 verbonden aan de pabo van de Thomas More Hogeschool te Rotterdam.
Reacties