Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

‘Goede docenten waren als goede cijfers, daar liep je niet te veel mee te koop’

25 juli 2018

‘In mijn schooltijd bespraken en beoordeelden we elke docent uitgebreid,’ aldus Mike Louwman, die inmiddels zelf docent is geworden. Ook de ons onbekende docenten passeerden de revue. Dat kon prima in de pauze, maar nog beter in de les. Een aantal docenten gaf daar onbewust ruimte voor, door ons samen te laten werken en niet te veel rond te lopen. In die lessen stelden we vast wie streng was en wie niet, welke docenten ons een beetje kenden en welke totaal niet. Zo’n bespreking mondde vaak uit in fantasieën over het privéleven van de leraren. ‘Zij is een verzamelaar, van iets heel stoffigs, schoenlepels ofzo.’ Of: ‘Hij heeft een affaire. Daarom is hij altijd te laat het eerste uur.’ En ‘Hebben jullie hem ooit naar huis zien gaan? Werkt non stop. En je merkt er niks van.’

Er waren ook docenten met wie we wegliepen. Ook over hen hadden we het, zij het minder vaak en minder opgewonden. ‘Zij is gewoon relax, weet je. Ze legt goed uit, snapt dat wij het niet snappen.’ ‘Hij is best wel grappig en hij heeft het zelf niet eens door.’ ‘Zij is oprecht betrokken, vind ik, toch?’ Goede docenten waren als goede cijfers, daar liep je niet te veel mee te koop; je had het immers nog altijd over school. Diep vanbinnen wisten we hoezeer we het met een aantal van hen getroffen hadden. Bij deze docenten waren we op ons gemak, van hen wilden we best iets leren. Zij hadden tenminste écht oog voor ons, zij waren écht betrokken. Dus konden we bij hen terecht voor onze klachten over hun collega’s, dachten wij.

‘Zij wordt meteen boos, nog voordat we gaan zitten’, riepen we dan verontwaardigd, nog voordat we gingen zitten. Meestal hoorden we dan dat we naar onszelf moesten kijken. ‘Maar hoe moeten we naar onszelf kijken als we niet eens de kans krijgen om te gaan zitten?’ We gaven ons niet zomaar gewonnen. Dan werden we doorverwezen naar onze mentor, zelfs een keer door onze mentor die tijdens de les Nederlands haar dubbelrol even vergeten was. Meestal was daarmee de kous af, ook voor ons. Eén docent wist onze spijkerharde kritiek op een collega magistraal om te buigen. Hij vroeg ons: ‘Waarom delen jullie dit allemaal met mij?’ Wij: ‘Omdat u tenminste aardig bent, u luistert naar ons, u bent een goede docent.’ Zoiets. Hij reageerde geschrokken, ik weet niet of hij dat ook was. ‘Ik zal jullie eens iets vertellen: ik vind hem een goede docent, een heel goede zelfs. We lijken wel een beetje op elkaar. Daarom zijn we ook bevriend geraakt. Deze zomer gaan we samen op vakantie.’

Ik raap de nagekeken toetsen bij elkaar en zwaai de lokaaldeur open. Op de gang praat een groepje leerlingen over een docent die ik niet voor de klas maar op personeelsfeesten heb leren kennen. Onze indrukken verschillen als dag en nacht. De docent staat er op school goed op, volgens mij, maar bij deze vier leerlingen niet. Ik kijk op van wat ze zeggen, omdat ik zeker weet dat het niet klopt: ‘Deze docent mag me gewoon niet, trekt anderen voor en negeert mij omdat ik zogenaamd lastig ben.’ Het meisje krijgt bijval. Er wordt veelbetekenend met hoofden geschud. Ik loop naar de leerlingen om poolshoogte te nemen. Ze zijn alweer van onderwerp en stemming veranderd. Het zal wel niks bijzonders geweest zijn. Ik denk aan een paar andere leerlingen, op wie ik net aan het mopperen was. Dat was ook niks bijzonders. Ik twijfel wat te doen. Als ik het voor de collega opneem, komt dat algauw belerend over, en vertellen dat ze naar zichzelf moeten kijken maakt weinig indruk.

‘Ik zal jullie eens iets vertellen’, hoor ik mezelf ineens zeggen.

Mike Louwman is docent Nederlands en mentor van een 5vwo-klas op RSG Pantarijn in Wageningen.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief