Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Freinetschool Delft: vrije expressie, levend leren en de kunst van het corresponderen

24 juni 2024

Het is - onterecht - misschien wel de minst bekende school van de traditionele vernieuwingsscholen: het Freinetonderwijs. NIVOZ-redacteuren Rikie van Blijswijk en Annonay Andersson hadden er daarom bijzonder naar uitgekeken de Freinetschool in Delft te mogen bezoeken. Ze komen er de kernelementen van deze onderwijsvorm op allerlei plekken tegen, van het ervaringsgerichte tot de vrije tekst, expressie en onderzoek. Maar steeds met de opmerking dat alle kerntechnieken altijd worden bevraagd op hun actualiteit, wat weer past bij de typisch onderzoekende houding van niet alleen de leerlingen, maar ook de leraren die op deze school rondlopen. Een portret van een schoolbezoek.

Op een milde morgen in mei komen we aan op de eerste locatie van de Freinetschool in Delft aan de Loevesteinplaats. Het is een gemoedelijk komen en gaan van ouders en leerlingen op het schoolplein. Sommige kinderen gaan direct van de glijbaan op het schoolplein, anderen lopen rustig naar binnen.

Binnengekomen mogen we direct een kijkje nemen bij één van de drie kleuterklassen. De kinderen zitten in de kring en de jonge leerkracht kijkt ze allemaal stralend aan. Het lokaal heeft kleine tafelgroepjes om de kring heen en overal staan lage kasten met allerhande (creatief) materiaal. Er hangen cijfers, letters, posters en tekeningen: overal is wat te zien en te lezen.

De kinderen beginnen de dag met een liedje over de dagen van de week, dat erna herhaald wordt in het Engels. Erna mogen twee ‘voorzitters’ de naambordjes van de kinderen ophangen achter een van de drie smileys: een groene (blij), geel (neutraal) of rood (boos/verdrietig). Met name bij de kinderen die zich ‘rood’ voelen vraagt de juf even na: hoe komt dat, en kunnen we je helpen? ‘Ik ben gewoon moe’ behoeft geen oplossing, waar ‘ik mocht toch geen speelgoed kopen van mama’ iets meer reacties losmaakt van de kinderen en de juf aanbiedt om het kind een knuffel te geven.

Dan volgt van de leerkracht een demonstratie door de leerkracht over de werking van de zeefdruk - allemaal in het thema wat deze klas nu heeft, - de katachtigen-. Op het digibord staan foto’s van de katachtigen, van de patronen van hun vachten of van hun hele lijf. Na de eerste druk, mogen de kinderen zelf ontdekken er nog genoeg verf op het glasplaatje zit voor een tweede druk, en steeds mag één kind het schort omdoen om de druk te maken. Er blijken nog twee drukken te kunnen volgen en dan is de verf op. De kinderen blijven verrassend lang aandachtig meedoen en kijken geboeid naar de steeds lichtere drukken. Dan is het tijd voor een zelfgekozen activiteit, die de leerkracht per kind noteert en onderverdeelt.

Freinetonderwijs

Célestin Freinet (1896 – 1966) was een Franse leerkracht die in zijn Freinetpedagogie de ervaringen van kinderen centraal stelt. Het is gebaseerd op de vrije expressie van kinderen. Freinet sprak van "Freinet-technieken" in plaats van methodes, om de evolutie en het dynamische ervan te benadrukken.

Voorbeelden van Freinet-technieken zijn:

  • De klassenvergadering – de spil van de les. Teksten, rekenverhalen, gebeurtenissen enz. worden besproken en wat gemaakt is wordt aan elkaar getoond en besproken.
  • De dag- en werkplannen - de kinderen delen hun eigen tijd in om een zelf een plan en een werkwijze op te leren stellen.
  • Het natuurlijk lezen en schrijven - De verhalen die het jonge kind in de kring vertelt, worden opgeschreven in een verhalenschrift. Een tekening erbij verbeeldt het verhaal nog eens op zijn eigen wijze. De kinderen komen er achter dat gesproken taal vastgelegd en daarna teruggelezen kan worden. 
  • Het werken met de vrije tekst en de correspondentie - Kinderen schrijven ‘vrije teksten’ over hun ervaringen, dromen en fantasieën. De vrije tekst is een hoofdader van het freinetonderwijs. Die teksten worden besproken, vermenigvuldigd en vormen het uitgangspunt voor onderwijs in taal en andere vormingsgebieden.
  • Levend rekenen – verhalen en gebeurtenissen geven aanleidingen in de groep om in te gaan op rekenen.
  • Het vrije creatieve werk - Door de kinderen de gelegenheid te geven vrij te werken, leren ze op natuurlijke wijze. De leerkracht biedt daarbij technieken en vaardigheden aan om steeds nieuwe mogelijkheden te laten ervaren.
  • Studie en het vrije onderzoek - Alles wat de kinderen tegenkomen in hun alledaagse leven kan een onderwerp van verder werken vormen in de school. 

De technieken beogen:

  • Ervaringen van de kinderen uitgangspunt te laten zijn voor het onderwijs;
  • De organisatie van het klassenleven voor de kinderen overzichtelijk te laten zijn, zodat er sprake van kan zijn van groeiende eigen verantwoordelijkheid voor gebouw, leerinhoud, maar ook de onderlinge verhoudingen;
  • Kinderen te laten leren van de ervaringen van andere kinderen, volwassenen, en culturen waarbij de leraar diepte en structuur aanbrengt.

 

In de prettige onderdompeling in de kleuterklas herkennen we wat we hebben gelezen over Freinetonderwijs: in de kring is er ruimte om te vertellen hoe het met je gaat (klassenvergadering ) en aan de hand van de incheck smiley wordt iets van de leefwereld zichtbaar van kinderen. Het zeefdrukwerk mogen de kinderen zelf – onderzoekend – ervaren, nadat de juf daarvoor de kaders heeft geboden. En in de expliciete keuze voor een activiteit tot slot ontwaart zich de op kleuterleeftijd afgestemde versie van een dagplan.

Onze gids van vandaag, Freinetcoördinator en leraar Caroline Boom, licht nog even toe: ze doen niet alleen die check-in die we net hebben gezien, maar aan het einde van de dag ook een check-out, zodat je kan zien of het humeur/stemming in de loop van de dag ook is veranderd, en of de school iets heeft kunnen betekenen daarin.

Caroline leeft de Freinetpedagogiek. Haar eigen kinderen hebben ook dit onderwijs genoten en hebben daar naar eigen zeggen nog steeds profijt van. Het zit ‘m in een bepaalde mate van zelfstandigheid, je onderdeel voelen van een geheel, jezelf kennen en gestructureerd denken, zo licht ze toe. Caroline werkt hier al 40 jaar en is een vat vol anekdotes over bijzondere lessen die hier in de loop van de tijd hebben plaatsgevonden, zoals de tuinder (een collega) waar ze de leerlingen mee naartoe nam. In zijn frambozenkwekerij in de Lier kregen de leerlingen uitleg over het kweken, maar ook over de natuurlijke bestrijdingsmethodes. Na afloop gaf hij Caroline liters bevroren frambozen mee, waarmee ze besloot heerlijke jam te maken met de kinderen. Deze werd verkocht voor een goed doel, de leerlingen maakten etiketten en versierden de dekseltjes om de jam nog aantrekkelijker te maken. Inmiddels heeft deze tuinder een pluktuin in Schipluiden die regelmatig door klassen wordt bezocht. Of wat te denken van de moeder die boswachter was en de leerlingen in verschillende jaargetijden mee het bos in nam. Brandnetelsoep en een insectenhotel werden met de leerlingen samen gemaakt.  Hoe ervaren ook, Caroline waant zichzelf allesbehalve onmisbaar: ‘Ik werk hier nog steeds met veel plezier, maar vind ook dat een enthousiaste beginnende leraar de kans moet krijgen om zich dit eigen te maken.’

Op deze morgen loodst Caroline ons langs maar liefst drie van de vier locaties die bij hun school horen, allemaal vallend onder het openbaar bestuur Librijn. Twee van hun locaties liggen op nog geen 500 meter van elkaar, de derde is 5 minuten lopen. De locaties die wij bezoeken liggen in de Hof van Delft, vlakbij het station en in een pittoreske woonwijk. De leerling populatie is een afspiegeling van de (vaak welvarende) omgeving. Ouders maken bewust de keuze voor Freinetonderwijs en dat is hier populair: er is in Delft nog een andere Freinetschool en een in Rijswijk (tegen Delft aan).

Burgerschap en eigentijdsheid
Inherent aan die populariteit is volgens Caroline het verhoogde bewustzijn van het belang van burgerschap en de centrale rol die dit altijd al heeft gehad in het Freinetonderwijs – leerlingen van Célestin Freinet tekenden zelf protest aan tegen onrecht in hun dorp en toonden zich betrokken bij allerhande burgerzaken. Ouders van de leerlingen op de Freinetschool bieden vaak hun hulp aan en laten hun engagement zien bij ontwikkelingen en het ontwerpen van het curriculum van de school. Een klein voorbeeld: leerlingen in groep 8 kunnen een soort mini-opleiding krijgen van de gymdocenten om te leren ondersteunen bij gym en pauzes. Het idee is dat kinderen geprikkeld worden om sociaal(maatschappelijke) vaardigheden laagdrempelig te oefenen en het ‘bewegend leren’ te realiseren.

Freinetonderwijs vraagt om mee te bewegen met de tijd, en om geen ‘methodeslaaf’ te worden. ‘Er zit veel vrijheid in het curriculum, maar de heersende toetscultuur in Nederland kon hier ook niet buiten de deur gehouden worden’, licht Caroline toe. ‘Er is nu een reken- en spellingmethode, maar we doen ook nog aan ‘levend rekenen’. We maken ook veel lessen zelf, vaak op basis van de verhalen van de kinderen.’

Belevingswereld kinderen
Een voorbeeld is een serie lessen over de puberteit in groep 7, iets dat de leerkracht in gang zette toen ze merkte dat dat thema speelde onder de leerlingen. Maar vaker nog wordt het thema in de bovenbouw gekozen met en door de klas zelf. Caroline: ‘We gaan vooral uit van de belevingswereld van de kinderen, maar wij als leraren horen ook bij de groep dus wij kunnen ook thema’s inbrengen.’

In de groep 3-4 die we bezoeken staan de reptielen centraal. Een leerling in de klas kende iemand met een baardagaam en organiseerde zelf een ‘excursie’ voor het beest naar de klas, waar de leerlingen het dier op hun tafels hebben geobserveerd. De tekeningen en verhalen over de baardagaam vlogen daarna op papier en zijn opgehangen in het rijkversierde lokaal.

De ultieme snoepjeswinkel is het lokaal, of eigen atelier, iets verderop in de school. Hier herkennen we de ateliervorm die bijvoorbeeld ook in Reggio Emiliascholen zo centraal staat. Honderden bakjes, manden en lades vol met allerhande voorwerpen of materialen die tot de fantasie spreken: schelpen, stukjes plastic, glas en meer. Het is de plek waar de waarde van de vrije expressie voorop staat. Helaas is de kunstdocent niet aanwezig, maar de materialen alleen al spreken enorm tot de fantasie en nodigen uit om te creëren.

Wie correspondeert die leert
Een andere aantrekkingskracht van het Freinetonderwijs is wellicht dat het zich goed leent voor doorontwikkeling. Caroline: ‘We leven nu in een hele andere tijd dan van Freinet en vertalen ons onderwijs elke keer door naar het heden.’  Zo staat er nog een PTT-brievenbus in de gang waar leerlingen brieven voor de klas in kunnen stoppen, refererend aan de correspondentiepijler van dit onderwijs. Maar als kinderen op social media al gezien hebben wat anderen de dag ervoor deden, verandert dat de dynamiek. De kerntechniek die eraan ten grondslag ligt, ‘de vrije tekst’, kan nog steeds aangewakkerd worden. Dat wordt duidelijk in een voorbeeld uit Carolines eigen klas als er een koffer de klas binnenkomt.

De koffer met voorwerpen uit de Tweede Wereldoorlog die door een moeder werd geïntroduceerd, sprak tot de verbeelding. Er zaten allerhande dingen in die van weggevoerde Joden waren geweest. Caroline kwam tot een vorm waarbij de leerlingen een brief schreven vanuit een van de voorwerpen. De achtergebleven voorwerpen van de Joodse families konden dan ‘vertellen’ wat ze hadden meegemaakt. De verhalen zijn gebundeld in een boekje. De vrouw die de koffer had geïntroduceerd in de klas, wist dat er binnenkort om de hoek een ‘struikelsteen’ onthuld zou worden (‘struikelstenen’ zijn een over heel Europa verspreid monument voor de slachtoffers van het nationaalsocialisme. Het zijn gedenktekens die in het trottoir worden geplaatst voor de vroegere woonhuizen van mensen die door de nazi’s verdreven, gedeporteerd, vermoord of tot zelfmoord gedreven zijn.) Dat bood een logisch vervolg op hun thema en de klas bezocht de onthulling van de steen, die ook bijgewoond werd door een overlevende van de oorlog aan wie sommige kinderen hun verhaal aanboden. Later zijn de verhalen tot slot voorgedragen in de Synagoge van Delft.

Professionalisering
Alle leraren die hier werken hebben een basisopleiding gevolgd bij de Vereniging voor Freinet Pedagogie, dus die kennen de essenties van het onderwijs. Daarnaast is er een facultatieve verdiepende opleiding. Zien we de ontdekkende Freinethouding ook terug in het lerarenteam vragen we Caroline. Binnen de (verdiepende) opleiding wordt altijd een onderzoek gedaan dat gelieerd is aan een thema in de school, en voor beiden dus baten heeft. Er wordt ook uitgewisseld met de Freinetscholen in Vlaanderen waar bijna honderd Freinetscholen zijn. Daarnaast is er twee keer per jaar zoiets als het ‘ontwikkelcafé’: vakdocenten komen bij elkaar om uit te kunnen wisselen op vlakken waar ze zich competent in voelen. Neem de filosofiedocent die bijdroeg aan het idee van de schrijfopdracht van de koffer. Of iemand die vaak tweedimensionaal werkt en een kunstdocent opzoekt om meer driedimensionaal te werken, passend bij de doelstelling van het kunstzinnig en cultureel onderwijs hoog houden.

Eigenaarschap en ontdekkend leren
Caroline geeft nu elke week drama, ook al voelt ze zich er niet zo competent in. Als anderen vragen hoe ze dat doet, gaat het er voor haar om laagdrempelig te beginnen en te erkennen dat ze ook niet alles weet. Dat geldt niet alleen onder de collega’s, maar net zo goed richting de leerlingen.

Het niet-weten aftasten hangt nauw samen met een goede onderzoeksvraag, vertelt Caroline. In haar eigen klas hebben ze net het thema ‘voeding & kunst’ achter de rug, zichtbaar in de kunstwerken op de gang. Onderzoeksvragen die de leerlingen formuleerden, waren voor Caroline soms ook een verrassing, zoals hoe het zit met de kleurenverdeling in de zakken M&M’s. Of toen het over kleding ging, hoe kleding wordt gemaakt. ‘Een vraag kan ook te groot worden of je bewandelt een zijpad, dat is altijd het proces wat je loopt’, aldus Caroline. Biografieën, nog zo’n thema in groep 8 dat letterlijk belichaamd wordt door de leerlingen in een klas binnen te laten stappen als bekend persoon als Einstein of Ronaldo, met een accessoire wat die persoon kenmerkt.

Niet doorhebben dat je leert
Tot slot de vraag, Caroline is nu 62 jaar. Wat wil ze over vijf jaar achterlaten, als ze de school verlaat? ‘Houd de basis van Freinet, maar blijf vernieuwen’. Dat is ook precies de ervaring die Caroline heeft en wat ze dus nog steeds predikt. ‘Ik heb nog steeds contact met m’n allereerste directeur, die is inmiddels 94 jaar oud. Die is nog steeds heel geïnteresseerd in hoe het nu gaat. Die blijft betrokken. Oud-collega’s, hun kinderen en kleinkinderen blijven ook komen. Een collega die hier werkt is een oud-leerling.’ Waar die aanhoudende aantrekkingskracht ‘m in zit voor haar: ‘We krijgen heel veel terug: als kinderen leren zonder dat ze doorhebben dat ze leren’ en, snel erachteraan: ‘Ik houd van de kinderen.’

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief