Een ander vocabulaire voor schoolniveaus
18 juni 2020
‘Zodra het over school gaat, zie ik boosheid en weerstand. En dat komt voor een groot deel doordat zij zich afgeschreven voelen. Kader is een schande. Daar wil je niet bij horen en niet mee geassocieerd worden. Want als je kader doet dan kan je niks.’ Het wordt tijd dat we ons realiseren dat deze woorden invloed hebben. Daarom pleit vo-docent Kirsten Roosenbrand voor een ander vocabulaire als het gaat over schoolniveaus.
‘Het lijkt hier wel Luca praktijk,’ zei Souad (Luca praktijk is een school voor praktijkonderwijs in Amsterdam, red.). Hij had te veel onvoldoendes gehaald op vmbo-t niveau en sloot vandaag voor het eerst aan in mijn vmbo-kaderklas. ‘Hallo, je zit hier zelf ook hoor!’, reageerde een van de anderen. Aan Souad was te zien dat hij niet aan het werk zou gaan. Dat deed hij ook niet. En de daaropvolgende keer ook niet. En als hij het al deed, met heel veel weerstand. Want die kaderklas van mij, is iets om je voor te schamen.
Sinds dit schooljaar begeleid ik twee keer per week een klas met elf vmbo-kaderleerlingen. Zij volgen het reguliere programma, zitten in een heterogene klas, behalve wanneer die klas Frans heeft.* Dan zitten ze bij mij. Op maandag begin ik alvast aan wiskunde. Wat in de praktijk vaak betekent dat de leerlingen nog snel hun huiswerk afmaken voor de wiskundeles die ze erna hebben. Op donderdag ondersteun ik ze voor Nederlands. Eigenlijk bestaat een groot deel van de tijd niet uit inhoudelijke ondersteuning. Een groot deel is persoonsvorming, in alle mogelijke vormen. Het begint in ieder geval vaak met even ‘landen’ en kletsen. Over ruzies, het weekend, muziek. Twee van deze jongens hebben een gezamenlijke vriend en vertelden dat ze zich een uur moesten verstoppen op de zolder van een vriend, omdat zijn zus plotseling thuis was gekomen en die jongens daar eigenlijk niet mochten zijn. Volgens mij viel er toen ook een kerstbal kapot. Het zijn deze verhalen die hen doen laten lachen. Zodra het over school gaat, zie ik boosheid en weerstand. En dat komt voor een groot deel doordat zij zich afgeschreven voelen. Kader is een schande. Daar wil je niet bij horen en niet mee geassocieerd worden. Want als je kader doet dan kan je niks.
Deze kinderen voelen zich falen. Vaak al omdat ze thuis niet horen of voelen dat ze de moeite waard zijn. En vooral omdat dat door school en de maatschappij nog eens bevestigd wordt. Vwo heeft status. Want dan ben je hoogopgeleid. Als je goede cijfers haalt op het vmbo, stroom je op naar de havo. Lukt dat niet, dan stroom je af, naar een lager niveau. En val je een aantal jaar later in de categorie laagopgeleid.
Het wordt tijd dat we ons realiseren dat deze woorden invloed hebben. En dat we door het gebruiken van deze woorden de uitkomsten van onze onderzoeken in stand houden. Want kinderen uit gezinnen van laagopgeleide ouders volgen vaak ook een lage opleiding. De constante confrontatie met dat je lager bent, is schadelijk. Wij kunnen in het onderwijs heel hard roepen dat je evenveel waard bent als je vmbo doet. En een stevige docent uit het programma ‘100 dagen voor de klas’ kan een rondje lopen met vmbo'ers om ze te laten zien dat veel waardevolle beroepen worden vervuld door vmbo’ers. Maar dat is niet voldoende. Dat is schadeherstel, voor zover dat mogelijk is. Maar het zou beter zijn die schade te voorkomen. De waardering die wij hebben voor accountants, doktoren en advocaten is enorm hoog. Dat is status. Dan heb je het gemaakt. Dan ben je slim.
Het zijn de ogenschijnlijk kleine dingen. Zoals de welbekende uitspraak: ‘Als je zo doorgaat, eindig je als vuilnisman!’
Het zijn de ogenschijnlijk kleine dingen. Zoals de welbekende uitspraak: ‘Als je zo doorgaat, eindig je als vuilnisman!’
Hoe goed je het op school doet, zegt niks over hoe goed je sociaal bent. Hoe empathisch je bent. Hoe goed je bent voor de mensen om je heen. Überhaupt over wie je bent. En eigenlijk ook niet per se iets over intelligentie. Want om op school te kunnen presteren, heb je veel tools nodig die niks te maken hebben met cognitie.
Veel ouders schamen zich wanneer hun kinderen op het vmbo zitten. Zeker als dat vmbo-kader of basis is. En al helemaal als andere ouders het gesprek aangaan met hen over de niveaus van hun kinderen.
Gesprekken over vo-niveau zouden net zo moeten gaan als wanneer iemand zwanger is en je vraagt naar het geslacht:
‘Is het een jongen of een meisje?’
‘Een meisje.’
‘Ohh wat leuk! ‘Wilde je dat ook?’
‘Het maakte mij niet uit, zolang ze er maar heelhuids uitkomt straks. En ik het ook zonder al te veel gedoe overleef.’
‘Welk niveau doet ze?’
‘vmbo-kader’
‘Ohh wat leuk! Wilde je dat ook?’
‘Ja, het maakte mij niet uit. Zolang ze er maar heelhuids uit komt straks. En ik het ook zonder al te veel gedoe overleef.’
Andere taal gebruiken als we over schoolniveaus praten, lost niet alles op. Dat snap ik ook wel. Net als praten over witte mensen in plaats van blanke mensen het racismeprobleem niet oplost. Maar het is een begin. Het kan in ieder geval geen kwaad en hopelijk doet het zelfs iets goed. Alle kinderen verdienen waardering van volwassenen en van elkaar. Ongeacht schoolniveau en de opleiding van je ouders.
Kirsten Roosenbrand is docent Mens & Identiteit op het IJburg College in Amsterdam en initiatiefnemer van Baas in Burgerschap.
* Onze school geeft les aan klassen waarbij alle niveaus door elkaar zitten. Omdat op de hoofdlocatie wel vmbo-kaderklassen zijn, is er ook materiaal op vmbo-kaderniveau. Deze leerlingen konden in alle lessen dus op hun vmbo-kader aan het werk.
Reacties
Lex
Ons schoolsysteem dateert uit de 19de eeuw (1806 eerste wetten) en heeft Pruisische wortels. Zegt genoeg, toch? Wat ik zo fascinerend vind, is dat het huidige systeem nog steeds op die leest geschoeid is. Het is ontworpen als een selectie- en sorteersysteem. Het moest nuttige arbeiders, soldaten en bureaucraten produceren. Produceren? Ja, produceren, als in een fabriek. Fabriek? Ja, het fabrieksmodel van Frederick Taylor je weet wel, die de lopende band heeft uitgevonden, is als voorbeeld genomen. Het systeem produceert dus ongelijkheid. Nou, ga er maar aanstaan..... zo'n systeem omvormen is als vragen of een hijskraan een dekbed wil worden. Mijns inziens kansloos. Dat de kinderen die jij aanhaalt zichzelf als gefaald voelen, is precies de bedoeling. Zo keihard cynisch is het. Ik raad je het boek 'Wounded by School' aan van Kirsten Olsen. Met veel liefde en menselijkheid beschrijft zijn aan de hand van vele interviewd wat het schoolsysteem met kinderen doet. Ook 'geslaagde' - hoe definieer je dat? Te veel mensen zijn er in hun leven eerder ondanks dan dankzij school gekomen. Ze hebben zichzelf van de grond af moeten heruitvinden.
Kirsten
Hoi Lex,
Bedankt voor je uitgebreide reactie. Tijdens het schrijven van de column ontstonden er eigenlijk twee. Want naast de waardering voor niveaus, zie ik ook dat de manier van onderwijs niet meer past en gedateerd is. Ik heb ervoor gekozen dit niet in de column te laten, dan zou het zijn kracht verliezen. Maar ik deel je mening! Ik zie dat veel kinderen niet passen binnen dit onderwijssysteem, en dat levert problemen op voor de kinderen. Omdat zij als het probleem worden gezien, terwijl dat natuurlijk niet kan. Ik hoop je boek te lezen. Alleen de titel en beschrijving doen al zeer. - Kirsten