Brief aan het onderwijs: over de spelletjes die op school worden gespeeld
14 mei 2020
Hoe houd je leerlingen gemotiveerd? Arlan de With zat als negenjarige ooit op een Iederwijs-school. ‘Een onbetaalbare ervaring, daar was de vrijheid om ongestoord te spelen.’ Als student op een hbo-opleiding is het leerplezier hem vergaan. Hij spreekt in dit artikel uit het hart en vanuit zijn eigen ervaring. En hij sluit af met een oproep. Aan zichzelf en zijn medestudenten en aan de leraren. Moe als hij is van het spel dat in het onderwijs op grote schaal wordt gespeeld.
Sinds ik bij Inspirezzo, bureau voor organisatieontwikkeling in onderwijs, en voor TEDxAmsterdam Education werk, heb ik me verdiept in onderwijs. Geen toeval, want doordat ik zelf letterlijk van het democratisch onderwijs heb mogen genieten, schuurt het tussen mij en het reguliere onderwijs. En dat is dus al een tijdje.
In het werk heb ik vaak te maken met leiderschaps- en onderwijskwesties. Daar kan ik doorgaans mijn ei kwijt. Supertof, maar ik heb nog nooit heel concreet woorden gegeven aan wat er in mijn optiek als leerling niet klopt binnen het onderwijs en ik vraag me wel eens af of ik de enige ben die deze problemen ervaart op school. In deze tekst ben ik vrij kritisch, zeker vergeleken met de doorsnee student die al geen essentiële vragen meer durft te stellen. Waarschijnlijk omdat hem dat al vroeg is afgeleerd.
In deze tekst ben ik vrij kritisch, zeker vergeleken met de doorsnee student die al geen essentiële vragen meer durft te stellen.''
Begrijp me niet verkeerd, ik heb ongelooflijk veel respect voor leraren en ondersteunend personeel. Voor allemaal. Zij maken onderwijs mogelijk en we moeten ze daarvoor dankbaar zijn. Maar ik zie en ervaar veel dingen die niet lekker gaan en vraag me af of mensen weten hoe het er op school aan toe gaat. Ik probeer in deze brief vanuit mijn eigen ervaring te spreken, met voorbeelden en met theorie. En duidelijk te maken dat het niet gek is dat wij - als leerlingen en studenten - zo ongemotiveerd zijn. Ga er dus maar rustig voor zitten, het is een lang verhaal. Ik hoop dat je het interessant vindt. Daar gaan we.
Ten eerste, twee stukjes belangrijke theorie. Ik ben net klaar met het lezen van ‘We moeten spelen’ van Rob Martens. Het gaat over de brede functie van spel. Spel is meer dan een potje rummikub of mens-erger-je-niet. Spel zit verworven in de mens. Wij gebruiken spel om een niet-echte, veilige situatie te creëren waarin we vaardigheden oefenen. Of eigenlijk waarin we onszelf steeds aanpassen aan een nieuwe situatie (survival of the fittest). Dit is cruciaal voor de ontwikkeling van sociale, emotionele, fysieke vaardigheden. Elke keer dat we iets nieuws leren slaan we dat op in een structuur van informatie, vaardigheden, skills, referentiekaders, cultuur en persoonlijkheid. Spel is ons testparcours.
Door te spelen in die veilige omgeving durven we te laten zien wie we echt zijn. Dit gebeurt wanneer je je ‘verliest’ in het spel. Van deze vrijheid genieten we eindeloos. We proberen in spel nieuwe, gekke dingen uit. Creatieve dingen. Dingen die we nooit zouden proberen als het resultaat beoordeeld zou worden. Wanneer het voor het echie is, dan spelen we opeens safe... Maar als het een spelletje is denk je: ‘fuck it, misschien lukt het wel en anders maakt het niet zoveel uit’. Tijdens spel staat er niet zoveel op het spel! Door te spelen geef je je karakter de ruimte om creatief en vindingrijk te zijn. Zo kom je tot nieuwe inzichten. Spelen is een behoefte die wij als mensen hebben en hangt sterk samen met intrinsieke motivatie en leren.
Als je de psychologische basisbehoeften van mensen van de SDT-theorie erbij pakt, dan zie je het verband al snel. Mensen zijn intrinsiek gemotiveerd als ze tegemoetgekomen worden in je behoefte aan autonomie, relatie (verbintenis) en competentie. Word je in deze voorwaarden niet ondersteund, dan ontstaat er frustratie. Er zijn in de afgelopen veertig jaar talloze onderzoeken geweest waaruit blijkt dat kinderen op school beter presteren als ze niet worden gefrustreerd in deze drie basisbehoeften. Wat mij betreft voegen we de behoefte om te spelen toe aan het lijstje, want ook daarin kan je gefrustreerd worden.
Het blijkt dat kinderen op school beter presteren als ze niet worden gefrustreerd in de drie psychologische basisbehoeften: relatie, autonomie en competentie. Wat mij betreft voegen we de behoefte om te spelen toe aan het lijstje.''
Het is mij vrij duidelijk dat de essentie van spel uit het onderwijs zo goed als verdwenen is, terwijl het een oneindige leerimpuls geeft. En in hoeverre er rekening wordt gehouden met de psychologische basisbehoefte is ook de vraag. Dit geldt voor zowel basis, middelbaar als hoger onderwijs. Met dit pedagogische inzicht in het achterhoofd ga ik nu in op het hbo, omdat je daar ziet wat dat in de afgelopen vijftien jaar tot gevolg heeft.
Volgens het OESO rapport uit 2016 zijn Nederlandse studenten slecht gemotiveerd. Die geluiden kwamen ook voor in het PISA-rapport uit 2009. Berichten die duiden op een slechte mentale gezondheid van jongeren zijn ook al lang bekend. Veel jongeren geven aan meer druk te ervaren. Dit zie je op school terug. Lang niet iedere student steekt zijn kop volledig in het zand, maar het studeren wordt door een grote groep wel met een korreltje zout genomen. En dat is best kwalijk. Ligt het aan de student dat hij het niet serieus neemt? Ligt het aan de school? Ik weet het niet, waarschijnlijk beiden.
Eén ding is zeker: het huidige systeem is zo klinisch dichtgetimmerd dat het frustreert aan onze behoeften. Ruimte om wat aan te kloten is er weinig. Studenten zijn vooral bezig met het ‘halen’ van hun studie, in plaats van ‘echt leren’. Als je er zo naar kijkt, is dat studeren een spelletje op zich geworden, maar wel een heel ander spelletje dan we eigenlijk willen spelen. Ik noem het spel: BEAT THE SYSTEM. In dit spel zitten wat minigames die je dagelijks kan spelen met je leraren. De leraren zijn de scheidsrechters en bepalen of je doorgaat naar het volgende level. Inmiddels heb ik al twee saga’s (basis en middelbaar) uitgespeeld en zit ik vast op de eindbaas van de studie International Business.
Het leuke is dat elk level praktisch hetzelfde in elkaar zit. Iedere student is (intrinsiek) gemotiveerd om te ontdekken hoe de toets in elkaar zit. Ze ontwikkelen een strategie om zo min mogelijk tijd en energie in school te steken, en het toch te halen. Welke dingen je wel of niet moet leren, kan je halen uit de reeks PowerPoints (slechte samenvattingen van het boek). Er zijn altijd een paar onderwerpen die wel in het boek staan, maar die je niet behandelt in de les. Na 15 jaar onderwijs kunnen studenten als geen ander inschatten welke onderwerpen dat zijn. Het is niet de inhoudelijke kennis waardoor wij de toets halen. Het is het soort informatie dat we krijgen waarop we onze leerstrategie bepalen (oefentoetsen, vragen stellen aan leraren, de PowerPoints, het soort toets). Heb je eenmaal door hoe je een toets moet tackelen, dan werkt dat universeel.
Het is niet de inhoudelijke kennis waardoor wij de toets halen. Het is het soort informatie dat we krijgen waarop we onze leerstrategie bepalen.''
Er zijn overigens ook zat studenten die op instructiebasis alles maken en het beoordelingsformulier letterlijk als structuur van hun paper nemen. Waardoor je dorre verslagen krijgt, met oppervlakkige informatie. Ook die mensen spelen met het systeem mee. Hoe je het spel ook speelt, je papiertje wordt er niet meer waard van.
Dan is er ook nog een sociaal spel dat er gespeeld wordt. Namelijk welke relatie ga je aan met een docent? Ik weet dat studenten hier ook zo hun eigen tactieken voor hebben bedacht. Mijn eigen tactiek ga ik nu verklappen: aan het einde van de eerste les, van een nieuwe periode, ga ik naar de leraar toe om drie dingen te doen:
- wat te vragen over de stof,
- over de planning en groepswerk
- en om te regelen dat ik de rest van de hoorcolleges niet meer aanwezig hoef te zijn. (je kan ook gewoon niet komen, maar het is beter als je dit eerst overlegt).
De hoorcolleges zijn vaak PowerPoints die ellendig traag voorgelezen worden. Neem van mij aan: dat kan je ook thuis doen. Sterker nog, dat kan je ook in de laatste week voor de toets doen. Ik laat dus in die eerste les zien dat ik er met de juiste intentie in ga, dat ik zelf verantwoordelijk ben voor mijn leerweg. Is dit valsspelen? Nee hoor, ik ben ook oprecht, ik probeer de leraar er niet bij te naaien of iets. Het is gewoon slim om goodwill op te bouwen en daarvan te profiteren. Het hoort bij het spelletje.
Er wordt ook menig machtsspelletje gespeeld. Bijvoorbeeld dat de verhouding tussen leraar en leerling vanaf het begin al zo scheef staat dat er geen redden meer aan is. Dat je je afvraagt wat jij hem of haar hebt aangedaan. Sommige leraren hebben het idee dat er een duidelijk hiërarchisch verschil moet zijn tussen leraar en leerling. Zij weten het beste hoe wij dit vak onder de knie kunnen krijgen. Daarmee diskwalificeer je direct de student, terwijl wij allemaal andere mensen zijn, met andere interesses, motivaties manieren van leren etc. Zo’n houding kenmerkt zich ook wel door een controlerende stijl van lesgeven.
Uiteraard, de docenten hebben hun expertises, maar behandel ons gewoon als gelijkwaardig professionals. Kan iets niet door de beugel? Regel dat op een volwassen manier en houd de eer aan jezelf. Gelukkig zijn er ook leraren die het machtspelletje niet meespelen en open staan voor suggesties en eigen inbreng. Die meer een coachende rol aannemen. Het gevoel in zo’n klas is ook meteen anders. Zij geven jou het idee dat ze er voor jou zijn.
Ik vraag me af of mijn eigen hogeschool doorheeft hoe nep het eigenlijk is. Hoe weinig het nog om echt leren draait en met hoeveel tegenzin mensen hun studie doorlopen. Ik kan helaas niet in hun agenda kijken, maar ik heb het idee dat de sfeer/schoolcultuur lager scoort dan het slagingspercentage. Anders snap ik helemaal niet waarom dit nog niet aan de orde is gekomen. Misschien neemt de school de situatie wel voor lief, of proberen ze het na jaren nog steeds met extra maatregelen, regels, procedures, leermethodes op te lossen.
Ik vraag me af of mijn eigen hogeschool doorheeft hoe nep het eigenlijk is. Hoe weinig het nog om echt leren draait en met hoeveel tegenzin mensen hun studie doorlopen.''
Niet alles is natuurlijk op ‘het systeem’ af te schuiven. Uiteindelijk gaat het om de cultuur binnen een school. Hoe serieus neemt iedereen het, en hoe uiten ze dit. Leraren en leerlingen kunnen zélf het verschil maken. Hoe kan het dat in de ene klas de leraar totaal niet serieus genomen wordt, terwijl in de andere klas iedereen poeslief en respectvol is. Ik had zo’n fijne lerares. Ondanks dat het vakinhoudelijk niet veel motivatie opriep, vond iedereen haar geweldig. Waarom? Zij maakte nergens een probleem van. Als er wel wat was, dan losten we dat op een volwassen manier op. Zij speelde geen rare spelletjes. Dit is een voorbeeld van een lerares die het snapt.
Niet alle docenten hoeven dezelfde chille vibe te hebben, maar ik zou het wel enorm waarderen als leraren bij de essentie van het leren proberen te blijven. Als ik leraar was zou mijn doel zijn om bewust zoveel mogelijk uit iedere leerling te halen. Ook al zijn ze vooral zelf verantwoordelijk, de leraar moet wel de juiste structuur en vrijheid aanbieden om dit mogelijk te maken. En dat gebeurt niet als een leraar niet zelf boven het systeem gaat staan en vanuit zijn professionaliteit doet wat er nodig is.
Er is één ding, dat ik niet begrijp, wat bij uitstek laat zien hoe nep en zinloos de huidige praktijk is. De leraar bereidt de lessen voor, geeft antwoorden op vragen, probeert de opdracht duidelijk uit te leggen.
Daarna is het aan ons, de studenten. Wij plukken wat bronnen van internet en schrijven daar een stukje tekst over. Of wij schijven eerst een tekst waarin we een punt maken en zoeken daarna een bron die dat lijkt te onderbouwen. Alle stukjes tekst gooien we op een hoop en dat leveren we in.
Dan is de leraar weer aan de beurt. Die kijkt het in meer of mindere mate goed na en geeft feedback op vormaspecten, taalfouten en dergelijke, maar vergeet bijvoorbeeld een mening te vormen over de inhoud. Stel nou dat een leerling dit wel serieus gemaakt heeft, dan doe je hem zwaar te kort. Stel het gaat zoals hierboven beschreven, dan is er niets aan de hand. Wij (de studenten) weten dat we dit zonder al te veel moeite in elkaar hebben gezet, dus we passen die punten aan die de leraar benoemt en klaar is Kees.
Het schriftelijke deel is afgerond en dan komt de presentatie. Meestal worden die de dag zelf nog in elkaar geflanst en staat iedereen met een bek vol tanden voor het digibord. Alles dat je niet weet, kan je omwille van de tijd niet behandelen in je presentatie. Dat werkt altijd. Aan het einde van de presentatie geeft eerst de docent feedback. Dat gaat ongeveer zo: nou uuh, jullie PowerPoint ziet er erg mooi uit. Jullie hebben prima presentatie-skills. Ik heb alleen nog een paar vragen over het onbelangrijke deel.
Als student weet je precies waar je wel of geen antwoord op hebt. Het punt is dat de docenten op dat moment kunnen kiezen welke vraag ze gaan stellen. Als ze willen kunnen ze met één vraag je hele ‘onderzoek’ slopen, maar dat is niet aardig en niet echt de bedoeling van feedback. Dus wat doen ze? Ze vragen niet naar je onderzoeksresultaten, want dat zou te confronterend zijn omdat er niets van klopt. Ze stellen hele simpele vragen die je misschien wel kan beantwoorden. Hoppa, hier heb je een 6 en klaar.
Kijk, je zou zeggen dat leraren dit wel serieus blijven nemen, maar zij spelen het spel net zo goed mee. Ik begin me echt af te vragen wat het doel is van wat we aan het doen zijn. En wat het bijdraagt aan ontwikkeling en vaardigheden. Doen we dit om te werken aan presentatie-skills? Of doen we dit om op een dieper niveau te begrijpen hoe bijvoorbeeld marketing werkt of hoe je een goed onderzoek opzet. Als wij doorhebben dat we het systeem bespelen, dan hebben leraren dat toch ook door? Spelen zij gewoon mee? Wie houdt wie voor de gek?
Ik begin me echt af te vragen wat het doel is van wat we aan het doen zijn. En wat het bijdraagt aan ontwikkeling en vaardigheden.''
Ik ben inmiddels afgedwaald van de theorie en het punt lijkt me duidelijk. Maar wat nu? En wie was er eerder? De kip of het ei? Leraren kunnen beter lesgeven als studenten gemotiveerd zijn of studenten zijn gemotiveerder als leraren ‘beter’ lesgeven. Het is lastig om nu een conclusie te trekken, maar het is goed om een paar dingen te realiseren:
- We hadden nooit zover gekomen zonder dit systeem. We hebben daar nog een paar mooie dingen van geleerd ook: risico-vermijding, efficiënt werken, spelen met goodwill, je eigen plan trekken, niet alles te serieus nemen, etc.
- Dit kippenhok is gebouwd op waarden die vroeger belangrijk voor ons waren. Maar het is tijd om in te zien welk spelletje er nu gespeeld wordt en hoe het leidt tot studenten die hun stageplekken faken, onderzoeksresultaten vervalsen, plagiaat plegen, etc.
- Deze onverschillige cultuur zal niet verbeteren wanneer je zelf niet je verantwoordelijkheid neemt, omdat niemand anders dat doet.
Zonder het zelfdestructieve gedrag van studenten te ontkennen, roep ik leraren op om binnen het systeem te kijken hoe ze de intrinsieke motivatie van studenten kunnen versterken. Vertrouw erop dat als studenten serieus worden genomen, wij ook wel aan de bak gaan. Studenten roep ik op bepaalde aspecten van het systeem voor lief te nemen en bij de volgende opdracht echte verdieping op te zoeken.
Arlan de With is als projectmanager verbonden aan Inspirezzo, een bureau voor organisatieontwikkeling in onderwijs, en aan TEDxAmsterdam Education. Hij volgt op de Hogeschool Utrecht de studie International Business and Management.
Reacties
Connie Oostrom
Helemaal mee eens. Het hele schoolsysteem moet op de schop. Er zijn heel veel leerlingen die op school gedemotiveerd worden. Terwijl de meeste jongeren juist willen ontplooien. Daarnaast krijgen veel lagere scholen nu een continue rooster. Zijn ze om 2 uur uit en gaan nog 4 uur naar de opvang. Waarom moeten dit 2 verschillende instanties zijn. Verander het schoolsysteem en leer kinderen ook weer praktische dagelijkse praktijk dingen. Er is zoveel jeugd die nog nooit gekookt, gestreken, getimmerd etc.heeft.
Martin
Eens met heel veel van wat hier geschreven is maar... Ik mis hier volledig de rol van het management. Natuurlijk kun je van onderaf proberen dingen te veranderen en als docent heb je ook de plicht om kritisch en professioneel naar je eigen functioneren te kijken. Maar zolang politiek, onderwijsinspectie en management gedreven door publieke opinie (curling ouders om maar wat te noemen) en sociale media schandpalen niet (durven) meebewegen blijven er een aantal roependen in de woestijn en verandert het 'systeem' niet snel genoeg.
Jeanette Pols
Goed verwoord en o zo herkenbaar! Dit spel wordt inderdaad al heel lang gespeeld. Mooi dat jij hier de juiste woorden aan geeft. Dank je wel!
Jan Bransen
Mooie, pijnlijke beschrijving van het toneelstuk waarin docenten en studenten elkaar in de klem houden, omdat wij met zijn allen maar blijven geloven dat een zo lang mogelijk opgerekte onderwijsloopbaan nodig is om kans te hebben op een geslaagd leven. Ik schrijf erover in *Gevormd of vervormd?* en betoog daar dat het na het middelbaar onderwijs wel mooi genoeg is geweest.
Hup, aan het werk! En kom dan tijdens het werk maar weer terug naar het onderwijs, in een duaal traject: werken en leren tegelijk. Want het hoger onderwijs zoals jij het beschrijft is niet veel meer dan uitgestelde jeugdwerkloosheid, is het veel te lang vasthouden van jonge, slimme en enthousiaste mensen in een treurige wachtkamer waarin alle plezier in leren langzaam verdampt.
Neem je verantwoordelijkheid. En geef verantwoordelijkheid. Doe iets zinnigs, iets waarvoor je staat en waarvoor je kunt gaan!
Daarmee begint het. Voor iedereen.
rob martens
Ik ben het hiermee eens. Ik heb zelf lang onderwijs gegeven aan het WO en daar was de houding waarin we de studenten getraind hadden er ook een van 'vertel me maar wat ik moet doen'. 'Is dit verplicht?' 'Hoeveel studiepunten zijn dit? Terwijl als je ruimte geeft er meestal blijkt dat er wel heel veel echte interesse is. Maar dat voortdurend wegdrukken of uitschakelen is niet wat we zouden moeten doen.
Marik
Wat een ware en gave woord Ar!
Jacqueline van Ewijk
Fijn dit soort geluiden. Ik hoop dat veel meer (oud)leerlingen De pen pakken en hun ervaringen delen. Het gekke is dat we allemaal leerling zijn geweest en bijna iedereen aan het spel mee blijft doen. Dank voor je verhaal.
Károly Varga
Beste Arlan. Als docent lees ik met een lach op mijn gezicht jouw stuk. Je noemt in jouw stuk een aantal het 'het systeem' en dat is één van de punten waar de verandering kan beginnen. Door naar het systeem te durven kijken en er kritische vragen over te stellen kan het systeem in beweging komen. Dus hoe meer mensen de verantwoordelijkheid nemen er naar te kijken hoe groter de kans dat het systeem gaat veranderen. We doen veel dingen omdat we ze zo doen, omdat het ons ooit zo is geleerd én omdat ons veel te weinig is geleerd om vragen vragen te stellen, om te checken voor jezelf of het wel klopt. Ik herken vanuit mijn werk het motivatie probleem dat jij benoemt. Studenten maken de opdracht voor de docent, volgens zijn eisen. Is dat wat we beogen met ons onderwijs? Is dat ons doen? We leven via regels en ik geloof dat we ons doel voorbij zijn. Ik hoop dat meer docenten zich af gaan vragen wat we beogen met ons onderwijs, dat we naast de studenten gaan staan om te luisteren naar wat zij nodig hebben om te komen tot leren. Ruimte om te mogen leren en om fouten te mogen maken. Geen vinklijsten afwerken... Door twijfels over het huidige systeem uit te spreken en er vragen over te stellen, zoals jij nu doet, kan je anderen aansteken. Hoe meer mensen het doen... hoe sneller er verandering tot stand kan komen. Vandaag zei mijn zoontje 'mama... als er nou meer kinderen zoals ik zouden zijn dan zouden ze de school misschien aanpassen'. Zeven jaar... onderwijs gaat over ontplooien en niet over in een vorm duwen zoals nu vaak gebeurd. Ik hoop dat jouw stuk nog velen aanzet tot reflectie! Warme groet Károly
Ellen van der Eerden
Super interessant!
Margo Bruins
Wat een mooi stuk Arlan!