Brief
15 oktober 2018
Mirjam Lefevere stuurde ons spontaan een mail. 'Je hebt van die momenten, dan ben je thuis en laat je de afgelopen dag nog eens aan je voorbij gaan. En dan, dan besef je dat je een grote fout gemaakt hebt. Dat je een mond vol hebt als het gaat over pedagogisch tact, maar dat je soms zelf alles doet, behalve dat wat goed is. Ik heb een brief geschreven, waarin ik mijn fout bespreekbaar maak. En reken maar dat ik, wanneer het weekend voorbij is, ik deze brief ook daadwerkelijk ga geven.' Wij mogen de brief delen én de reactie van het kind, toen ze deze las.
Lief kind,
Ik heb een fout gemaakt.
Nu hoor ik je denken, zo erg is dat toch niet. Je zegt zelf dat we allemaal fouten maken en dat we van fouten leren. Dus jij mag ook fouten maken juf. En dat is heel lief van jou en dat is ook precies wat ik je graag wil leren, maar ik heb een fout gemaakt die ik niet had mogen maken.
Ik heb jou uit de klas gezet. En daar ook nog eens bij gezegd dat het jouw eigen keus is. Dus eigenlijk heb ik twee fouten gemaakt. Ik had je nooit de klas uit mogen zetten. Want jij hoort erbij. Ik mag jou niet buitensluiten. Ook niet als jouw gedrag mij irriteert. Daarbij heb ik gezegd dat het een keus is, dat je zelf mag kiezen of je bij mij in de klas iets wilt leren of niet. Dat er wel gevolgen zijn wanneer je ervoor kiest om niet mee te doen, maar dat het toch een keuze is. Dat is geen keuze. Want als jij de keuze had, dan was je allang gestopt met dat gedrag. Bovendien wilde je wel degelijk meedoen en iets leren. Maar daar zit nou net het punt, het is voor jou zo moeilijk en dus als jij je best doet om op te letten en mee te doen bekruipt daar tegelijkertijd jou de angst, want uit ervaring is gebleken dat het niet altijd lukt om het te leren.
Het is dan ook niet jouw gedrag wat mij irriteert, maar mijn eigen onvermogen. Want ik probeer jou al zolang te leren dat het niet geeft als het niet lukt, zelfs niet als het nooit zou lukken. En dat, dat geeft juist wel. Het ligt dus niet aan jou, lief kind, maar aan mij. En als er iemand uit de klas gezet had moeten worden, dan ben ik dat.
Het spijt mij.
Wil je morgen met mij opnieuw proberen iets te leren. Samen iets leren.
Misschien kan jij mij leren hoe ik jou moet leren om te gaan met alle nieuwe rekensommen. Hoe ik jou kan laten geloven in jezelf. Want ik, ik geloof in jou. Maar ik heb jou misschien nog wel harden nodig om te leren dan jij mij.
Vandaag dan maar direct met de billen bloot. Mijn leerling mijn brief laten lezen. Ze leest en kijkt mij tussen het lezen door af en toe aan, met een blik van: jij bent niet goed wijs.
'Begrijp je wat ik geschreven heb?' vraag ik haar. 'Best lastige zinnen hè?'
'Ja', zegt ze. Ik vraag haar of ze nog weet dat ik haar de klas uit stuurde en waarom. Dat weet ze.
Ik zeg haar dat ik dat nooit meer mag doen, maar dat ik samen met haar op zoek moet naar een manier waarop ze de stof aan kan gaan pakken zonder steeds door de klas te roepen dat ze het toch niet snapt. 'Oke', zegt ze heel droog. En ze kijkt mij lang in de ogen. Ze knipoogt nog net niet. Ze kent mij ook al wat langer en vindt dat ik te veel woorden gebruik, maar ze weet dat ik van haar hou.
Dan vraag ik haar of zij studiemaatje wil worden. Nog niet zo lang geleden heeft ze bij toeval een jongetje geholpen met rekenen die net als zij ook zo veel last heeft van wiebels. Dat jongetje had tegen mij gezegd, nou toen dat meisje mij hielp toen wist ik het. Dat vindt mijn leerling leuk om te horen. Samen gaan we de jongeman halen en doen hem een voorstel. Hij blij, zij blij en dus ik blij. Weer wat geleerd.
Mirjam Lefevere werkt op een basischool in Spijkenisse. Momenteel ontwikkelt ze daar unitonderwijs en begeleidt ze leerlingen.
Reacties