Boekbespreking: Woorden, waarden, werkelijkheid
19 december 2022
“Door de waarden houden we voor ogen wat we willen bereiken en wat belangrijk is op de weg ernaar toe. Het gesprek erover kan confronterend zijn , maar moet toch gevoerd worden en telkens weer. De keuzes in de scholen kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor kinderen, jong volwassenen en de wereld om hen heen’, schrijft Inge Andersen, een van de auteurs en redacteur van het boek “Woorden, Waarden en Werkelijkheid- Leidinggeven aan Waardengericht werken in scholen” in de inleiding op dit boek. Rikie van Blijswijk las het en schrijft erover. “Het team en de schoolleider moeten goede keuzes maken en dat is dus altijd verbonden met de pedagogische en maatschappelijke opdracht van de school”.
Onder redactie van Inge Andersen, Lisette Uiterwijk-Luijk en Kees van der Vloed hebben zeven andere auteurs ook hoofdstukken geschreven in het boek “Woorden, Waarden en Werkelijkheid”. Het boek is tot stand gekomen op basis van onderzoeken uitgevoerd door de Kenniskring van het lectoraat Leiderschap in het onderwijs van Penta Nova, opleiding voor schoolleiders, met als thema “Waardengericht onderwijs”. In de praktijk formuleren veel teams namelijk kernwaarden als leidraad voor betrokkenheid, innovatie en schoolontwikkeling. Door de formulering ervan is niemand ertegen, maar de auteurs zien vaker een handelingsverlegenheid bij schoolleiders en/of bestuursleden om die kernwaarden ook daadwerkelijk in de praktijk te brengen, waarmee ze doorleefd en zichtbaar worden. Dit boek wil daarbij behulpzaam zijn. Na elk hoofdstuk volgt een paragraaf over toepassing in de praktijk, met goede en overzichtelijke suggesties voor de schoolleider en het team.
Wat waarden laten zien
In het eerste hoofdstuk wordt een begripsbepaling van het woord “waarden” verkend. Scholen willen zich onderscheiden met termen als veiligheid, samenwerken, talentontplooiing of burgerschap. Deze kernwaarden zijn echter zo algemeen dat niemand er op tegen is, noch kunnen ze als educatieve doelstelling worden ingezet. Er zijn persoonlijke waarden en waarden waar je voor staat als organisatie. Deze collectieve waarden in een organisatie worden gezien als een belangrijke succesfactor bij innovaties. Het lectoraat “Leiderschap in het onderwijs” definieert waarden als volgt: ‘Waarden zijn persoonlijke of collectieve concepten over een nagestreefde toestand of gedragswijze, die specifieke situaties overstijgen en richting geven aan de keuze of evaluatie van gedrag, processen en gebeurtenissen’.
De auteurs bevelen een schoolleider aan het gesprek over de waarden levend te houden en de norm (regels) en vorm (protocollen) te beschrijven, zodat de waarden zichtbaar worden in een gezamenlijke praktijk. De schrijvers bieden daarvoor een toepassing in de praktijk met oefeningen om begrippen als waarden, normen en vormen scherper te krijgen.
Werken met waarden
Om gedeelde waarden zichtbaar te maken en het handelen op elkaar af te stemmen is waardengericht leiderschap onmisbaar, waarbij het gaat om vier dimensies:
- Weten wie je bent en waar je voor staat; dat vraagt om congruent handelen. Dat doet de schoolleider nooit alleen. Hij stimuleert dat anderen ook hun waarden en hun handelen aan elkaar verbinden. Hij vervult daarin wel een voorbeeldrol en congruentie maakt een leider waarachtig door persoonlijke waarden te verbinden aan actuele thema’s en te oefenen met handelen daarin. Schoolleiders lijken het moeilijk te vinden, schrijven de auteurs, om persoonlijke ontwikkelingsdoelen daarin voor zichzelf te formuleren.
- Verbinding via waardengerichte acties, waardoor professionals komen tot gedeelde betekenisgeving. Om met elkaar tot goede ideeën te komen, zijn verschillende opvattingen tussen teamleden nodig, want anders is er geen interactie. Ook moeten er genoeg overeenkomsten zijn, want anders kunnen de krachten niet gebundeld worden. In het boek wordt opgemerkt dat in teams veel over de hoe-vraag gesproken wordt, waardoor er (nog) minder tijd is voor dialoog, gezamenlijke afwegingen en reflecties. Dat zijn nou juist de waardengerichte interacties die de missie verbinden aan de visie. De schoolleider is een stimulator om daarvoor tijd vrij te maken.
- Waarden worden in praktijk gebracht door waardengerichte interacties, die altijd verbonden zijn met praktijksituaties. Uit deze gesprekken ontstaan collectieve waarden en betekenissen op basis waarvan bewuste keuzes gemaakt kunnen worden. De waarden worden daarmee het kompas van de organisatie.
- Tenslotte ben je van waarde voor jouw omgeving. Datgene wat gebeurt in de school en het gegeven onderwijs moeten van waarde zijn voor de stakeholders, de gemeenschap en de brede maatschappij.
Dit onderscheid in verschillende dimensies maakt het mogelijk te analyseren waar en hoe in de organisatie waarden een rol spelen. In het boek worden ook afstemmingsvormen beschreven. In ideale zin is er in de praktijk afstemming tussen waarden en handelen, zowel op individueel als op organisatieniveau. De auteurs hebben een Vierkwadrantenmodel ontwikkeld dat een gesprek daarover mogelijk maakt en dat inzicht geeft hoe het er bij jou in het team voor staat. Het is geen ingewikkeld model, maar uit ervaring kan ik zeggen dat het bespreken met elkaar van de eigen waarden en de mate van verbondenheid met de waarden van de school met behulp van dit model inspirerend is en waarden als thema ineens boeiend worden.
Hoe je tegen verschillende veranderonderwerpen in jouw school aankijkt wordt bepaald door jouw referentiekader, door jouw persoonlijke geschiedenis van opvoeden en ervaring
Weten wie je bent en waar je voor staat
Hoe je tegen verschillende veranderonderwerpen in jouw school aankijkt wordt bepaald door jouw referentiekader, door jouw persoonlijke geschiedenis van opvoeden en ervaring. Dat is immers de bril waardoor jij kijkt. Soms is dat uitgesproken, soms is dat een blinde vlek. Dit geeft richting aan jouw denken en handelen, maar verandert ook door interacties.
- Jouw professioneel zelfverstaan (Kelchtermans) is een samenspel van hoe jij jezelf als professional ziet, jouw zelfbeeld en persoonlijk referentiekader en jouw zelfvertrouwen over hoe goed jij je werk doet. Het heeft te maken met jouw taakmotivatie en toekomstperspectief: welke nieuwe mogelijkheden zie je zelf?
- Met subjectieve praktijktheorie wordt het persoonlijk systeem van kennis en opvattingen over onderwijs en leiderschap bedoeld dat mensen gebruiken bij het uitoefenen van hun werk. Het is belangrijk de praktijktheorie expliciet te maken, waardoor anderen door vragen stellen en door tegenargumenten bijdragen aan de geldigheid van de subjectieve theorie.
Op basis van dit alles maak je keuzes en tegelijkertijd valt niet alles te plannen/te voorspellen. Uit onderzoek blijkt dat diepe, brede en systematische reflecties bijdragen aan het verbeteren van het eigen handelen én het gezamenlijk reflecteren in interactie met anderen. Daardoor worden verschillen overbrugd in teams en ontstaan gedeelde waarden.
Schoolleiders, zo vervolgen de auteurs, hebben een duidelijke verantwoordelijkheid, omdat ze besluiten nemen voor leerlingen en voor leraren. Alleen als ze zichzelf verstaan kunnen zij rolmodel zijn, richting geven aan waar ze naar toe willen, eigen afwegingen maken en zich inleven in de ander. Doordat de schoolleider zijn eigen dilemma’s en overwegingen kent en bespreekt, nodigt hij ook anderen uit om dat te doen.
De opdracht aan schoolleiders is dan ook de eigen biografie, drijfveren, blinde vlekken en zwakheden te leren kennen. Door open te staan voor feedback, toegankelijk en kwetsbaar durven te zijn wordt de schoolleider betrouwbaar in en buiten de school en kan hij dienstbaar zijn vanuit de pedagogische en maatschappelijke opdracht van de school. Dat is een veeleisende taak, die complex en dynamisch is en waarvoor lef nodig is om op basis van waarden te durven handelen.
Door open te staan voor feedback, toegankelijk en kwetsbaar durven te zijn wordt de schoolleider betrouwbaar in en buiten de school en kan hij dienstbaar zijn vanuit de pedagogische en maatschappelijke opdracht van de school.
Wat als er botsende waarden zijn?
Als collega’s in het team elkaar niet goed begrijpen, ontstaan botsingen. Dan worden waarden uitvergroot, gaat men zich distantiëren en ontstaat er onverschilligheid. Het wordt tijd voor de schoolleider om op zoek te gaan naar de kansen, en de plek der moeite op te zoeken. Het allereerste wat te doen staat is te ontdekken wat de aanleidingen zijn voor de botsingen. Strijden waarden om voorrang (vgl. duurzaamheid vs. samen leren) of is het handelen losgekomen van waarden? Of zijn er wel gedeelde waarden maar is er verschillend gedrag te zien? Mogelijk is er een ontbrekende afstemming op verschillende niveaus.
Als het gaat om het begrip “autonomie” kan gezamenlijk de betekenissen ervan onderzocht worden, met ouders en leerlingen erbij, aan de hand van vragen als
- Wat willen we de leerlingen zien doen?
- Wat vraagt dat van het handelen van de leraar?
- Welke randvoorwaarden zijn nodig?
Op deze manier wordt op basis van waarden geprofessionaliseerd. Zo’n team bouwt aan een krachtige leeromgeving en afstemming op alle niveaus, zowel persoonlijk als organisatorisch.
Waardengerichte interacties zijn gezamenlijke reflecties op de schoolpraktijk in relatie tot waarden. Dat is een pendel tussen persoonlijke en collectieve waarden en de betekenissen ervan voor het dagelijkse werk in en om de school.
Centraal staat daarin de vraag of de dingen die we altijd al doen nog steeds passen bij wat we willen om verbinding te maken met de bedoeling van nu.
Daarvoor heeft de schoolleider nodig:
- Alertheid voor wat elke dag aanleiding kan zijn voor een goed gesprek
- Veel oefenen voor een goed gesprek
- Open vragen
- Concrete onderwerpen
- Moed om te vertragen
- Het perspectief van de ander innemen
- Balans tussen openheid en richting geven
Waarden in de praktijk brengen
Voor het realiseren van verbetering en vernieuwing in de praktijk zijn exploitatie (= borgen van nieuwe ideeën en integratie in bestaande kaders) en exploratie (= outside the box denken) nodig. Dat staat op gespannen voet met elkaar, want voor exploratie is het nodig om los te komen van regels en bij exploitatie juist het volgen van regels. Om voor bewegingen te zorgen zijn communicatie en reflectie essentieel. Er zijn naast formele interacties ook informele interacties nodig om leraren de kans te geven elkaar te ontmoeten, samen te werken en uit te wisselen. Het is opnieuw de schoolleider die richting geeft aan deze waardengerichte reis.
Er zijn naast formele interacties ook informele interacties nodig om leraren de kans te geven elkaar te ontmoeten, samen te werken en uit te wisselen.
Van waarde zijn in je omgeving
De schoolleider heeft steeds meer rollen. Hij is onderwijskundig leider, cultuurbouwer, verandermanager en inspirator. Ook heeft hij te maken met veel en verschillende contexten. Denk daarbij aan de eigen omgeving en de biografie van de leraar, de cultuur van de school, van de ouders, de community, de regionale en de maatschappelijke context. Schoolbesturen, professionele leergemeenschappen en samenwerkingsverbanden zijn tenslotte ondersteunende contexten. De schoolleider heeft ook nog te maken met landelijk beleid en inspectiekaders. Het team en de schoolleider moeten dus goede keuzes maken en die zijn altijd verbonden met de pedagogische en maatschappelijke opdracht van de school.
Het is vooral weer de schoolleider die tot taak heeft dicht bij de opdracht te blijven zonder dat kwaliteitsdenken de overhand krijgt. Scholen die hun waarden afstemmen op hun omgeving bouwen aan een duurzame toekomst voor de school en maatschappij. Ten slotte, zo stellen de auteurs, is met waarden werken altijd uitkijken naar twee kanten: vanuit welke waarden willen wij werken en welke waarden streven wij na?
Leidinggeven aan waardengericht werken in scholen
De ondertitel van het boek bracht ik in praktijk, want vlak na het lezen gaf ik een workshop aan zo’n 16 schoolleiders over het pedagogische klimaat. Ik startte met de persoonlijke waarden om vervolgens de waarden van de missie van de scholen daaraan te verbinden. Daarvoor gebruikte ik het Vierkwadrantenmodel. De directeuren kregen er plezier in om hun waarden zelf te onderzoeken en in kaart te brengen. Wat moeilijk en saai leek, werd ineens leuk en boeiend. En zoals ik al eerder opmerkte in dit artikel werd het een inspirerende bijeenkomst die de schoolleiders in hun eigen school en met hun eigen team wilden voortzetten.
Dat is denk ik de kracht van dit boek. Iets wat ongrijpbaar lijkt, woorden en waarden en woorden over waarden, die deels zichtbaar en deels onzichtbaar zijn en zelfs voor de eigenaar niet altijd even helder, om daarover zinvol en open over te praten. Dat gaf energie. Het boek “Woorden, waarden en werkelijkheid” geeft met heldere taal en goede praktijksuggesties richting aan zo’n broodnodig gesprek. Hiermee krijgt de pedagogische en maatschappelijke opdracht handen en voeten in de praktijk van alledag en daar worden het kind, de leraar, de schoolleider en de wereld alleen maar beter van.
Reacties