Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Bas en zijn ADD: misschien heb ik al wel genoeg, of juist te veel gedaan

6 november 2017

Lykele Nijmeijer was docent van Bas, een blonde jongen met een slungelig lijf, die op zittenblijven stond in havo 4 en daar bovenop nog de diagnose ADD kreeg. Lykele, die zelf ooit de diagnose ADHD kreeg, ging in gesprek met Bas en zijn vader en vond een opening bij hem. Iets waar ze toen trots op was, maar waar ze zich nu wel eens schuldig over voelt. Hoe dat zit, lees je hier.

Bas, blonde jongen met je slungelige lijf, ben je nu boos op mij, of ben je juist blij? Toen ik in gesprek ging met jou, vond jij dat heel bijzonder: eindelijk iemand die jou begreep! Eindelijk iemand die niet met het vingertje naar jou wees, maar iemand die door middel van het stellen van enkele vragen liet zien dat ze wist wat zich binnenin jou afspeelde. Iemand die er niet vanuit ging dat jij uit opstandigheid niet kwam opdagen, maar omdat je de afspraken echt vergat, keer op keer! Ik vond een opening bij jou, terwijl anderen jou ongemotiveerd en lui vonden. Toen was ik daar trots op, maar nu voel ik me daar ook wel eens schuldig over.

Bas begon voor de tweede keer aan havo 4. Ik werkte nog maar net op de betreffende locatie. Eigenlijk moest ik mij dus nog ‘bewijzen’. Toch werd in overleg met Bas en de toenmalige mentor al snel door de teamleider besloten dat ik zijn nieuwe mentor werd. Nadat ik die opening bij Bas had gevonden, raakte ik ook met zijn vader in gesprek. Ook hij vond het een openbaring dat er eens een docent was die niet preekte en mopperde en eiste dat Bas zijn gedrag aan zou passen, maar die echt luisterde naar zijn zoon en zich zelfs in hem herkende. Hoewel ik twijfelde -ook door gesprekken die ik met collega’s voerde- wat wijsheid was, vertelde ik hen dat ik sinds mijn tweeëndertigste weet dat ik ADHD heb. De officiële diagnose kreeg ik pas op mijn zesendertigste.

Bas en zijn vader vroegen me naar mijn ervaringen. Ze vroegen of ik medicatie gebruikte en of Bas die ook zou moeten gebruiken als bleek dat hij een ontwikkelingsstoornis zou hebben. Ik beantwoordde alles naar eerlijkheid: het was voor mij fijn om eindelijk te snappen waarom ik ben wie ik ben, om herkenning te vinden in verhalen van anderen, maar over het medicijngebruik was ik niet onverdeeld enthousiast: ja, het voelde soms alsof ik vleugeltjes kreeg en tot prestaties kwam, waar ik nooit eerder toe in staat was, maar het bracht ook bijwerkingen met zich mee.

Niet alleen ik heb een diagnose: mijn oudste zoon heeft ADHD en ik heb er nog eentje met ADHD en MCDD. Ook als moeder kon ik dus mijn ervaringen delen met Bas en zijn vader. Ik vertelde dat ouders uiteindelijk zelf de baas zijn: ook al adviseert een deskundige medicatie, jij als ouder bepaalt of je het recept aanneemt en of je je kind het medicijn laat gebruiken. De stap naar de GGZ betekent dus niet automatisch een stap naar medicijngebruik, maar wel een naar meer duidelijkheid!

Bas' ouders hebben toen besloten om die stap te zetten. Ze vonden het traject van onderzoeken en gesprekken zwaar, maar uiteindelijk waren ze erg opgelucht toen er een antwoord kwam op de problemen waar Bas al jaren tegenaan liep: hij kreeg de diagnose ADD. De keuze voor medicatie werd gemaakt: kortwerkende methylfenidaat, in de volksmond beter bekend onder de merknaam Ritalin. Ik schrok wel van de dosering: binnen no-time werd er opgebouwd van 5 mg. naar 20 mg. per keer en dat drie keer per dag.

Een tijd lang heb ik gedacht dat ik er goed aan had gedaan. Bas stond eigenlijk op blijven zitten en zou naar het mbo moeten, omdat hij al havo 4 al eens gedaan had. De diagnose was echter pas laat in het schooljaar gesteld, Bas was nog maar kortgeleden met de medicatie gestart en we zagen verbetering in zijn leerhouding en cijfers. Daarom hebben we hem toch besproken en stemden we hem over naar havo 5. Ik was erg blij met de kans die Bas kreeg.

Intussen ging het met mijzelf bergafwaarts: door mijn privésituatie -mijn huwelijk strandde op heftige wijze- in combinatie met mijn werk en mijn masterstudie, kon ik mijn hoofd nauwelijks boven water houden. De medicatie was voor mij geen hulpmiddel meer om mijn werk beter te structureren, maar om op de been te blijven. Als je jezelf overeind houdt met medicatie, en niet naar je lichaam luistert, dan ga je over je grenzen heen. Dan wacht de afgrond en raak je keihard de bodem!

Uiteindelijk ben ik tien maanden uit de roulatie geweest. In de tussentijd ben ik gescheiden. Ik was een verschrikkelijke moeder voor mijn kinderen in die tijd en met mijn fysieke gezondheid ging het ook slecht. Langzaamaan krabbelde ik weer overeind. Het heeft tijd gekost om alles weer enigszins op orde te krijgen, zowel fysiek, psychisch als praktisch. Ik ben toen resoluut gestopt met de medicatie: ik gaf de medicijnen er de schuld van dat ik mijn grenzen niet goed had aangevoeld.

In die tijd werd ook het bestaan van de diagnose AD(H)D ter discussie gesteld: het aantal diagnoses dat gesteld werd, rees de pan uit. De stoornis zou volgens veel mensen bedacht zijn om luie moeders en juffen te ontlasten. Een psychiater bekende op zijn sterfbed dat hij ADHD bedacht had en dat de farmaceutische industrie daar als een ware geldwolf gretig gebruik van maakte, ondertussen onschuldige prooitjes verslindend. Ook leerde ik dat sommige van mijn karaktertrekken die ik sinds mijn diagnose weet aan de ADHD, misschien toch ook wel hun oorsprong in mijn jeugd zouden kunnen hebben.

Natuurlijk was ik toen vooral met mijzelf en mijn gezin bezig en minder met Bas, maar toch dacht ik af en toe met een groot schuldgevoel aan hem: waar ik voorheen nog in het verdedigende kamp zat ten aanzien van de diagnose en het medicijngebruik, begon ik er nu ernstig aan te twijfelen of de stoornis überhaupt wel bestaansrecht had. Ik ontwikkelde sowieso een aversie tegen de procedure die de GGZ hanteert: medicatie als voorkeursoplossing aanbieden wanneer de diagnose AD(H)D gesteld is. Ik begon dus ook te betwijfelen of het wel zo goed was geweest, om mij destijds op te werpen als mentor van Bas en of ik, door mijn verhalen met hem te delen, niet meer kwaad dan goed had gedaan!

Van het ene uiterste ging ik naar het andere. Zoals het echter zo vaak bij mij gaat, ben ik uiteindelijk in het gematigde midden uitgekomen. Ik vergelijk mijzelf weleens met een tuimelpoppetje: eerst schommel ik heel hard van de ene kant naar de andere kant, maar uiteindelijk kom ik wat meer tot rust in die gulden middenweg. Zo ook deze keer: ik heb ontdekt dat ik zonder medicijnen toch ook niet helemaal functioneer zoals ik het graag zou willen, dus voorzichtig ben ik toch weer met een hele lage dosering begonnen. Daarbij luister ik nu goed naar mijn lijf en probeer ik mijn grenzen in de gaten te houden.

Soms denk ik nog aan Bas. Destijds kreeg ik aan het eind van het schooljaar een bloemetje en een flesje wijn van hem en zijn vader, om mij te bedanken. Hoe denken zij nu over het traject dat zij toen hebben afgelegd? Hoe is het Bas vergaan met zijn medicijngebruik? Is hij daar verstandig mee omgegaan? Gebruikt hij het nog? Soms zou ik wel even contact willen zoeken om dat te vragen, maar misschien heb ik al wel genoeg, of juist te veel gedaan. Ik moet hen maar gewoon met rust laten en Bas zijn eigen pad laten volgen. Misschien had ik dat toen al moeten doen…

Lykele Nijmeijer is docente op het Commanderij College Gemert en moeder van drie kinderen

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief