‘Alles in mij schreeuwde: nee, ik houd niet van veranderen!’
17 juli 2019
Midden in het Westland, omgeven door kassen, staat Montessorischool Naaldwijk met een bijzonder verhaal. Vanaf 9 juli 2019 hangt er een bordje bij de voordeur van de Nederlandse Montessori Vereniging. De bevestiging in april jl. door de visitatiecommissie dat ze voldoen aan de erkenningscriteria is een knappe prestatie, aangezien ze in 2011 nog de reguliere basisschool Speelleerhorst was, ressorterend onder De Westlandse Stichting Katholiek Onderwijs (WSKO) Het komt niet vaak voor dat een solide basisschool haar concept drastisch wijzigt. Femke de Groot, leraar aan de school, blikt met Rikie van Blijswijk terug op deze intensieve periode en vertelt over het waarom en waartoe van deze omschakeling.
Femke de Groot werkt sinds 2001 op deze school als leraar, ict-coördinator, coöperatief begeleider, Intern Begeleider, adjunct-directeur en waarnemend directeur.
‘Het was een klassikale school, zonder combinatiegroepen met de methode als leidraad. De parels waren de portfolio’s en de ouder/kind gesprekken. Kinderen knipten hun bewijswerk uit hun schriften om hun ontwikkelingsproces te laten zien aan hun ouders. Leerkrachten gaven geen cijfers, maar schreven verhalen over de ontwikkeling van het kind, zodat die voor ouders en kind inzichtelijk waren. Het kind zat bij het oudergesprek, om het meer bij het leerproces te betrekken. In die tijd best vooruitstrevend.’
De school etaleerde zich ook als coöperatieve school. Terugblikkend zegt ze: ‘Als je nergens voor staat, val je voor alles.’
Rustig en solide
WSKO voorzag echter dat het belangstellingscijfer terug zou lopen door de verwachte vergrijzing in de wijk. Ook wilde men een school met een onderscheidend concept in de stichting, die regionaal leerlingen zou aantrekken. Het bestuur kondigde aan dat de Speelleerhorst een Montessorischool moest worden. ’Dat brengt weer nieuw elan in ieders professionele leven’, werd erbij gezegd.
Femke voelde dat heel anders: ‘Alles in mij schreeuwde ‘nee’. Natuurlijk, een nieuw team is super en ik was best gemotiveerd, maar voelde ook veel twijfel en zorgen over hoe ik dat moest doen! Ik, die niet van veranderen hou! Diep vanbinnen hoorde ik ook die stem die ‘ja’ zei en er volledig voor wilde gaan. Ik wist dat ik daarvoor echt dicht bij mijzelf moest komen, voordat ik dat in volle overtuiging kon doen.’
Ook haar collega’s stoeiden met het verlangen naar iets nieuws en een driejarige studie aangaan versus houden wat je hebt en weten waar je aan toe bent.
Geraakt door Maria Montessori
‘De pedagogiek van Maria Montessori raakte mij toen al en raakt mij nog steeds. Vooral de zin ‘Help mij het zelf te doen’. Zoals een peuter die zelf voor het eerst zijn rits dicht doet. Dat grootse gevoel dat op zo’n gezichtje kan verschijnen! De eerste keer dat ik een Montessorischool binnenliep, had ik kippenvel. Kinderen waren er echt zelf aan het werk. De leerkracht/leraar was de begeleider van de kinderen. Het is een kwestie van er anders naar kijken’, zegt Femke nu.
Uiteindelijk verliet een aantal collega’s de school en bleef een groep mensen die zich volledig wilden inzetten voor de spannende omvorming naar een Montessorischool.
Ruimte krijgen en nemen
‘Wij kregen alle ruimte van het bestuur om ons onderwijs opnieuw uit te vinden en in te richten. Daarmee kom je onmiddellijk bij jouw eigen overtuigingen ofwel bij de vragen van het model van Bateson. Die periode is allesbepalend geweest. Niemand van ons team had de waarheid in pacht. We waren met elkaar op zoek naar hoe en wat en vooral naar houvast. We mochten fouten maken en de gezamenlijke reflectie was een ‘must’. Dat uitproberen leverde ons zowel als individuele leraar en als team veel energie op.’
De begeleiding was in handen van het Thomas More maatwerktraject, waar het team ook de Montessori-opleiding volgde. ‘We leerden de theorie, maar vooral ook de pedagogiek waarbij het observeren van leerlingen het vertrekpunt is. Terwijl we op de Speelleerhorst gewend waren om "bediende" te zijn van de leerlingen ("we grepen in voordat er iets aan de hand was"), werd ons nu geleerd om vooral te kijken en af te wachten wat kinderen doen en hoe ze zich ontwikkelden. Kinderen op de school waren echter van ons anders gewend en wij, de leraren werden, achteraf gezien, ook gepamperd. er waren namelijk geen methodes meer waarop we ons konden baseren. We moesten het nu zelf doen. We werden innovatief creatief, we gingen uit van ons gevoel, vanuit tact en we speelden met het leren. Dit frivole onderwijs kende wel een ondergrens… de eindscore van onze groep 8 moest goed zijn.’
Op zoek naar evenwicht
‘We vlochten ons nieuwe onderwijs in de solide organisatie die we van oudsher hadden opgebouwd. In eerste instantie daalden de leerresultaten, maar de zelfredzaamheid en het gedrag van de kinderen verbeterden substantieel. De Inspectie van het Onderwijs verlangde echter, hoewel haaks op het Montessori-concept, ook van ons groepsplannen. Dat vroeg extra inspanningen om enerzijds tegemoet te komen aan het onderwijsbeleid en anderzijds de eigen schoolontwikkeling volgens plan uit te voeren. Het heeft lang geduurd voordat we het inzicht verworven dat het bij de Inspectie om meetbare prestaties ging en we het evenwicht daarin hervonden. Nu zitten we in rustiger vaarwater en kunnen we dat, wat we gezamenlijk waardevol vinden, doorontwikkelen.’
‘Sinds 2012 zijn de Montessori-materialen volwaardig ingezet in ons onderwijs. Elk teamlid moest deze materialen leren kennen, evenals de lesjes die werden aangeboden aan kleine groepjes, terwijl de andere kinderen zelfstandig werken. In eerste instantie betwijfelden we of dat ging lukken. We voelden ons bijna bloot voor de groep staan. We waren gewend aan jaargroepen. Nu stond ik voor het eerst zomaar voor een groep met 6- tot 9-jarigen die zelfstandig werkten, terwijl ik een materiaallesje aanbood aan een klein groepje. In het begin was dat wel eng, ja. Ik zocht houvast. Het was een wandeltocht door een moeras.'
'De eerste weken heb ik wel een traan gelaten en gestruggled om elk kind individueel te volgen, want in mijn hoofd zaten stemmen als "kan ik niet, wil ik niet. Ik ben het niet gewend, ik ben moe, ik wil vandaag wel de methodes loslaten, maar wat ga ik dan morgen doen?" In de Montessori-opleiding kwamen niet de organisatie en het klassenmanagement in een groep aan de orde. Gelukkig had ik een goede coach die in de groep hielp.'
De leerlingen bleken zeer flexibel en wilden meteen van alles uitproberen. Misschien wel eerder dan ik hadden zij het concept door.
De leerlingen bleken zeer flexibel en wilden meteen van alles uitproberen. Misschien wel eerder dan ik hadden zij het concept door. Ze gingen op de gang werken, voor de rust en ik merkte dat ik hen dat vertrouwen wilde geven.’
De ouders
'Duidelijke communicatie en het bespreken van angsten met ouders en kinderen zorgden voor dat vertrouwen. Heldere verwachtingen maakten voor de ouders en de kinderen inzichtelijk wat er de komende schooljaren zou gaan gebeuren en wat dat voor invloed zou hebben op hun kind. Ook zij waren immers opeens betrokken bij deze veranderingen. Ze hadden zich ingeschreven op een reguliere basisschool en niet op een Montessorischool. Slechts een handjevol gezinnen is naar een andere school gegaan, ieder met een eigen specifieke reden.'
De vorming van een Montessori-stuurgroep met ouders, bestuur, directie en leerkrachten bleek een krachtige aansturing van het proces met de vragen die er speelden.
'De vorming van een Montessori-stuurgroep met ouders, bestuur, directie en leerkrachten bleek een krachtige aansturing van het proces met de vragen die er speelden. Zij zetten de benodigde koers uit met het eindpunt voor ogen. Ook hier waren er gesprekken omtrent angst en verlangen. Er werden expedities uitgezet bij andere Montessorischolen om te ontdekken wat wij ten diepste verlangden van het nieuwe schoolconcept.'
‘Terugkijkend ben ik blij dat ik de moed heb gehad om deze omwenteling mee te willen maken. Het uitproberen en het zoeken naar de nieuwe wegen maakten ons een hecht team, waarin we op elkaar konden bouwen. Wat is er nu veel veranderd! En wat lijkt het allemaal gewoon. We blijven nadenken hoe we het beste het leren voor kinderen kunnen en willen organiseren. Het antwoord op die vraag is bijna existentieel van aard. Je bestaat en je neemt jezelf als persoon mee. We hebben met onze ouders en leerlingen nu onze eigen way of life.’
Perspectief
Tijdens de omwenteling was Femke adjunct-directeur en intern begeleider. Ze heeft veel meegemaakt tijdens dat proces en bekent dat het haar een beetje te veel werd, zeker omdat er ook een tijd geen directeur was. In 2007 heeft ze haar Master Pedagogiek behaald en in 2018 werd ze schoolleider basisbekwaam. 'Wat is de bedoeling?' en 'wat is het perspectief van de ander?', zijn belangrijke vragen voor haar. Deze lopen als een rode draad door haar leven. In de school wordt daarover van gedachten gewisseld met de collega’s en tussen de leraren en de ouders. Kunnen leraren een andere perspectief innemen als het gaat om een kind en wat is dan nodig om dit kind verder te doen ontwikkelen? ‘Eigenlijk’, zo stelt Femke, ‘is het allerbelangrijkste dat je weet wie je als persoon bent en wie de ander is.’
Pedagogische kracht
Een ouder benoemt in de visitatie: ‘De pedagogische kracht en duidelijkheid vinden wij heel belangrijk en voelen wij helemaal terug in de school. Fouten maken mag (magische missers) en mijn kind wordt gezien. Wij voelen als ouder ook dat we de ruimte krijgen onszelf te zijn. Dat is zo’n fijn gevoel.’
‘Een mooier compliment kunnen we toch niet krijgen?’, vindt Femke en vervolgt: ‘Het bordje bij de voordeur is een mooie waardering voor ons werk, maar uiteindelijk is het voor ons het allerbelangrijkste dat de kinderen en ouders heel tevreden zijn over de school. En ik geloof dat we daar echt in geslaagd zijn.’
(Foto's: Irene Hilhorst fotografie)
Montessorischool Naaldwijk
Schubertstraat 2,
2671 TB Naaldwijk
0174 628 932
Meer informatie vindt u op de website van de school
Rikie van Blijswijk is verbonden aan NIVOZ-opleidingen. Ze is initiator en begeleider van de NIVOZ-Coalitie voor leraren en schoolleiders.
Reacties