Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Aandacht vragen: ben ik meer een Marian of meer een Thijs?

25 oktober 2023

‘Jaren geleden, tijdens een leerlingbespreking, schrok ik. Bij vijf besproken leerlingen had ik geen gezicht en gedrag.’ En dan is er nog de leerling die zich juist heel vaak laat zien. Hoe ga ik daarmee om? Vind ik het prettig? Stoort het me? Ben ik minder op mijn gemak met de leerling die zich wat terugtrekt? Waar komt dat vandaan, deze voorkeur? Joost Vriens zoekt naar de wortels van zijn gedrag aan de hand van leerlingen Thijs en Marian.

Het is nog stil in het lokaal als ik mijn spullen neerleg. Ik neem de groep van een collega over. Een ontmoeting van onbekenden. De eerste jongen stapt joviaal de drempel over, zegt “Hallo meneer, ik ben Thijs!” Hij gaat voor me staan en vraagt naar mijn naam. Hij heeft er zin in, want dit is zijn favoriete vak. Hij gaat zitten. Gerustgesteld, want hij weet nu dat ik weet dat hij er is. Zijn manier van aandacht vragen.

Toen hij eenmaal was gaan zitten en met zijn groepje begon te praten, realiseerde ik me dat ik nieuwe collega’s en stagiaires vaak vertelde dat de uitdagende leerlingen (die jouw structuur nodig hebben) zich meestal in de eerste tien minuten melden. Eigenlijk zegt Thijs: “Hallo, ik ben er, zie je mij? Ik vind het spannend, een nieuwe leraar en dus word ik onrustig. Kun je mij daarbij helpen?” De oefening van het kunnen ‘lezen’ van onrustig gedrag. En de juiste aandacht bieden.

Als ze aan het werk zijn kijk ik de klas rond. Thijs kijkt regelmatig op en volgt mijn blik. Ik knik en richt mijn aandacht ergens anders op. Op de stille leerlingen. Die niet zichtbaar opkijken maar me wel heel goed in de gaten houden. Jaren geleden, tijdens een leerlingbespreking, schrok ik. Bij vijf besproken leerlingen had ik geen gezicht en gedrag. Die waren als het ware onzichtbaar. Ik ben stil, zie je mij wel? Daartussen zit de middenmoot.

In het groepje van Thijs zit een meisje dat niets inbrengt. Misschien komt dat door Thijs’ dominante aanwezigheid. Ze luistert. Ze schrijft. Ik zoek haar naam op in de klassenfotolijst. Marian. Ik twijfel. Doe ik Marian een plezier als ik straks bij het deelrondje aan haar vraag inzicht te geven?

Iedereen heeft aandacht nodig. Iedereen wil gezien worden. Maar niet iedereen laat zichzelf zien. We hebben allemaal onze eigen stijl van ‘aandacht vragen’ en ‘aandacht geven’. Die stijl is geworteld in gewoontes die je leert van thuis, jouw interpretatie van ‘geaccepteerd worden’ in de klas en in de maatschappij en de aandacht die je krijgt.

Op een avond doe ik boodschappen bij Albert Heijn, op het “vakkenvullentijdstip”. In de ene gang druk pratende jongeren, met grappen en elkaar een beetje dwarsbomen. Ze leren daarvan. In de andere gang jongeren van dezelfde leeftijd, maar die zijn stil, werken hard, kijken me niet aan. Ik hoorde de bedrijfsleider die tweede groep een compliment geven: “Zo, jullie zijn al ver, goed zo.” Wat leren die jongeren?

Als ik ‘s avonds op de bank zit en terugkijk op de dag, herinner ik me Marian weer. Ik vraag me af: hoe deed ik dat eigenlijk, in mijn schooltijd? Was ik meer een Marian of meer een Thijs?  Hoe doe ik het nu? Ik realiseer me dat ik in een vergadering vrij snel het woord neem. Vragen stel. Deel wat ik vind. Ik ben aanwezig.

De echte oefening is dan stil te staan bij de match tussen mijn stijl en die van de ander.

De echte oefening is dan stil te staan bij de match tussen mijn stijl en die van de ander. Botst het als de stijl van Thijs en ik op elkaar lijken? Of is het juist goed, want ik snap hem en geef hem precies wat hij nodig heeft? En blijft Marian stil omdat ze mijn stijl ziet en denkt: dadelijk stelt hij mij een vraag waar ik het antwoord niet op weet? En blijf ik stil naar Marian omdat ik denk dat ze bang van mij is, dat ik haar kwets?

Hoe kan ik hier nu beter zicht op krijgen? Ik neem me voor mezelf te observeren. Wat is mijn eerste stap als ik de docentenkamer binnen stap? Wat doe ik op een feestje? Op welke manier ben ik aanwezig? Welke mensen vallen me op in de trein? Aan welke mensen stoor ik me?

Die laatste vraag is raak. Ik stoor me aan mensen die zo heel nadrukkelijk de leiding nemen. Misschien komt dat door op te groeien in een gezin waarin mijn vader zich nog echt ‘de leider van het gezin’ voelde. Ik krijg wat meer begrip voor de ‘hier ben ik’-actie van Thijs en de ‘zachte aanwezigheid’ van Marian.
Niet alleen de takken van de boom zien, de stam, maar ook de wortels. Eerst waarnemen, dan begrijpen.  Gedragsverandering volgt dan bijna vanzelf, zonder oordeel.

Online onderwijs-sangha
In de online onderwijs-Sangha staan we stil bij dit soort uitdagingen. Om van elkaar te leren en goed voor onszelf te zorgen. Dan kunnen we ook goed voor de kinderen zorgen.  Meer informatie over ons vind je hier.  Je bent van harte uitgenodigd om deel te nemen. Ruimte geven is het thema van zondagavond  22 oktober. Als je deel wilt nemen, kun je een mail sturen naar Baltus van Laatum, die je dan een link stuurt van onze bijeenkomst.

Joost Vriens was docent Levensbeschouwing en is nu bezig om een bijdrage te leveren aan het verbinden van mindfulness met onderwijs en onderwijsvernieuwing

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief