Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Zicht op de ontwikkeling van leerlingen

22 oktober 2020

Als uit het jaarlijkse tevredenheidsonderzoek onder de ouders van De Nieuwste School (DNS) naar voren komt dat men vindt dat er te weinig zicht is op de ontwikkeling van hun kind, vindt rector Marieke van den Hurk dat ze daar als team dus kritisch naar moeten gaan kijken. Op DNS werken ze zowel met woordbeoordelingen (in de onderbouw) als met cijfers, maar wat zeggen die nu eigenlijk? En wat doen ze met de motivatie van de leerlingen? Tijd dus voor zelfreflectie!

De Nieuwste School is blij met de waardering van ouders. Zij geven in de jaarlijkse tevredenheidsonderzoeken aan zeer tevreden te zijn over de school. Deze feedback is voor een school waardevol. Zowel de sterke punten als de aandachtspunten zijn daarbij van belang. Uit de resultaten van het laatste oudertevredenheidsonderzoek bleek dat de school aandacht moet hebben voor de factor: “zicht op de ontwikkeling van mijn kind”. Ouders zijn hierover minder positief. Reden voor DNS om aan de slag te gaan met de kwestie ”hoe kunnen we ouders beter zicht geven op de ontwikkeling van hun kind?”

Al decennia lang drukken we onderwijsprestaties uit in cijfers op een tien-puntschaal. We weten dat een 0 en een 10 zelden gegeven worden, een 4 of lager staat voor “bijzonder slecht”, een 5,5 voor “net genoeg gepresteerd”, een 7 voor “ruim voldoende” en alles daarboven voor “goed bezig”. Daar zijn we allemaal mee opgevoed en opgegroeid. In de onderbouw van DNS geven we geen cijfers maar werken we met woordbeoordelingen. Mogelijk zouden we door het geven van cijfers, die we dan ook nog verbinden aan een mavo-, havo- of vwo-niveau, meteen meer duidelijkheid kunnen geven.

Wij denken dat we met de woordbeoordelingen niet voldoende informatie geven maar dat we, als we ouders echt zicht willen geven op de ontwikkeling van hun kind, de oplossing niet moeten zoeken in het geven van cijfers. En daar hebben we goede redenen voor.

De Britse onderwijsexpert, Dylan William, ooit natuurkundeleraar, schreef al in 2013 het boek “Cijfers werken niet”.  Hij legt ook uit waarom ze niet werken.  Cijfers hebben een negatieve invloed op het leerproces van een leerling.

In ons systeem leggen we de lat bij de 5,5. Als je een 5,5 hebt dan zou dat net voldoende zijn en als we lager scoren krijgen we het keurmerk “onvoldoende”. Natuurlijk kan het zijn dat een slecht cijfer in eerste instantie leidt tot harder werken, maar als er daarna weer een onvoldoende volgt dan is de kans groot op een negatief zelfbeeld, een afname van motivatie en dus op lagere prestaties. Daarnaast leidt de cesuur van 5,5 als norm voor “geslaagd” of “gezakt” tot berekenend gedrag bij leerlingen. Ze leren voor een voldoende. Zo vond een van mijn kinderen bij het behalen van een 6.1 dat hij voor 0,6 te hard geleerd had. En hij was en is niet de enige die op die manier een kosten-baten-afweging maakt. Want waarom meer energie stoppen in iets als je het met minder energie ook kunt behalen?

Een slecht cijfer leidt tot demotivatie, een goed cijfer tot de neiging om een tandje minder hard te gaan.

Daarnaast: zowel een woordbeoordeling als een cijfer alléén zeggen niets over wat een leerling al wel en wat hij nog niet kan. Om dat laatste te weten moet duidelijk zijn op welke wijze de beoordeling tot stand gekomen is. Wat waren de criteria, welke kennis en vaardigheden zijn getoetst? Hoe zwaar was de weging van de verschillende vaardigheden waarop het cijfer gebaseerd is?  En vooral: wat kunnen de leerling en zijn docent hiervan leren? Dan komen we uit bij wat écht interessant is.

Als je als school de ontwikkeling van leerlingen echt centraal stelt moet je hen steeds en voortdurend feedback geven op waar ze staan in de vaardigheden en kennis die ze moeten verwerven. Zodat ze weten wat al goed gaat en wat beter kan, hoe ze dat moeten doen en wanneer we tevreden zijn.

En dat vraagt om een secure uitwerking van wat we vinden dat onze leerlingen moeten kennen en kunnen. In kennis en vaardigheden. Pas dán gaan leerlingen werken om vanuit de inhoud verder te komen en laten ze het genadezesje voor wat het is. Pas dán zullen leerlingen die het zwaar hebben niet meteen ontmoedigd worden door die behaalde onvoldoende maar op basis van de feedback met hulp van de docent verder komen in hun leerproces.

En dán is ook voor ouders en leerlingen zichtbaar hoe het staat met de ontwikkeling van de leerling, per vak of leergebied, maar ook over het geheel.

Dat is waar we op DNS voor gaan!

Marieke van den Hurk is rector van De Nieuwste School in Tilburg

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief