‘Welke dag is het vandaag? Hoelang is het nog vakantie?’
3 september 2020
Nederlands docent Mike Louwman is deze week begonnen op een nieuwe school. Iedereen die in het onderwijs werkt kent het gevoel: de lichte spanning en opwinding die je hebt als je weer gaat starten na de zomervakantie. Dat gevoel sloop bij Mike in het onderbewuste.
Gisternacht droomde ik over school. Niets nieuws, zo aan het einde van de zomervakantie. Mijn nieuwe school, waar ik slechts twee keer geweest ben en bij elkaar opgeteld misschien twintig mensen heb gezien, was het decor. Het was een grijze dag. Bij aankomst werd ik omsingeld door besmette leerlingen. Ze klommen op me zoals er ooit een kudde lammetjes op me klom. Eén leerling vroeg of ik al corona had. Ik schudde iedereen van me af en liep naar de aparte ingang voor docenten. Deze zat aan de achterkant van de school en leek in mijn droom op de artiesteningang van de schouwburg waar ik ooit werkte. Daar was het niet druk; ik kon zo doorlopen.
In de gangen waren van die loopbanden aangebracht die je ook op vliegvelden ziet. Je diende erop te stappen als het ‘anderhalvemeterlicht’ op groen ging. Docenten hadden aan de rechterkant een eigen variant, die net iets sneller ging dan die van leerlingen aan de linkerkant. In mijn droom was er een leerling, een verdwaalde leerling van mijn vorige school, die me vrolijk groette. Ik groette vrolijk terug. We stonden beiden op dezelfde loopband. Dat was niet de bedoeling. Een collega stapte op en stuurde de leerling weg. De leerling ging niet weg. Sterker, hij kwam dichterbij, op anderhalve meter afstand en daarna nog dichterbij. Mijn collega en ik schrokken en zetten het op een lopen. We renden wanhopig tegen de richting in. De loopband ging steeds sneller, we konden er niet meer vanaf. We kwamen nooit meer van de leerling af.
Zwetend werd ik wakker. ‘Eng gedroomd?’, vroeg mijn vriendin. Ik haalde diep adem en keek om me heen. ‘Ja’, zei ik. ‘Welke dag is het vandaag? Hoelang is het nog vakantie?’
Deze week begin ik aan een nieuw avontuur, op het Haags Montessori Lyceum. Ik kan niet wachten om te beginnen, maar ik ben ook bang om te beginnen. Ik ben, uiteraard, bang om het virus te krijgen of door te geven. Maar ik ben ook bang voor de gevolgen die het virus heeft op de sfeer, het (leer)klimaat op school, de school die ik nog niet ken. Leerlingen hoeven onderling geen afstand te houden. De afstand wordt bewaard voor en ten opzichte van docenten. En dat heeft implicaties voor de verhoudingen tussen docenten en leerlingen. Althans, daar ben ik bang voor. Ik zie het voor me. In mijn droom zag ik het voor me. Leerlingen en docenten die elkaar vrezen, mijden of in ieder geval met grote bedachtzaamheid benaderen.
Daar ben ik bang voor. Ik wil met leerlingen optrekken, wil hun iets leren door met en van hen te leren. Ik wil er samen iets moois van maken. Ik wil niet op een (denkbeeldig) podium staan, achter een glazen wand zitten, een tafel tussen mij en leerlingen neerzetten. Ik wil het niet omdat dan alles bedacht en voorbereid wordt. Ik wil zomaar langslopen, zomaar horen waar leerlingen het over hebben, zomaar een vraag stellen. Ik wil spontane, echte lessen.
Vannacht droomde ik weer over school. Het gebouw zag er exact zo uit als de nacht ervoor. Er was deze keer maar één ingang. Er waren veel mensen. Hoe dichterbij we kwamen, hoe breder de ingang werd. We verspreidden ons als vanzelf en liepen naar binnen. Binnen geen loopbanden, maar een parcours van pijlen, net als in de Hema bij ons in de wijk. Ik volgde de pijlen tot het lokaal, mijn lokaal. De klas bestond uit dertig lachende leerlingen. Eindelijk weer (echt) naar school. Ik zag mezelf het lokaal in lopen, het raam open zetten en naar het midden lopen. Daar was één tafel. Ik ging erop zitten en keek om heen. Ik ving een gesprek op over de vakantie. En één over corona. Hier zaten we dan. Het schooljaar kon beginnen.
Mike Louwman is docent Nederlands op het Haags Montessori Lyceum.
Reacties