'Wat heb je aan een diploma als je als mens niet slaagt?'
5 april 2021
Een jaar geleden viel ons oog op een artikel over een vrouw die na drie gewapende overvallen op haar tankstation besloot om docent te worden. De vrouw in kwestie, Esther Wokke zag de noodzaak om potentiële toekomstige overvallers te helpen in een ‘vormende’ fase. Esther blijkt na een paar jaar voor de klas nog even bevlogen als toen ze net startte. Recent sprak Annonay Andersson de VSO cluster 4 docente en oud-genomineerde voor Leraar van het Jaar over wat haar drijft.
‘Ik zie hem nog zo binnenkomen… zijn pistool op mij gericht en met een masker op. Ik was vreselijk bang. Na drie gewapende overvallen, inclusief fysiek geweld, moest ik noodgedwongen afscheid nemen met heel mijn hoofd, hart en ziel van mijn allerliefste hobby: “mijn eigen pompie”.’
Esther Wokke is mentor en geeft lessen omgangskunde op het VSO. Naast werken op het benzinestation van haar familie (waar ze al haar hele leven werkte) was ze sportinstructrice voor ze het onderwijs in ging.
`Waar de ene deur sluit, gaan andere deuren open, mooi cliché’, zegt Esther, ‘maar zo was het’. De docente is nog net zo enthousiast over haar ‘nieuwe’ vak en vindt dat het begint bij jezelf. ‘Elke dag sta ik bewust op, zoek de verbinding met mezelf om mij dan te laten verrassen door wat er die dag gebeurt en ’s avonds te reflecteren op hoe het is gegaan.’ Die intrinsieke motivatie komt haar natuurlijk niet helemaal vanzelf aanwaaien. ‘Zorg dat jouw “eigen vuilnis” buiten is gezet, zodat er ruimte is in je hart en je kunt handelen vanuit dat hart’, raadt ze andere leerkrachten aan.
Levenslessen
Haar eigen levenslessen probeert ze ook te verwerken in haar lessen. ‘Alle gevoelens die er bestaan heb ik door de jaren heen gehad. Vooral in het benzinestation en door mijn fanatieke sportleven heb ik scherp leren zijn, scherp leren kijken en scherp leren voelen. Ik sportte al mijn hele leven en was 16 jaar toen ik begon in de pomp en was 39 jaar toen ik noodgedwongen moest stoppen met ‘mijn pompie’. We waren ‘de familie schiettent van Alkmaar’, hadden een groot assortiment met spullen en een “divers assortiment” aan klanten, uit alle lagen van de maatschappij. Uit elke ontmoeting met een klant, leuke en minder leuke, heb ik iets geleerd.’ Die diversiteit die ze haar hele leven al tegenkwam, ziet ze nu in de klas waar ze les aan geeft. Leerlingen voelen dat ze Esther hen open tegemoet treedt en vertrouwen haar vaak snel. In een artikel van RTL nieuws omschrijft oud-leerling Daan hoe hij gesteund werd:
'Ik kende haar niet goed. Maar later begon ik het toch wel heel fijn te vinden dat ik alles bij haar kwijt kon. Als ik bijvoorbeeld ruzie had met een leraar, dan kon ik daar met haar goed over praten. Dan zei ze: oké, ik heb begrip voor je gevoelens, maar wat is je eigen aandeel hierin? En hoe kun je dit de volgende keer beter aanpakken? Ze was heel oprecht, empathisch en realistisch. Aan twee woorden had ze genoeg om je te begrijpen. Niet alleen bij mij, andere leerlingen hadden dat gevoel ook bij haar. Ze stond middenin de groep in plaats van erboven. Ik ga altijd met leraren in discussie, bij haar deed ik dat niet. Ze dwong respect af. We waren nooit stil te krijgen, maar op het moment dat haar les begon kon je letterlijk een speld horen vallen.”'
'De steun die hij bij zijn vader niet kreeg, vond hij bij juf Esther wel. “Ze gaf me het gevoel dat ik wel iets waard was. Mijn vader miste dat inzicht. We zijn weleens met z’n drieën gaan zitten. Dan maakte ze mijn vader duidelijk dat zij er anders over dacht dan hij. Dat ik goed presteerde. Dan was hij de dagen erna wat positiever.”'
Eigen schooltijd
‘Gadver, wat was dat saai’, zegt Esther over haar eigen schooltijd. ‘We werkten uit een zwart-wit werkboek en de lessen waren eentonig, en voor mijn gevoel jaar in, jaar uit hetzelfde. Het gekke is dat je als kind niet echt stilstaat of een stem geeft aan het gevoel van die eindeloze kleurloosheid op school omdat je niet weet hoe, maar later heb ik geleerd om wel degelijk naar dat kleine kind (Esthertje!) in mezelf te luisteren!’ Dat probeert zij ook aan ‘haar’ jongeren te leren: kwetsbaar durven zijn, maar wél altijd de regie houden, ‘want dat geeft stevigheid bij mijn leerlingen’.Haar eigen schoolervaringen maken dat Esther probeert haar lessen op een creatieve en fleurige manier te geven: afwisselend en met humor. Maar bovenal: veilig, anders beklijft er niks.
Esther zegt expliciet tegen haar leerlingen dat ze op het speciaal onderwijs zitten omdat ze tijdelijk hulp nodig hebben. Dat kan komen door een scheiding, door rouw, van alles, maar niet de ‘kindkenmerken’ waar ze vaak zelf in zijn gaan geloven: dat ze nou eenmaal gedragsproblematisch zíjn, dat ze hun stempel worden. ‘Ik wil jou heel snel weg hebben op deze school, omdat ik je ook regulier onderwijs gun’, zo licht ze de leerlingen toe. ‘Ze krijgen hier wat ze tekortkomen op een reguliere school, hier is meer tijd om ze bepaalde vaardigheden aan te leren.’
Binnenstebuiten keren
Jongeren hebben maar één iemand nodig die in ze gelooft, daarvan is Esther overtuigd. Maar ze moeten wel zelf hard werken voor hun toekomst. Ze legt ze ook uit dat je het niet voor het kiezen hebt waar je wieg staat, maar dat het leven je ook niks geeft, je moet zelf aan de bak. ‘Ik keer ze binnenstebuiten, en dat doet ook weleens zeer.’ En vólhouden moeten de jongeren, niet na een week opgeven. Hetzelfde als Esther leerde bij het CIOS, past ze nu toe in de klas. ‘Elke les zie ik als een wedstrijd en als je wilt winnen dan moet je lef tonen en durven. Dagelijks trainen in positiviteit, discipline, veerkracht en sportiviteit met doorzettingsvermogen: mentaal sterker worden met meer uithoudingsvermogen. Ze mogen oefenen in mijn kleine mini-maatschappij (lees: klas) om vervolgens in de “grote buitenwereld” uit te vliegen.’ Esthers levensmotto is dan ook: 'Wat heb je aan een diploma als je als mens niet slaagt?'
Esther spreekt leerlingen regelmatig één-op-één, in een zogenaamd inloopspreekuur, waarin leerlingen met haar kunnen praten over wat hen bezighoudt. ‘Het is bijna een soort therapie of vertrouwenspersoonsessies, maar zo noemen we het niet, het gaat erom dat heel laagdrempelig voor leerlingen moet zijn om langs te komen.’ In de klas heeft ze het concept van de “vertrouwenshoed” geïntroduceerd. Leerlingen stoppen hier briefjes in met dingen die ze kwijt willen, ervaringen of gedachten. Esther leest de briefjes niet, de inhoud van de hoed wordt aan het einde van elk schooljaar verbrand, als een soort ritueel om jezelf van je sores te ontdoen en ze letterlijk in vlammen te zien opgaan. Eerst merkte Esther nog dat leerlingen niet konden geloven dat ze niet de inhoud van de hoed bekeek, inmiddels zijn ze gewend en vertrouwen ze erop dat ze zich aan haar woord houdt.
Gouden driehoek meteen stevig maken
Elk schooljaar start Esther met co-mentor Linda Dekker een nieuwe brugklas. ‘Tot de herfstvakantie is het kneiterhard werken om de driehoek ouders-leerling-mentor stevig neer te zetten. Vaak ben ik in november bekaf, maar ik weet dat het zich de rest van het schooljaar uitbetaald om hier zo druk mee te zijn’. Zeker in deze onzekere coronatijd, houdt ze de verbinding vast die ze ‘gewonnen’ heeft in de eerste fase van het schooljaar. Het afstandsonderwijs viel in die zin mee, ze had goed contact met alle leerlingen en niemand verdween van de radar. ‘Ik probeer met de leerlingen een archief op te bouwen met hun eigen databank waar ze uit ten alle tijden uit kunnen putten. Ook als het anders loopt in het leven of zoals nu.’
Duidelijk & liefdevol
Over haar aanpak is Esther helder: ‘Op het moment dat je duidelijk maar ook liefdevol voor de leerling bent, hebben zij direct juiste kaders en weten zij waar ze aan toe zijn, ook al loopt het in het (school)leven ineens anders. De regels op afstand zijn hetzelfde als met een schermpje ertussen. Wij willen als docenten toch ook duidelijk en liefdevol behandeld worden? Moet je eens kijken als het einde van het schooljaar nadert, hoe vaak wij dan de directie mailen of vragen of ons rooster van volgend schooljaar al klaar is: dat hebben leerlingen ook dagelijks.’
Geen dossiers
Esther heeft geen behoefte om de (vaak vuistdikke) dossiers van haar leerlingen te lezen. ‘Het enige waar ik een seintje van krijg is als een leerling agressief is (geweest).’ In verband met haar ervaringen op het tankstation is die informatie voor haar heel belangrijk.
‘Een kind is voor mij géén papiertje of een protocolletje, elk kind reageert weer anders op een persoon dus ik ga er altijd blanco in. Een kind liegt, scheldt en steelt van nature niet en als het dat wel doet, dan ga ik daarmee ‘boetseren’ (lees: trainen en consequent herhalen). Ik zie het altijd als de voetbaltrainingen die ik gaf: oefenen, herhalen, laten zien, laten voelen en dit dan weer herhalen…’
Is het te leren?
‘Tegenwoordig word soms ik gevraagd om trainingen en masterclasses te geven aan andere docenten en die zeggen dan vaak: “Ja, maar hoe jij dat doet, dat kan ik niet. En dan zeg ik, het klopt, ik ben als persoon niet kopieerbaar, niemand overigens, maar wát ik doe is wel kopieerbaar en dat begint op school al in groep 1, preventief. Ik merk namelijk op dat ik hier op het VSO voornamelijk ‘pleisters’ aan het plakken ben terwijl dat niet nodig zou moeten zijn als we eerder anders omgaan met kinderen.’ Esther eindigt dan steevast met deze kernspreuk: ‘Als je blijft doen wat je deed, blijf je krijgen wat je kreeg!'
Esther Wokke werkt als leraar en mentor op het Spinaker, speciaal voortgezet onderwijs. Na de nominatie voor Leraar van het jaar in 2019, heeft ze niet stil gezeten. Zo heeft ze onlangs een mentor/leerkracht/coach agenda ontwikkeld met elke week een les waar je preventief werkt aan je mentale gezondheid.
Relevante links:
- Esther Wokke (theexperienceaward.nl)
- Esther Wokke: Leraar van het jaar (despinaker.nl)
- Zij maakt het verschil: 'Juf Esther gaf me kracht en zelfvertrouwen' | RTL Nieuws
- (2) Podcast De Lange Lont: Esther Wokke (s01a06) - YouTube
- ’Ik gooide het roer om na zoveelste overval op ons tankstation’ | Columns & Opinie | Telegraaf.nl
- Lezer in beeld: Esther Wokke, Alkmaar, abonnee sinds 2019 - The Optimist
- Esther Wokke | LinkedIn
Reacties
C
mooie titel!
Arie de Bruin (Janusz Korczak Stichting)
Ieder kind verdient zo'n leraar!!!