Waarom het soms “gewoon moeilijk” moet zijn
19 oktober 2020
Jaren geleden zat de jongste zoon van Marieke van den Hurk, rector van De Nieuwste School, naast haar op de bank. Hij was met zijn profielwerkstuk bezig en kwam niet uit een ingewikkelde vraag. Hij zat ermee, maar zijn docent had hem gezegd dat hij eerst twee dagen zelf na moest denken over de oplossing. “Ik denk dat jij dit zelf kunt oplossen” was de boodschap geweest. Haar zoon had er een hard hoofd in en was duidelijk niet in zijn hum. Ruim een dag later kwam hij de huiskamer in met een enorm brede lach op zijn gezicht. Hij was eruit gekomen, helemaal zelfstandig. Doordat hij er flink “zijn tanden had in gezet”, had hij de oplossing voor zijn probleem gevonden én weer geleerd hoe hij dit soort problemen kon oplossen. Dit is ook hoe ze op De Nieuwste School proberen om te gaan met leren.
Het was even taai, maar daarna had hij wat te vieren.
Dat is een voorbeeld van hoe leren moet zijn. Maar dat vraagt veel van docenten. Dat vraagt om finetunen, om je leerling goed te kennen, te weten wat deze nodig heeft en daarnaar te handelen. Het vraagt om “just in time” een zetje te geven in de goede richting, de ruimte te geven om fouten te maken, het vertrouwen te geven dat de leerling het kan en óók om de uitgestoken hand te geven als het toch niet helemaal lukt.
De docent van mijn zoon deed het: hem uitdagen om zelf na te denken, óók als dat moeilijk was, en om hem op het moment dat hij het nodig had de nodige ondersteuning en vervolgens weer het volgende zetje te geven.
Dat is nu precies de taak van de expert op DNS: voldoende uitdagen, de leerling in een situatie van een lichte, maar wel beschermde vorm van onbehagen brengen, zodat de kans op leerrendement het grootst is. En dat is lastig, want veel leerlingen (ook volwassenen trouwens) zijn niet per definitie geneigd om de moeilijke weg te kiezen. We vinden het niet fijn als iets moeilijk is. Dat geeft ongemak, een vervelend gevoel, dat willen we niet. Een moeilijke opdracht geeft vaak een gevoel van onbehagen. Uiteraard moet de mate van dat onbehagen goed gedoseerd zijn. Als het te groot is frustreert het en leidt het juist tot een gevoel van falen, onzekerheid en zeker níet tot leren.
Het is aan de expert om deze dosering aan te brengen. De lesstof moet voldoende uitdagen. Niet te gemakkelijk zijn, maar uiteraard ook niet te ingewikkeld. De vraag is steeds: “hoe zorg ik dat het een beetje schuurt?” Niet teveel en niet te weinig. Zodat de motivatie er is om de uitdaging aan te gaan en verder te komen. En om het dan nog ingewikkelder te maken: dat werkt voor elke leerling anders.
Op De Nieuwste School zijn we hiermee druk bezig en werken onder andere de experts Gecijferdheid op deze manier: leerlingen weten aan de hand van concrete deeldoelen welke wiskundige vaardigheden en kennis ze moeten ontwikkelen. Aan het begin van een periode wordt dat hen duidelijk gemaakt. Aan de hand van stroomschema’s is inzichtelijk welke kennis en vaardigheden nodig zijn om een volgende vaardigheid aan te leren of kennis te verwerven. Op basis daarvan gaan leerlingen aan het werk. Er is veel ruimte voor de eigen route en het eigen tempo, dat nauwgezet door de expert gevolgd wordt.
Lang niet alles wordt als vanzelfsprekend uitgelegd. Dat gebeurt pas wanneer een leerling aangeeft niet verder te kunnen. En ook dan zal de intentie zijn om de leerling zoveel mogelijk te activeren om verder te komen. Dat alles uiteraard vanuit de inzichten die we hebben over het leren van leerlingen. Zo ontstaat er ruimte voor echt maatwerk. Dan kan een leerling versnellen of compacten, is er ruimte voor verdieping maar ook voor extra herhaling, voor de toepassing van andere strategieën en voor extra uitleg op maat. En de leerling is actief en eigenaar van diens leerproces.
Dat is soms best lastig, voor de leerling, diens ouders maar ook voor de expert. Want wij zitten toch vaak nog vast aan het beeld dat de leraar er is om ons zo pijnloos mogelijk verder te helpen in ons leerproces. De vraag alleen is of een kind daar dan het meeste van leert. Wij denken van niet. In een effectief leerproces is sprake van een veilige omgeving waarin fouten maken vanzelfsprekend is, en van een leerling die aan zet is. En het is de expert die op respectvolle wijze helpt door de ontwikkeling secuur te volgen en “just in time” het juiste duwtje te geven om de leerling zelfvertrouwen, zelfinzicht én de brede lacht die hoort bij het “I did it-gevoel” te bezorgen.
Marieke van den Hurk is rector van De Nieuwste School in Tilburg
Reacties
Drs. Henk Boer
Mooi om kinderen zo uit te dagen.
Inderdaad is het noodzakelijk om de kinderen goed te leren kennen.
De groei-G# methode i.o. (Groeien in het lezen van (eigen)gedrag) zal hierbij van grote hulp kunnen zijn.