Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Profiel van een leraar: Femke Cools

6 september 2018

Lerares Femke Cools werd tijdens een pestsituatie in de klas geconfronteerd met persoonlijke en professionele dilemma’s. ‘Ik ben zelf gepest op de middelbare school, dus zoiets raakt mij. Omdat het zo dichtbij kwam, vroeg ik me af: kan ik zo’n les op dat moment eigenlijk wel aan? Ik heb zitten huilen in de kring. Dat bracht me in het dilemma: is dit nog professioneel? Sommigen zullen zeggen dat huilen in de klas echt niet kan. Ik vind daarentegen dat een goede leraar zich kwetsbaar durft op te stellen. Ik liet daarmee zien dat elk mens zijn vreugde en verdriet heeft. Het draait allemaal om echtheid. Kinderen prikken er feilloos doorheen als je je anders voordoet.’ Een interview over doelen en drijfveren, dilemma’s en deugden van een leraar.

De kracht van het individuele kind

‘Aan het begin van de pabo wilde ik het onderwijs ingaan om kinderen wat te leren. Nu, tien jaar later, ben ik vooral leraar om ook van kinderen te leren. Ik werk veel meer vanuit de kracht van kinderen, kan veel beter kijken naar wat elk individueel kind nodig heeft en probeer om elk kind te laten groeien in dat waar hij of zij goed in is. Ik heb altijd geprobeerd om de rol als inspirator op me te nemen en kinderen zo snel mogelijk zelfstandig verder te laten gaan. De eerste twee jaar dat ik les gaf aan de kleutergroep, zijn bepalend geweest voor de leraar die ik geworden ben. Met kleuters heb je een gigantische schare aan diversiteit en niveauverschil in je klas. Ze hebben zich vier jaar lang thuis, op het kinderdagverblijf en de peuterspeelzaal ontwikkeld, ieder op zijn eigen manier. De kwaliteiten die ik nodig had om bij elk individueel kind aan te sluiten, waren observeren en reflecteren, en goede gesprekken met kinderen kunnen voeren om erachter te komen wat ze beweegt en wat ze nodig hebben.

Liefde voor leren en geluk
Mijn diepste drijfveer in mijn werk is dat ik zelf heel graag leer. In het onderwijs blijf je altijd leren, dus deze omgeving is voor mij ideaal. Hier kom ik tot bloei en geniet ik, en de passie die ik uitstraal, bereikt ook mijn kinderen in de klas. Ik hoop daarmee te bereiken dat zij datzelfde gevoel krijgen. Ik wil dat alle kinderen gelukkig van school gaan: met een goed zelfbeeld, wetend hoe ze moeten reageren als ze voor cognitieve of sociale uitdagingen komen te staan. Daartoe creëer ik een veilig klimaat en leer ik ze samen leven, werken en spelen.

Verbondenheid en zelfkennis
Ik ben altijd heel graag onder mensen geweest. Ik heb een groot empathisch vermogen, trek me het lot van anderen erg aan, wil altijd helpen – en dat maakt ook hoe ik ben in de klas. Daarnaast heb ik met coaching mijn kwaliteiten en valkuilen, uitdagingen en allergieën in kaart gebracht. Dat vind ik heel belangrijk, want elke beslissing die je als onderwijzer maakt, komt voort uit je hele biografie. Vanuit die zelfkennis kom ik via zelfkritiek en leerling-feedback tot groei. Ik probeer dit ook aan mijn leerlingen over te dragen. Vorig jaar waren mijn leerlingen heel erg gestrest voor de Cito-toets. Ik vroeg hen naar hun krachten en talenten en hoe ze die kunnen inzetten bij het maken van een toets.

Kwetsbaarheid en echtheid
Jaren terug werd een kind in mijn groep gepest. Ik had het niet zo in de gaten, totdat de ouders en het kind zelf signalen begonnen te geven. Hij sliep niet meer. Ik ging met hem in gesprek en vroeg hoe ik hem kon helpen. Aanvankelijk wilde hij het klein houden, maar het pesten ging maar door, zodanig dat ik er zelf buikpijn en slapeloze nachten van kreeg, omdat ik zag hoe ongelukkig hij was. Uiteindelijk heb ik met zijn instemming de hele groep in de gymzaal in een kring gezet, hun ogen dicht laten doen en een fantasieverhaal verteld met dat jongetje in de hoofdrol. Het was een zwaar verhaal, dus het was ook compleet stil daarna, en ik eindigde door te vertellen dat het jongetje in het verhaal het jongetje was dat gepest werd. Dat had zo’n impact dat ik op dat moment al wist: vanaf nu is het pesten afgelopen.
In deze casus speelden meerdere dilemma’s. Niet alleen het dilemma van hoe om te gaan met een pestsituatie, maar ook een persoonlijk dilemma. Ik ben zelf gepest op de middelbare school, dus zoiets raakt mij. Omdat het zo dichtbij kwam, vroeg ik me af: kan ik zo’n les op dat moment eigenlijk wel aan? Ik heb zitten huilen in de kring. Dat bracht me in het dilemma: is dit nog professioneel? Sommigen zullen zeggen dat huilen in de klas echt niet kan. Ik vind daarentegen dat een goede leraar zich kwetsbaar durft op te stellen. Ik liet daarmee zien dat elk mens zijn vreugde en verdriet heeft. Het draait allemaal om echtheid. Kinderen prikken er feilloos doorheen als je je anders voordoet.’

Interview: Maartje Janssens (denktank NIVOZ)

Dit interview is verschenen in: Sanderse, W. & Kole, J. (red.) (2018). Karakter. Deugden voor professionals. Leusden: ISVW.

Femke Cools was tijdens afname van het interview Montessorileerkracht in het primair onderwijs in Nijmegen en was in 2014 Leraar van het Jaar. Sinds 1 augustus 2018 is ze directeur van Montessorischool Rhenen.

In het boek Karakter. Deugden voor professionals wordt voor verschillende professionele domeinen, waaronder het onderwijs, uitgewerkt wat het betekent om ‘karakter’ te hebben en hoe dat verder ontwikkeld kan worden. Bekijk hier de inhoudsopgave en inleiding van het boek.

Naar aanleiding van het verschijnen van dit boek vindt op woensdag 3 oktober in Nijmegen het seminar Goed werk! Aandacht voor karaktervorming bij professionals plaats. De organisatie is in handen van Radboud Universiteit, Radboudumc, afdeling IQ healthcare, Fontys Lerarenopleiding Tilburg en NIVOZ.
Kijk hier voor meer informatie en aanmelden.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief