Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Presence in het VO: ‘Hij werd gezien en dat moment wilde ik uitvergroten’

6 september 2023

Het promotieonderzoek van Edith Roefs getiteld 'Capturing presence: Experiences of teachers and students in secondary education' laat zien dat presence in het voortgezet onderwijs door docenten en leerlingen ervaren én relevant gevonden wordt. Het motiveert leraren en leerlingen en draagt bij aan de brede ontwikkeling van leerlingen. In een bewerkte versie van haar lekenpraatje gaat Edith uitgebreider in op voorbeelden uit haar onderzoek en de relevantie ervan.

Ik ben in hartje Amsterdam, bij een grote middelbare school met een superdiverse leerlingpopulatie en spreek Angela, docent Duits. Ze vertelt over een les aan 3havo. Op kaartjes heeft ze zinnen geschreven als ‘De kip wordt onthoofd’. Steeds komt er één leerling voor het bord, die de zin tekent en de rest van de klas, verdeeld in teams, raadt en maakt er een goede Duitse zin van.

De leerlingen kijken eerst stil en aandachtig naar de tekening die op het bord verschijnt, zoeken dan in het boek, overleggen met elkaar. En als ze een idee krijgen, is er enthousiasme. Het volume stijgt, lichamen bewegen, armen gaan de lucht in! De leerlingen gaan helemaal op in het moment.

Angela kijkt rond: Kan iedereen goed meedoen? Sluiten de zinnen aan bij het niveau van de leerlingen? Bewust kiest ze een volgende zin en een leerling om te tekenen.


Dan vraagt ze Tim, een wat teruggetrokken jongen die weinig contact heeft met de andere leerlingen. Hij tekent ‘Het kind wordt geboren’ en blijkt geweldig te kunnen tekenen. Ademloos volgen de leerlingen de bewegingen van zijn hand op het bord. Angela ziet bewonderende blikken, en dat raakt haar. Ze kiest ervoor om hem nog een zin te laten tekenen. Na afloop krijgt hij complimenten van medeleerlingen.

Angela vertelt hierover: ‘Ze zagen een kant van hem, die ze nog niet eerder hadden gezien. Belangrijker nog: hij werd gezien! En dat moment wilde ik uitvergroten.’

Dit is een voorbeeld van presence in de dagelijkse onderwijspraktijk uit mijn promotieonderzoek. Er wordt geregeld verwezen naar het belang van presence in het onderwijs, maar er was nog maar weinig onderzoek naar gedaan.

Onderwijsfilosofen omschrijven presence als: ‘Met volle aandacht in het moment aanwezig zijn en waarnemen met alle zintuigen’. Dit draagt bij aan nieuwe en ‘verse’ ontmoetingen en inzichten. Presence in lesgeven en presence in leren worden in verband gebracht met de ontwikkeling van de ‘hele persoon’ van de leerling. Precies deze ontwikkeling van leerlingen was een reden voor mij om presence te onderzoeken. Leerlingen ontwikkelen zich namelijk altijd: bedoeld en onbedoeld, gewenst en ongewenst. Als de docent in dit voorbeeld het moment niet had aangevoeld en niet had uitvergroot, was het mogelijk aan de leerlingen voorbij gegaan.

De centrale vraagstelling voor mijn onderzoek is: Hoe komt presence tot stand en hoe manifesteert het zich in de dagelijkse onderwijspraktijk in het voortgezet onderwijs en wat is de relevantie ervan voor leerlingen en docenten? Het was niet eenvoudig om presence in het onderwijs te onderzoeken. De term ‘presence’ roept vaak niet direct concrete ervaringen op, en er was nog geen definitie. Ik moest daarom zoeken naar ingangen en methoden om presence te onderzoeken. Ik ben begonnen met meerdere pilots tot ik een passende methode had gevonden.

In het eerste open, verkennende onderzoek onder docenten en leerlingen vroeg ik hen naar momenten waarin ze “helemaal in de les zitten en ervaren dat er iets belangrijks gebeurt”. Docenten vroeg ik naar momenten waarin zij én de leerlingen helemaal in de les zitten. Ik vroeg beiden gedurende 10 schooldagen momenten te verzamelen waarin ze dit hadden ervaren. Leerlingen kregen hiervoor dagelijks een vragenlijstje via Whatsapp. Deze ervaringen werden in een interview met docenten of focusgroep met leerlingen een paar weken later diepgaand besproken.

Op basis van de resultaten uit deze studies heb ik een vragenlijst ontwikkeld over presence in lesgeven, die gebruikt kon worden om na te gaan of een grote groep docenten dit ervaart en relevant vindt.

Het bleek in de eerste verkennende fase dat de docenten geregeld presence ervaarden. De betrokken leerlingen vaak helemaal niet of één keer en, uitzonderlijk, twee keer per schooldag.

De docent in het voorbeeld was geraakt, ze was self-aware en handelde responsief daarnaar. Ze was gefocust op leerlingen: op hun leren, maar ook op hun ervaringen en op wie ze zijn als persoon. Drie kernaspecten van presence in lesgeven. De leerlingen in het voorbeeld waren actief betrokken bij de lesstof in de ogen van de docent: mentaal, ze dachten na - emotioneel, ze waren enthousiast en lichamelijk, ze zag lichamen bewegen en armen de lucht in gaan. De ervaringen van leerlingen lieten in deze lijn ook deze actieve betrokkenheid zien, bij de lesstof, bij de leraar en bij elkaar.  

Presence koppelden leerlingen aan meer dan een routineus afgedraaide les. In een ervaring van presence voelden leerlingen dat ze gezien werden, wisten ze zich veilig, en konden ze betekenisvolle en soms ‘risicovolle’ interactie aangaan met de lesstof en met anderen. Ze hadden hierdoor momenten waarin ze zelfvertrouwen ervaarden, of een nieuw perspectief kregen. Kortom: momenten van zichzelf ontdekken.

De ervaring die docenten en leerlingen delen in het present zijn, is een gevoel van samen, vaak samen ontdekken, van verbinding, of een hervonden verbinding, bijvoorbeeld na een conflict.

Voor leerlingen was de docent enorm bepalend in hun ervaringen van presence. Over de totstandkoming vertelde een docent: Ik had de les heel goed voorbereid. De leerlingen waren bezig met open opdrachten, waar ze goed over na moesten denken. Ik zag ze er echt inzakken. Er hing een stilte, een aandacht in de klas. En ineens stelde een leerling een vraag, dat was echt zíjn vraag, en best een moeilijke vraag. Ik ging helemaal aan!

De docent kan een voedingsbodem bieden voor presence in leren. Zoals dit voorbeeld laat zien werkt het ook omgekeerd. Presence lijkt vooral tot stand te komen in de wisselwerking tussen docent, leerlingen en lesstof.

Na deze studies koos ik ervoor te onderzoeken of de ervaringen van presence in lesgeven breder herkend werden onder docenten in het voortgezet onderwijs. In de tweede fase van het onderzoek heb ik hiervoor samen met 24 docenten en drie experts een vragenlijst ontwikkeld op basis van de resultaten uit de eerste fase. Met docenten, om de vragenlijst aan te laten sluiten bij de dagelijkse praktijk. Ook hier hebben we moeten zoeken naar een goede manier om presence in lesgeven te vatten. Dat was niet in losse vragen. De kern van de vragenlijst zijn zes vignetten. Dat zijn korte voorbeelden, over echte ervaringen van presence in lesgeven, zoals ik die hiervoor heb gegeven. We vroegen docenten hoe vaak zij vergelijkbare ervaringen hebben en met welke betekenissen zij het associëren.

In de derde fase is de vragenlijst ingevuld door 258 docenten. Het eerste resultaat is dat docenten gemiddeld in net iets meer dan de helft van hun lessen presence in lesgeven ervaren. Wat betreft de betekenissen, associëren zij presence in lesgeven ten eerste met dat leerlingen geïnteresseerd zijn. Daarnaast brengen ze presence in lesgeven vooral in verband met de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen, zoals dat leerlingen zichzelf beter leren kennen, nieuwe perspectieven op de wereld krijgen en zelfvertrouwen ervaren, en iets lager scoorde dat leerlingen een diepgaand begrip van de lesstof krijgen.

Voor de docenten zelf roept presence in lesgeven betekenissen op zoals dat ze genieten van lesgeven, er zelf ook van leren en ervaren dat dit de essentie is van lesgeven. Gemiddeld scoorde het ervaren van tijddruk. Dit zou te maken kunnen hebben met dat presence ook tijd en ruimte vraagt en die er soms niet is, bijvoorbeeld vanwege de druk om leerlingen voor te bereiden op toetsen.

Uit deze uitkomsten leidde ik af dat docenten presence in lesgeven relevant vinden voor de brede ontwikkeling van leerlingen en voor motiverende ervaringen van henzelf. Ander onderzoek naar de drijfveren van docenten laat vaak zien dat zij voor dit werk kiezen omdat ze een verschil willen maken voor leerlingen, voor het leren en - breder - het leven van leerlingen. Het zou kunnen dat docenten presence in lesgeven als motiverend ervaren omdat ze op deze momenten het gevoel hebben toe te komen aan deze drijfveren.

Dit onderzoek heeft inzicht gegeven in een fenomeen dat docenten – en leerlingen – ervaren en relevant vinden. Het heeft ook taal gegeven, waar we eerder nog geen woorden voor hadden. De inzichten kunnen bijdragen aan een beter begrip van de motivatie van leerlingen én docenten. Het promotieonderzoek laat namelijk zien wat het met leerlingen doet als onderwijs relevant wordt en het vorm krijgt in interactie met hen. Dat is belangrijk omdat er een wereld te winnen valt voor de motivatie van Nederlandse leerlingen in het voortgezet onderwijs, én omdat presence in lesgeven docenten bekrachtigt in hun toewijding aan leerlingen.

Edith is als associate lector verbonden aan het lectoraat Urban Care & Education van hogeschool Windesheim in Almere. Ediths proefschrift is in te zien via de Radboud Repository.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief