Niet opvallen
22 mei 2024
‘Hier mevrouw, voor u. Zet maar op uw bureau. Kan die lelijkerd eindelijk weg!’ Ze duwt me grijnzend een plant in handen en beent arm-in-arm met een vriendin verder de gang door, naar ons lokaal. Mij perplex achterlatend. Het is kwart over acht; het begin van een nieuwe schooldag. Leerling Rosa laat zich niet makkelijk lezen, maar haar docente, Judith Louter, ziet een wijs meisje, vol compassie.
Ik zet mijn koffie neer en kijk naar een kleine maar prachtige graslelie in een roze, stenen potje. Precies dezelfde soort als de plant die staat te verpieteren voor het raam in ons lokaal. De plant die ik met mijn groene vingers wilde redden, nadat hij deze zomer door een collega voor dood was achtergelaten in het lerarentoilet.
De eerste weken ging het goed met de graslelie. Wat een beetje licht en water al niet kunnen doen. Maar ik wist dat hij ook nieuwe voedingsstoffen nodig had, nieuwe aarde. En dat verpotten, daar kwam het steeds niet van. Met Rosa sprak ik wekelijks over mijn goede voornemens als ze weer eens haar afschuw uitsprak over dat troosteloze hoopje groene ellende dat ik plant durfde te noemen. ‘Dat ziet er toch niet uit, mevrouw…’
Rosa. Ze is één van die leerlingen die zich niet zo gemakkelijk laat lezen. Met haar ogen waar altijd een twinkeling in zit maar waar ze de jouwe het liefst mee ontwijkt. Rosa, wier mimiek leraren vaak onterecht van onverschilligheid overtuigt. Rosa, die altijd meedoet tijdens inhoudelijke lessen. Die ik gedurende de dag steeds op zoek zie naar iets om op aan te haken; een grap, een ‘wij snappen elkaar’-momentje. Om daarna weer heel snel in de houding te springen van nuchtere, ongeïnteresseerde middelbare scholier. Niet opvallen.
Later die week zit Rosa alleen bij me aan tafel. De klas heeft praktijkles en ze moest huilen in de les. Op een rustige plek vertelt Rosa me dat ze zoveel zorgen heeft over haar vriendin. Dat die vriendin soms wordt lastiggevallen door jongens. En dat ze daar erg bang en verdrietig van is geworden. Rosa had haar er gisteren van kunnen overtuigen om het te vertellen aan een volwassene. Omdat volwassenen het volgens Rosa kunnen laten stoppen.
Ik luister naar Rosa's verhaal. Verwonderd, omdat de tiener tegenover mij zoveel wijsheid en compassie laat zien. Trots omdat ze mijn leerling is. En plotseling aangespoord om potgrond te kopen. Want we gaan die graslelie redden. Rosa en ik.
Judith Louter is mentor en docent AVO op Accent Praktijkonderwijs in Nijkerk
Reacties