Nask2, het klankschaaltje en de reis van een docent
4 november 2020
Als natuur- en scheikundedocent Baltus van Laatum op een nieuwe school start, staat hem een uitdaging te wachten: nask2 geven. Toch gaat hij enthousiast aan de slag, mede dankzij het warme onthaal van de teamleider. Aan het einde van het schooljaar heeft Baltus toch de school weer verlaten, maar niet zonder meerdere dingen geleerd te hebben. In een brief aan zijn collega’s deelt hij dat verhaal.
‘Ergens zullen we wel het resultaat, namelijk dat je volgend jaar niet meer op onze school werkt, moeten communiceren. Wellicht wil je daar zelf een stukje over opstellen?’
Voor de meivakantie stuurde mijn teamleider mij via Teams bovenstaand bericht. Of ik een stukje wilde schrijven over mijn naderende vertrek. Ik moest daar even over nadenken.
Wat een moedig besluit van hem om mij dat te vragen. Want wat zou het makkelijk zijn om nu te schrijven wat wij anders hadden moeten doen, in de trant van ‘als jij dit… dan had ik…’
Maar is dit niet juist een kans om te reflecteren? Hoe is het nu allemaal gelopen?
Daarvoor moet ik terug naar ons eerste gesprek begin juli. Via een tussenpersoon hoorde ik dat ik op gesprek kon komen bij de Westplas Mavo. Daar ging ik in gesprek met de teamleider. Het was een prettig gesprek en we inventariseerden onze overeenkomsten in ons denken over onderwijs. Blijkbaar maakte dat enthousiast. Nog niet bij mij, want ik vroeg me af of ik wel weer voor de klas wilde op een school met klassikaal onderwijs. Maar gedurende de zomer kwamen we tot een overeenkomst. Voor mij de uitdaging om zowel het vak nask1 als nask2 aan de bovenbouw te geven. Terwijl ik nog geen ervaring had met nask2 leek me dat wel wat. Tijdens de vakantie ging ik me voorbereiden op nask2 .
De eerste weken leken niet onaardig te verlopen. In de examenklassen zag ik veel leerlingen die kunnen en willen, maar ook een groep die het kan, maar meer motivatie en structuur nodig heeft. Daar ging ik me vooral op richten en gaf de leerlingen die willen en kunnen veel ruimte om zelf hun leren op te pakken. Bij het eerste schoolexamen bleek dat de leerlingen die kunnen en willen meer begeleiding nodig hebben, en moest ik de strategie veranderen. Vanaf nu kon niemand meer apart werken en kregen ze klassikaal uitleg.
Daarnaast gaf ik nog les aan onder ander een cluster derde klas nask1. Een groep van 30 leerlingen uit drie verschillende klassen waarvan een aantal veel structuur nodig heeft. Ik merkte dat het langzaam maar zeker soms allemaal teveel voor me was en ik mezelf verloor. Ik reageerde geïrriteerd en niet consequent en kon geen duidelijke grenzen stellen of handhaven. Leerlingen voelen dat en dan is het hek van de dam. Hoe zorg ik ervoor dat we samen met de klas weer een pedagogisch didactisch leerklimaat creëren waar we een gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen? Ik zag dat de leerlingen wel wilden maar dat ik vermoeid en uitgeput raakte en zelf geen afstand meer kon nemen om te zien in wat voor situatie ik beland was.
Ondertussen had ik me voorgenomen een belletje te introduceren, of eigenlijk: een klankschaaltje. Een onderdeel van mijn vaste mindfulness oefeningen.
Dit klankschaaltje leg ik op mijn linkerhand en hou het omhoog zodat iedereen het kan zien. Vervolgens sla ik driemaal op het schaaltje. De eerste les dat ik het gebruikte legde ik uit hoe ik het belletje gebruik tijdens mijn dagelijkse meditatie. Eerst wacht ik tot het stil is en dan sla ik driemaal de bel. Tussen de drie slagen van de bel concentreer ik me op mijn in- en uitademing. De leerlingen nodig ik uit om mee te doen en als ze niet willen meedoen dan vraag ik ze om stil te zijn en mij en degene die meedoen niet te storen.
Dat werkte opmerkelijk goed. Zodra ik het belletje pakte en zichtbaar voor de klas liet zien, ontstond er bij mij een soort van interne rust. Een rust die er ook is bij het mediteren ervaar wanneer je de aandacht naar binnen richt en ik voel wat er zich binnen in mijn lichaam afspeelt. Een open onderzoekende houding naar dat wat zich binnen in het lichaam op dat moment aan gevoelens en/of spanning afspeelt. Die aandacht naar binnen zorgt al voor een soort van interne rust.
Leerlingen en ik werden rustig van het belletje. En steeds meer leerlingen uit andere klassen gingen er ook om vragen. ‘Meneer misschien moet u het belletje even gebruiken’, hoorde ik steeds vaker.
Ondertussen groeide mijn enthousiasme voor de school en het team. Collega’s die altijd bereid waren te ondersteunen. Mijn teamleider die in een van de eerste bijeenkomsten de nieuwe docenten welkom heette en zoiets zei als dat wij met onze aanwezigheid en handelen mede vorm gaven aan het DNA van de Westplasmavo, motiveerde enorm. Dat had ik niet eerder gehoord en vergeleek ik met de scholen waar je toch vooral in het systeem moest passen. Verder zag ik dat hij veel aan het team overliet en veel autonomie gaf aan de docenten.
Ook de studiedagen maakten indruk. Vooral die waar Janneke ons vroeg in groepjes plaats te nemen. Ieder van ons moest aangeven met welke leerlingen hij/zij moeite had. Vervolgens zouden we de verschillen inventariseren en op onderzoek uitgaan waarom het met de ene leerling bij de ene docent lukt en bij de ander niet. Een hele wezenlijke vraag die naar mijn idee het hart van onderwijs raakt. Wie ben jij als docent en mens en wat kan jij voor deze leerling betekenen?
Maar het mocht niet baten. Ik liep steeds meer op mijn wenkbrauwen en vergeleek me met de kikker die in een bak met lauw water wordt gezet en langzaam gekookt wordt. Opgeven of met de vuist op tafel slaan doe ik niet zo snel, en om hulp vragen is niet mijn sterkste kant. Zo bleef ik maar aanmodderen tot Corona.
Ik merkte dat ik weer plezier krijg in het contact met de leerlingen op afstand. Sommigen ondersteunde en sterkte ik om hun schoolwerk (weer) op te pakken. Een enkele keer gaf ik zelf een online mindfulness les. Daarmee voelden een aantal leerlingen hun moeheid.
Maar wat nu? Over niet al te lange tijd eindigde mijn contract.
Ik zie het als mijn missie leerlingen te sterken in hun weg naar volwassenheid zodat ze straks een tevreden leven kunnen leiden. Juist de leerlingen die buiten de boot lijken te vallen hebben ons docenten daarbij nodig.
Een vragende onderzoekende houding aannemen om samen met de leerling zijn of haar talenten te ontdekken. Wie ben ik? Wat kan ik? Wat wil ik? En wat zijn mijn dromen? De leerling weer meer in zijn kracht zetten om de relatie met zichzelf, zijn omgeving en school te versterken zodat hij/zij weer met plezier naar school gaat.
Waar, wat en hoe dat eruit ziet weet ik niet. Het duurt nog even maar wens jullie alvast veel sterkte en kracht in jullie ontwikkeling als team en school.
Heb vertrouwen.
Baltus van Laatum werkt in inmiddels op een democratische school in Landsmeer en geeft mindfulness cursus aan tien leerlingen van groep 5 en 6 van een lagere school in Diemen. Hij blogt op zijn website over zijn werk.
Reacties