Leraar zijn: de tragiek van het verborgen heldendom
15 januari 2019
‘De factor tijd is belangrijk bij het pedagogische effect. Dat leidt ook tot een tragiek voor leraren: de tragiek van het verborgen heldendom. De betekenis die een leraar heeft in een mensenleven, daar kom je vrijwel nooit achter. Omdat twintig jaar na dato iemand nog kan zeggen: "Dat is voor mij een beslissend moment geweest in mijn leven." En vaak hoor je dat dan niet meer terug als leraar.’ Met deze woorden reflecteerde Ron Bormans, voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool Rotterdam, op de lezing die Ellen Klatter, lector aan diezelfde hogeschool, eerder deze avond hield.
Ron begint, net als Ellen, met een anekdote over zijn vader. Rons vader had, zo zegt hij, 'een goed gevoel voor het pedagogisch moment', en ook zijn docenten kregen genoeg gelegenheid om hun pedagogisch moment te zoeken met hem. Hij vertelt over zichzelf als misdienaar en hoe het eens gebeurde dat hij samen met wat vriendjes na de mis op het altaar ging staan om dan via de geluidinstallatie een paar boeren te laten. De koster gaf hem een schop, en Rons vader ging vervolgens de koster uitleggen dat dat niet de bedoeling was, dat de koster zijn zoon zou schoppen. Maar toen maakte ook Ron een essentiële fout: hij stond erbij te grijnzen en voelde triomf. Vervolgens kreeg hij van zijn vader ook een standje en een klap in het gezicht, met de toevoeging dat hij zich moest gedragen in de kerk. Gelukkig is het daarna met hem nog helemaal goed gekomen ;-)
De tragiek van het verborgen heldendom
Bij pedagogiek en bij leerprocessen is de factor tijd cruciaal. Die factor tijd zorgt ervoor dat je soms pas de dingen gaat ontdekken die belangrijk zijn geweest als daar de tijd overheen gegaan is. De meetmethodieken meten alleen het hier en nu, niet het pedagogische effect, en niet de woorden die je kunt geven aan wat iets met je gedaan heeft. Dat leidt ook tot een tragiek voor docenten: de tragiek van het verborgen heldendom. De betekenis die een leraar heeft in een mensenleven, daar kom je vrijwel nooit achter. Omdat iemand twintig jaar na een pedagogisch moment nog kan zeggen: ‘Dat is voor mij een beslissend moment geweest in mijn leven.’ En vaak hoor je dat dan niet meer terug als leraar.
Voor Ron was dit zijn docent Engels. Ron was een kwajongen in het dorp waar hij opgroeide. Hij voelde zich helemaal het mannetje. Op een dag kwam deze docent naar hem toe met vier Engelse pockets en zei: 'Deze moet jij lezen.' Het waren klassiekers uit de Engelstalige literatuur. Later heeft Ron dat voor zichzelf geïnterpreteerd als een boodschap van de docent dat de wereld een stuk groter is dan alleen het dorp waarin hij dacht het mannetje te zijn.
Ron besloot naar een reünie van zijn oude middelbare school te gaan om deze docent nog eens te bedanken, omdat hij zo belangrijk voor hem is geweest. Helaas was deze docent al overleden en hij heeft hem dus nooit kunnen bedanken. De beloning die je dus als docent krijgt, is voor een deel verborgen. Hoewel, als je echt pedagogische tact hebt, zie je het gebeuren. Dan kun je bijna voorspellen dat dat effect gaat plaatsvinden, over vijf jaar of over twintig jaar.
School als verbindende schakel
Er lijkt dus een scheiding te zijn tussen de systeemwereld en de pedagogiek, maar er is ook een verbindende schakel, en dat is de school. We praten de laatste tijd te weinig over de school. De dichotomie is in de lezing van Ellen misschien te groot gemaakt, er zijn niet maar twee werkelijkheden.
Goede scholen zijn in staat om als een soort intermediair te fungeren tussen de rauwheid en de vluchtigheid van de systeemwereld en de intimiteit van de pedagogische relatie. Want een school hoort een visie te hebben, durft een opvatting te hebben. En durft die visie te formuleren zonder alleen maar doorgeefluik te zijn van de incentive-structuur van de systeemwereld. En daar heb je moed voor nodig. Directeuren hebben moed nodig. Door zelf een normativiteit te ontwikkelen, met natuurlijk een schuin oog naar de afrekenmechanismen van de buitenwereld, maar door daar ook een zekere distantie van durven te nemen. We hebben scholen nodig met moedige leidinggevenden, met leidinggevenden die daar zelf een visie op durven te ontwikkelen. Scholen waar sprake is van een bepaalde normativiteit. We moeten normatief durven zijn.
Normativiteit
Onze samenleving toont zich op dit moment wat meer van de rauwe kant. Het is niet gemakkelijk om in deze tijd het werk te moeten doen. Maar op scholen mag je nog “onzin” uitslaan, mag je nog leren. Scholen horen jonge mensen het verschil bij te brengen tussen nieuws en nepnieuws, dat we leven in een samenleving die gegrondvest is op bepaalde democratische waarden, dat homoseksualiteit net als heteroseksualiteit bij onze samenleving hoort, noem maar op. Scholen moeten een normativiteit hebben als het gaat om de pedagogiek, over hoe je hoort te leren. En scholen moeten daarna ook het gesprek aan durven te gaan met de docenten. Het gesprek aangaan tussen de schoolleiding en de docenten is niet altijd gemakkelijk, omdat docenten zich niet altijd even open stellen voor dat gesprek. Je moet het als school namelijk ook durven te hebben over de professionaliteit van je docenten, en dat dat in deze tijd geen individuele professionaliteit is, maar een collectieve professionaliteit. Onderwijs is geen eenzaam vak, maar een collectief vak.
De systeemdynamiek van nu duwt ons steeds verder af van de pedagogiek, terwijl de tragiek nu juist is dat de oplossingen voor de problemen van deze moderne tijd ons steeds meer richting de pedagogiek duwen. We komen om als we pedagogiek niet groter maken dan die nu is.' Ron Bormans
Fouten maken mag
Scholen moeten niet alleen zeggen tegen de buitenwereld dat “fouten maken mag”, maar ook intern die norm durven te etaleren. Scholen zijn het dorp in de stad, waarin ook veiligheid, een veilig klimaat, van belang is. De systeemdynamiek van nu duwt ons steeds verder af van de pedagogiek, terwijl de tragiek nu juist is dat de oplossingen voor de problemen van deze moderne tijd ons steeds meer richting de pedagogiek duwen. We komen om als we pedagogiek niet groter maken dan die nu is. De klassen zijn niet meer te verdelen in een gemiddeld groepje, een langzaam groepje en een snelle groep. Er zit tegenwoordig zoveel diversiteit in een klas, dat je ze niet meer kunt categoriseren. Je zult daar dus je pedagogische kwaliteiten in moeten zetten om die diversiteit, een meervoudig begrip, te hanteren. De verbindende schakel tussen de systeemwereld en de pedagogiek is de school, waar mensen aan de leiding staan die moed hebben, waar de docenten ontvankelijk zjin voor een gesprek over hun professionaliteit, waar de directeuren hun docenten ook echt zien. Die erkenning is belangrijk. We moeten niet alleen de leerlingen willen zien, we moeten zeker ook de docenten en hun vak willen zien. Dat is essentieel.
We moeten durven te vertrouwen op het professionele oordeel van mensen. En dan wil ik graag het gesprek aangaan over wat die professionaliteit dan inhoudt. Ik ben er heilig van overtuigd dat als we dit doen, dat we dan niet alleen het verborgen heldendom dienen, maar ook dat al die parameters uit de syteemwereld waarop we afgerekend worden opknappen als we ons meer gaan richten op de pedagogiek.
Beluister de hele avond terug via Soundcloud (de bijdrage van Ron Bormans start op 1:36:25)
Het verslag van de lezing van Ellen Klatter, waar Ron Bormans op reflecteert, vind je hier.
Reacties