Leerlingen concluderen: telefoon toch vooral negatieve invloed op leergedrag
19 februari 2017
Is de telefoon onderdeel van de persoonsvorming? Scheikundedocent Judith Rotink en haar leerlingen zijn het eens dat mobiele telefoons het leergedrag negatief kunnen beïnvloeden, maar een ban op telefoons lost niet het vraagstuk op hoe met de telefoon om te gaan. Dat zullen ze samen moeten ontdekken.
Dit jaar begeleid ik voor het eerst profielwerkstukken. Een groepje van drie havo-5 leerlingen heeft hun profielwerkstuk geschreven over het effect van de mobiele telefoon op het leergedrag. De leerlingen hebben een week lang aan het begin van de dag hun telefoon in hun kluis gestopt en pas aan het eind van de dag hun telefoon weer gepakt. Hier hebben ze een dagboek van bijgehouden.
Het is interessant om te lezen hoe ze een week zonder telefoon ervaren. Vrienden niet kunnen vinden in de pauze, vervelen tijdens tussenuren, iets niet kunnen opzoeken als dat wel de opdracht is, geen muziek kunnen luisteren tijdens het zelfstandig werken en je rooster niet weten, zijn een aantal zaken waar mijn leerlingen tegen aan lopen. Maar ook het huiswerk af hebben aan het eind van de week en je kunnen focussen tijdens gesprekken en aantekeningen, zijn dingen die ze opvallen.
Naast de week zonder telefoon hebben ze ook verschillende dingen gelezen over telefoongebruik, een enquête gehouden onder medeleerlingen en het telefoongebruik van medeleerlingen geturfd. De conclusie van hun profielwerkstuk is dat, de voor- en nadelen afwegend, een telefoon toch vooral een negatief effect heeft op het leergedrag van leerlingen. Of zoals ze zelf schrijven: 'School is tenslotte een plek om te leren en niet om te spelen en dus ook niet om te appen!' De oplossing volgens deze leerlingen is dan ook de telefoon in de les verbieden of het aanschaffen van de telefoontas.
Ik heb geen telefoontas, bak of ander ding in mijn lokaal om de telefoon te verbieden. Wel corrigeer ik leerlingen op het gebruik van hun telefoon tijdens de uitleg of het zelfstandig werken. Want ik vind - net als de drie leerlingen - dat de school een plek is om te leren en niet om te appen. Maar moet ik leerlingen ook niet leren omgaan met hun telefoon? En bovendien merk ik dat leerlingen ook leren van hun telefoon. De telefoon is hun krant, mp3 speler, agenda, contact met de omgeving, etc. Net als dat voor mij de telefoon meer is dan een apparaat om mee te bellen.
Van de Onderwijsavond van Gert Biesta op 7 september 2016 heb ik onthouden dat pedagogiek vooral zit in de volgende interactie: 'in een ander mens het verlangen wekken om op een volwassen manier in de wereld te willen bestaan'. Ik besluit, met dit in het achterhoofd, het gesprek met mijn mentorleerlingen aan te gaan over telefoongebruik. Zelf heb ik een app gedownload om bij te houden hoeveel tijd per dag ik op mijn telefoon zit. Ik probeer onder het uur te blijven, maar dat lukt me letterlijk 9 van de 10 keer niet.
Mijn leerlingen blijken zo'n 5 uur per dag op hun telefoon te zitten. Anderen mogen ’s avonds niet op hun telefoon van hun ouders en zitten veel minder op hun telefoon. Maar lang niet iedere leerling is blij met z'n eigen telefoongebruik en ze blijken graag en enthousiast te willen praten hierover.
Ik denk dat de oplossing niet zit in het verbieden, maar de leerlingen leren omgaan met hun telefoon (ondanks dat ik zelf ook niet optimaal met dit apparaat omga). Maar volgens mij begint persoonsvorming met een volwassen gesprek en dat probeer ik nu aan te gaan met mijn leerlingen. Volgens Biesta (Goed onderwijs en de cultuur van het meten, 2012) draagt onderwijs niet alleen bij kwalificatie (kennis) en socialisatie (bijvoorbeeld culturele tradities) maar ook aan subjectwording, oftewel persoonsvorming. Persoonsvorming waar de telefoon anno 2017 volgens mij ook onderdeel van is.
Judith Rotink is werkzaam als docent scheikunde op het Thomas a Kempis College in Arnhem.
Reacties