In de reacties op advies Onderwijsraad schuift aandacht weg van de kern'
15 november 2018
Pedagogiek en didactiek vormen de basis voor het leraarschap, gevolgd door de inhoud – en niet andersom. Dat is het advies dat de Onderwijsraad vorige week heeft afgegeven. Maar in de vele reacties erop schuift de aandacht daarvan weg, zegt Luc Stevens. Wat hem betreft voeren we debat over wat niet vanzelf spreekt, maar wat wel vanzelfsprekend lijkt te worden: ongemotiveerde leerlingen en overbelaste leraren. ‘Laten we met elkaar het gesprek aangaan in welke onderwijsomgeving we wél kunnen laten zien wat we kunnen.'
Het advies dat de Nederlandse onderwijsraad afgelopen week aan de bewindslieden en Tweede Kamer aanbood met de bedoeling om het lerarenberoep aantrekkelijker te maken, is een hoogst opmerkelijk advies. De raad verlaat de gebaande paden en zijn spreekwoordelijke omzichtigheid en schrijft onomwonden waar het in onderwijs om gaat: om de pedagogisch-didactische paragraaf. Met andere woorden: onderwijs is in de eerste plaats een relationeel veld. Daar wordt opgevoed en onderwezen. Dat brengt het curriculum tot leven, onafhankelijk van het type onderwijs. Met andere woorden: als een leraar in de klasdeur verschijnt komt er niet een vak binnen, maar een mens waarmee leerlingen een relatie aangaan en of het wat wordt hangt van die relatie af.
“Pedagogiek en didactiek moeten de basis vormen voor het leraarschap, gevolgd door de inhoud – en niet andersom. Dat moet er vervolgens toe leiden dat beginnende leraren een brede basis hebben om vanuit te werken, en minder ‘vast’ komen zitten aan een enkel ‘schot’”, aldus citeert ScienceGuide uit het advies.
In de vele reacties op het advies schuift de aandacht echter weg van deze kern van het advies en gaat het niet meer om opvoeden en onderwijzen, maar om de vakken. Alsof het niet vanzelf spreekt dat leraren hun vakinhouden verstaan, zich gemakkelijk in hun vak(ken) kunnen ‘bewegen’. Daar hoeft de discussie niet over te gaan. Laten we praten over wat niet vanzelf spreekt, maar wat wel vanzelfsprekend lijkt te worden: de algehele onderprestatie in onze scholen en opleidingen, begeleid door wat leraren onnodig belast: gedrags- en motivatieproblemen.
Kunnen wij onze leerlingen en studenten geen onderwijsomgeving bieden waarin zij zich aangesproken voelen en verantwoordelijkheid nemen? Waarom niet? Omdat wij niet in de pedagogisch-didactische paragraaf durven stappen, de kern van onderwijs, en met onze leerlingen en studenten het gesprek durven aangaan in welke onderwijsomgeving zij wel kunnen laten zien wat zij kunnen? Misschien hoeft dat niet eens meteen en kunnen we volstaan met het raadplegen van de vele onderwijsmotivatiestudies. Wetenschappelijke kennis die bij ‘de vakken’ onbekend lijkt. Studies die ook bevestigen dat leraren niet zonder de bevestiging van hun leerlingen kunnen. Je houdt het eenvoudigweg niet vol als er weinig terugkomt als antwoord op je inspanningen. Dan verlaat je vroegtijdig het leraarschap.
Studies bevestigen dat leraren niet zonder de bevestiging van hun leerlingen kunnen. Je houdt het eenvoudigweg niet vol als er weinig terugkomt als antwoord op je inspanningen. Dan verlaat je vroegtijdig het leraarschap.
Lisa Westerveld (2e kamerlid voor Groen Links) stelt in Trouw van 9 november j.l. vast dat de overheid het onderwijs al jaren ernstig heeft verwaarloosd, maar dat tegelijk 51.000 mensen met onderwijsbevoegdheid niet in het onderwijs werkzaam zijn. Wat betekenen die twee bevindingen met elkaar? Dat onderwijs onaantrekkelijk is omdat er te weinig geld naar toe gaat? En was dat dan het beslissende motief voor zo velen om het onderwijs te verlaten? Dat is niet aannemelijk, zo heeft het niet gewerkt. Het zijn immateriële factoren die de doorslag meestal geven, zoals gebrek aan daadwerkelijke erkenning en ondersteuning (‘ieder voor zich’) en systeemdwang.
Zouden de sprekers in de discussie over het advies van de onderwijsraad voor één keer niet het advies meteen willen ‘framen’ (zoals ook gebeurde bij 2032) en naar hun belang toe trekken, maar zich willen richten op de bedoeling van het advies: een gesloten en verkokerde organisatie met een vaste grammatica en een vast vocabulaire een opening geven, een ander kompas geven dan ‘de vakken’, namelijk de leerlingen en studenten.
Luc Stevens is oprichter van NIVOZ en was tot voor kort wetenschappelijk directeur. Stichting NIVOZ sterkt leraren en schoolleiders bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht.
Reacties