Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

'Ik zie leerlingen met wie het goed gaat, maar ook leerlingen die het moeilijk hebben'

8 mei 2018

'Ik zie leerlingen met wie het goed gaat, maar ook leerlingen die het moeilijk hebben. Voor hen is school geen plek waar ze willen zijn. Sommigen willen zo snel mogelijk naar huis, sommigen willen nergens zijn. En toch, ze zijn op school, ze moeten wel.' Mike Louwman, docent Nederlands, heeft een paar leerlingen met wie het niet goed gaat: weinig zelfvertrouwen, moeder overleden, ouders in scheiding. Als leraar ben je dan niet alleen docent, maar ook mens, iemand die er voor ze kan zijn. En daarvoor doet Mike zijn best.

Ik heb een zorgeloze schooltijd gehad. De zes jaar hadden er best zestien mogen zijn, al was studeren een prima alternatief. Op school begon een echte rotdag om acht uur: melden bij de receptie. In de pauze bleken de broodjes kipcorn op en tijdens scheikunde kreeg ik de toets terug. Een 4. Viel me nog mee. Oké, een 3. Dat was het dan. Misschien nog een lekke band onderweg; net die dag mijn strippenkaart vergeten. Dan maar lopen. Of bij iemand achterop. Dat kon vaak wel, zelfs op een echte rotdag.

Er gingen weinig dagen voorbij dat ik me actief gelukkig prees met mijn leven op school. Nu is dat anders. Het kan ook anders. Dat kon toen al, maar dat zag ik niet goed. Nu wel. Ik zie leerlingen met wie het goed gaat, maar ook leerlingen die het moeilijk hebben. Voor hen is school geen plek waar ze willen zijn. Sommigen willen zo snel mogelijk naar huis, sommigen willen nergens zijn. En toch, ze zijn op school, ze moeten wel. Ze zitten in de klas en er staat een docent voor hen die het allemaal heel goed weet – nee hoor! Met een beetje pech is die docent nog aardig ook.

Het eerste uur, 3 havo. In deze klas zit Koen. Vorig jaar blijven zitten. Dit jaar wil hij het anders doen. Het lukt hem niet. In de les probeer ik hem extra te motiveren, af en toe samen een opgave maken, dat soort dingen. Soms werkt het, maar meestal niet. Koen voelt zich schuldig. Eerst niets doen, dan blijven zitten en vervolgens extra aandacht nodig hebben. Het gaat er bij hem niet in. Hij wil niet opvallen, anderen niet tot last zijn. Hij vindt zichzelf weinig waard. Ik vind hem veel waard: hij is bescheiden en ziet haarfijn wat er om hem heen gebeurt, hij is gevoelig en attent. ‘Maar met attent zijn heeft nog nooit iemand een baan gekregen’, zei Koen laatst verbitterd. ‘Echt wel’, zei ik, en ik pakte er dankbaar een stoel bij.

Het tweede uur, 6 vwo. In deze klas zit Ayla. Ayla’s moeder is vorig jaar overleden. Ik weet niet hoe dat is en ik moet er ook niet aan denken. Ayla denkt aan niets anders. Ze is jarig vandaag en vertelt over een eerdere verjaardag. Ze werd negen en haar moeder had een taart gebakken met negen lagen, het was een soort toren. Bovenop de negende laag stond in chocola geschreven: ‘Zij leve hoog’. Ayla’s vriendinnen bakken vandaag twee taarten met negen lagen. ‘Ik weet niet of het gaat lukken hoor, maar we gaan het in ieder geval proberen’, zegt één van hen. Ayla lacht en huilt tegelijk. Ik leg het lesboek weg en feliciteer Ayla met haar verjaardag, wat ik al had gedaan. Ik vraag haar of ze met de les wil beginnen of nog even wil wachten. Iets beters kan ik niet verzinnen. Ze wil wel beginnen, zegt ze. En we beginnen.

Het laatste uur, 5 vwo, mijn mentorklas. In deze klas zit Sjoerd. Sjoerds ouders gaan scheiden. ‘Ze liggen in scheiding, in twee bedden dus’, zegt hij grijnzend tegen iedereen die er iets over wil horen. Tegen mij zegt Sjoerd dat hij in de war is. ‘Ik weet niet wat er precies gaat gebeuren. En mijn ouders communiceren bijna niet meer, met elkaar niet en met mij niet.’ Hij zegt ook dat het vast gaat wennen. ‘Ik ga elk weekend met mijn vader naar het voetballen. Dan denk ik ook niet: waar is mama nou? En andersom ook, al weet ik daar zo gauw niet een voorbeeld van.’ Ik vraag hem wat hem kan helpen, op school. ‘Oudergesprekken,’ lacht Sjoerd, ‘en voorlichtingsavonden met ouders.’ Ik kijk hem vragend aan. ‘Weet ik niet, hoor. Ik denk gewoon een beetje erover praten, en af en toe boos zijn zonder dat het iemand opvalt. Sorry, dat jij dat dan allemaal moet zien.’

Geeft niets, Sjoerd. Integendeel. Sorry, dat ik me niet herken in jouw ervaringen. In jullie ervaringen. Ik heb geluk gehad. School kan ingewikkeld zijn, dat heb ik nooit geweten. En leerzaam. Ook nooit geweten.

Mike Louwman is docent Nederlands en mentor van een 5vwo-klas op RSG Pantarijn in Wageningen.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief