'Het waren de vragen die inzicht gaven in het niveau van de leerling, niet de antwoorden'
12 april 2021
Drie jaar geleden begon docent Sam de Vlieger met het maken van een website waarop leerlingen elkaar vragen kunnen stellen. Hij dacht dat hij zijn leerlingen zou leren om goede vragen te stellen, maar in plaats daarvan leerde hij van zijn leerlingen wat goede vragen zijn en hoe je het stellen van goede vragen bevordert. Hieronder beschrijft hij in drie stappen zijn leerweg.
In 2017 gaf ik economie aan 3 gymnasium. Aan het begin van het jaar wilde ik weten wat het rekenniveau van mijn leerlingen was. Ik nam me voor om 100 rekenvragen te bedenken. Elke leerling kon dan oefenen totdat zhij 80% van de vragen goed kon beantwoorden. Ik weet nog dat ik op een avond vol goede moed vragen ging maken. Na de 9e vraag realiseerde ik me dat dit wel even zou gaan duren en dat het veel te moeilijk is om in je eentje zoveel verschillende vragen te bedenken. Bovendien leerde ik hier weinig van, maar voor leerlingen zou het zeer leerrijke oefening zijn.
De volgende dag vertelde ik mijn leerlingen welk rekenniveau ik van ze verwachtte. Ik liet voorbeelden zien, gaf een paar criteria waar de vraag aan moest voldoen en gaf ze de opdracht om elk drie vragen met antwoorden in te leveren. Ik zou de vragen in een Excel-bestand zetten met een automatische nakijkfunctie. Zo had ik binnen een mum van tijd een 30 x 3 rekenvragen, dacht ik… Maar nee, ik was avonden bezig met het organiseren van vragen die binnenkwamen (WhatsApp, Magister, mail, briefjes in mijn postvak), het nakijken van de modelantwoorden, en het vormgeven van het Excel-bestand. Die 100 vragen zelf bedenken leek met terugwerkende kracht een erg aanlokkelijk idee.
Uiteindelijk had ik een bestand en leerlingen oefenden en testten zichzelf. Het had me vele uren gekost maar ik was overtuigd dat het leereffect van een toets omhoog zou gaan als leerlingen zelf vragen zouden bedenken en elkaars vragen zouden nakijken. Daarom begon ik met het maken van Peertest: een website waarop leerlingen vragen kunnen stellen, ze elkaars vragen beantwoorden en de auteur van de vraag de antwoorden nakijkt.
De kwaliteit van vragen telt
Na anderhalf jaar ontwikkelen en experimenteren had ik een werkend prototype. Het werd tijd om voor het eerst Peertest te gebruiken. Ditmaal bij het thema kennistheorie in een 4e klas filosofie. Om ervoor te zorgen dat leerlingen niet alleen begrips- en onthoudvragen (lagere orde vragen) zouden stellen heb ik uitgelegd wat analyse- en evaluatievragen (hogere orde vragen) zijn.[1] Veel leerlingen vonden het lastig om een vraag te bedenken. Toen de ze de vragen inleverden viel me op dat de kwaliteit van de vragen enorm verschilde. Ik kon op basis van één vraag zien wie daadwerkelijk inzicht had in de wezenlijke onderdelen van kennistheorie. Een openbaring: het waren de vragen die inzicht gaven in het niveau van de leerling, niet de antwoorden.
Ik was begonnen met rekenvragen met één juist antwoord bij economie. Daarna had ik leerlingen analyse- en evaluatievragen laten stellen bij filosofie. Hier zaten enkele hele goede vragen tussen maar leerlingen vonden het overduidelijk moeilijk om goede vragen te bedenken op basis van de leerdoelen en mijn uitleg over analyse- en evaluatievragen. Ik wilde leerlingen hogere orde vragen laten stellen maar dit proces verliep te moeizaam en ik merkte dat ik mijn aanpak moest veranderen.
30 leerlingen = 30 unieke vragen
Bij het vak praktische filosofie liet ik leerlingen een tekst lezen over Sartre’s idee van vrijheid met de opdracht om hierover een vraag te stellen. Ik liet de uitleg over evaluatie- en analysevragen achterwege. In plaats daarvan gaf ik leerlingen de opdracht: “Stel een vraag die jij interessant vindt en waarvan je benieuwd bent wat je klasgenoten erop zullen antwoorden.” Wat er toen gebeurde overtrof mijn verwachtingen compleet. In het overzicht zag ik 30 unieke, hogere orde vragen over de tekst. In een klas waar normaliter een paar leerlingen zich in discussies mengen en hun standpunt uiten, bleek iedereen een authentieke relatie tot de tekst te hebben.
Wat ik nog vergeet te vertellen is dat elke leerling ook 3 vragen beantwoordde. Hierdoor kregen leerlingen een goed beeld van elkaars vragen en de verscheidenheid van perspectieven op de tekst. In plaats van één invalshoek van de docent of van die ene leerling die altijd van zich laat horen, waren er nu 30 perspectieven.
Bij een goede vraag hoort een goed antwoord
De laatste ontwikkeling in de manier waarop ik Peertest gebruik is dat ik leerlingen de opdracht geef om bij de vraag die ze stellen een voorlopig modelantwoord te schrijven. Hierdoor denken leerlingen na over een mogelijk antwoord. Nadat meerdere klasgenoten de vraag beantwoord hebben, vraag ik de auteur van de vraag om een top 3 te maken van de antwoorden die ze gekregen heeft. Vervolgens bespreken we in de klas waarom en op basis van welke criteria zhij tot deze keuze is gekomen.
Het is nu drie jaar na het experiment in de derde klas economie. Ik moest Peertest maken om erachter te komen dat:
- iedere leerling een uniek perspectief op het leermateriaal heeft,
- dat als je leerlingen vraagt om op basis van hun interesse een vraag te stellen ze makkelijk tot hogere orde vragen komen,
- dat een goede vraag veronderstelt dat je nadenkt over je eigen voorlopige antwoord.
Nu is Peertest er en hoop ik dat anderen door het gebruik ervan ook tot ontdekkingen kunnen komen over onderwijs dat vragen stellen centraal stelt.
Sam de Vlieger (1990) werkt sinds 2015 als docent filosofie en economie op een middelbare school RSG Pantarijn in Wageningen.
[1] Ik gebruik de taxonomie van Bloom om vragen te categoriseren, zie Krathwohl D. A Revision of Bloom’s Taxonomy: An Overview. Theory Into Practice 2002; 41(4): 212-18.
Bijsluiter:
Op zichzelf kan een website niet een pedagogisch klimaat scheppen waarin vragen stellen centraal komt te staan. Peertest kan wel een middel zijn om iedereen een vraag te laten stellen en inzicht te krijgen in de kwaliteit van vragen en antwoorden door deze in de klas te bespreken.
Ik ontwikkel Peertest op persoonlijke titel. Ik ben erg kritisch op het gebruik van software van big tech in het lager- en middelbaar onderwijs. Met Peertest hoop ik bij te dragen aan het gebruik van small tech websites in het onderwijs. Ik verzamel zo weinig mogelijk persoonlijke informatie en maak geen gebruik van cookies en of trackers.
Reacties
Tanja Vroege
Hoi Sam,
Wat een interessante ontdekkingstocht heb jij met je leerlingen gemaakt om er achter te komen wat leerlingen al begrijpen van de lesstof en hoe ze nog meer kunnen leren. De opbrengst mag er zijn: een prachtige manier om het leren voor leerlingen persoonlijk betekenisvol te maken.
Bij mijn RITHA-opleiding (Radboud Universiteit) naar uitdagend onderwijs voor (hoog)begaafde leerlingen lees ik in wetenschappelijke onderzoeken naar motivatie van leerlingen, hoe die gestimuleerd kan worden wanneer leerlingen ook binnen het vastgestelde curriculum ruimte krijgen om te leren wat zij zelf boeiend vinden (ieder op haar/zijn eigen niveau). Goede vragen aan elkaar (leren) stellen is er daar een van.
Het mooiste onderwijs is voor mij wanneer docenten en leerlingen in voortdurende wisselwerking van elkaar leren. Tof dat je deze website gemaakt hebt en zo toegankelijk deelt met iedereen die de natuurlijke leerhonger van leerlingen wil voeden.
Aline
Sam wat ontzettend mooi dat je op deze manier met de ontwikkeling van kinderen en jeugd bezig bent. Dit doet iets positiefs met de kinderen, vanuit waardering wat iemand al doet of kan. Dank
Sam
Dankjewel Aline! Mijn ervaring is dat het inderdaad helpt om allerlei criteria van goede vragen in het begin achterwege te laten. Door leerlingen vanuit interesse vragen te laten stellen krijg je een grote diversiteit aan vragen die weer een interessant vertrekpunt kunnen zijn om verder na te denken over wat een goede vraag is.