Het scherm is alleen handig waar echt contact ontbreekt
4 februari 2018
‘De eenzaamheid in de digitale wereld is misschien wel groter dan ooit, en de echte levende ander die jou echt ziet, nodiger dan ooit.’ Tamir Herzberg ziet heus de waarde in van digitale leermiddelen als het gaat om gepersonaliseerd leren. Maar, zo zegt hij, de echte gouden standaard in het onderwijs is aandacht. Zijn stelling: ‘Het is belangrijk dat wij de digitale middelen geen vrijbrief laten zijn om de gouden standaard weg te nemen: juist nu is die hard nodig’.
Soms geef ik bijles. Zo zitten nu drie meisjes uit Havo 3 met mij om tafel in een kantoortje. Ze hebben hulp nodig bij Engels, ze lopen vreselijk achter bij de rest van de klas, zeggen ze. Dit is onze eerste kennismaking. Ze zijn wat verlegen binnengekomen en hebben hun tassen en telefoons voor zich op tafel gelegd, een soort mini-muurtje van afscherming.
We praten een tijdje. Het wordt duidelijk dat het gaat om meer dan even wat extra hulp bij een toets: er moet aan alle vaardigheden worden gewerkt, en voor langere tijd. Ik stel een deal voor: zij gaan echt alles doen wat ze kunnen, dan doe ik dat ook. Het wordt niet een verplicht extra uurtje, maar een persoonlijke afspraak tussen ons vieren. We gaan een verbintenis aan om samen iets te bereiken. Alleen zo kan het werken.
Het ja-woord van haar die het langst aarzelt, heeft ook de meeste waarde. Op het moment dat ze alle drie hun ja hebben gegeven gebeurt er iets opvallends. Zonder dat daar iets over is gezegd, verdwijnen de telefoons in de tassen en worden de tassen weggezet. Weg afscherming. Nu is er echt contact en heeft het dus zin. We kijken elkaar aan en gaan aan het werk. Het was niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk: af-scherming. Het scherm is alleen handig waar echt contact ontbreekt, en staat dat zelfs in de weg. Dat weten deze meisjes ook.
Relatie
In elke echte leersituatie zit iets van een relatie. Leren heeft geen betekenis in een sociaal vacuüm. Er moet een wereld zijn waarin dat wat je leert iets betekent voor anderen. Een kind leert nieuwe dingen en wil dat laten zien: kijk wat ik al kan! De trots van de ouders, de anderen, en het gevoel mee te kunnen doen met de ouderen, dat zijn de meest basale drijfveren. Door de jaren wordt dat niet echt anders, hooguit minder zichtbaar en minder bewust.
Zoals het nodig is voor een visser op zee dat hij een haven heeft waar hij de gevangen vis naar toe kan brengen, een visafslag, een gezin dat wacht op zijn terugkeer, zo is een lerende aan het leren om terug te komen met zijn vangst. Het vissen van de visser, het leren van de lerende, zou geen betekenis hebben zonder die thuishaven, zonder de bredere context.
In de toenemende roep om gepersonaliseerd onderwijs wordt het antwoord vaak gezocht in digitale systemen. Die kunnen inderdaad beter dan de meeste docenten adaptief oefenmateriaal bieden, aansluiten bij wat een leerling al weet of beheerst, helpen plannen, vorderingen bijhouden en nog meer. Maar zou het volstaan om deze drie meisjes een digitaal programma aan te bieden en ze daarmee een uur in de week alleen te laten oefenen? Zouden ze het volhouden? En zou het ze echt helpen? Ik geloof er niets van.
Aandacht
Tot 1971 was er in de economie een ‘gouden standaard’: de waarde van allerlei munteenheden was gekoppeld aan een bepaalde hoeveelheid goud en daarvoor ook inwisselbaar. Op die manier kregen – op zich waardeloze - stukjes papier een gegarandeerde achterliggende waarde. In het onderwijs is er een vergelijkbare achterliggende waarde. De gouden standaard in het onderwijs is aandacht. Aandacht van een echt mens met een kloppend hart. Dat is de sociale context, de thuishaven met de visafslag en het gezin.
Het is een illusie dat digitale middelen die functie helemaal kunnen overnemen. Een 3d-beeld van de haven kan wel helpen, maar kan de echte haven niet vervangen. Net zomin kan voor de lerende zelfs het meest geavanceerde computerprogramma de plaats innemen van het kloppende hart van een echte, levende ander. Die echte, levende ander geeft, zeker voor een kind, betekenis aan het bestaan en aan het doen. De ouders, het gezin, de gemeenschap, de school: zij bepalen de gevoelde bedoeling in het leven, zij zijn de motor, de zetel van het geweten en het motief.
Het is net als met papiergeld en goud: de digitale ander heeft alleen betekenis als erachter een echte ander wordt gedacht, iemand die weet wie jij bent en die het wat kan schelen wat je doet. Toegegeven, de huidige digitale hulpmiddelen bieden een schat aan mogelijkheden en kunnen soms een grote bijdrage leveren aan het leren. Misschien nog wel meer dan het kleitablet, de boekdrukkunst, de invoering van het schoolbord, de griffel en de lei, de ganzenveer en al die andere innovaties. Maar het blijven hulpmiddelen. Zodra wij ze gebruiken als vervanging van de echte betrokkenheid, laten we ze baas worden. Schrijver Theodore Dalrymple vat het mooi samen: ‘Computer technology is a good tool but a bad master’. Of wij het gereedschap of meester laten zijn, dat maakt precies het verschil tussen gepersonaliseerd en gedepersonaliseerd leren.
Die scheidslijn is dun, en de verleiding om er overheen te gaan is groot. Dat komt door het gebrek aan tijd en ruimte om echte aandacht te geven, door de toenemende druk om alles te kunnen monitoren en organiseren, maar ook door de suggestie die telkens gewekt wordt, o.a. door de makers van educatieve software, dat hun systemen deze taak werkelijk kunnen overnemen. En de gretigheid waarmee die suggestie op veel scholen wordt aangegrepen als argument om nog meer te besparen op dure echte mensen. En er zijn nog allerlei andere redenen. Het is daarom wel lastig, maar des te belangrijker om ons hiervan bewust te zijn en die grens goed te bewaken.
Zoals ik zei, het goud in het onderwijs is aandacht. Aandacht en betrokkenheid. Dat is onvervangbaar, daar helpt geen kunstmatige intelligentie. Ook in het pre-digitale tijdperk kreeg lang niet iedereen genoeg aandacht. Maar het is belangrijk dat wij de digitale middelen geen vrijbrief laten zijn om de gouden standaard weg te nemen: juist nu is die hard nodig. De eenzaamheid in de digitale wereld is misschien wel groter dan ooit, en de echte levende ander die jou echt ziet, nodiger dan ooit.
Tamir Herzberg begeleidt leerlingen, docenten en schoolleiders in het stellen van hun eigen vragen en het vinden van hun eigen, bij hen passende antwoorden. Vertrouwen en autonomie zijn hierbij belangrijke bouwstenen. Op zijn dertigste kwam hij uit de bouw in het onderwijs terecht, en vanaf de eerste dag heeft hij zich verbaasd. ‘Waarom doen wij wat we doen, en waarom doen leerlingen bijna altijd wat wij zeggen? Wat willen we eigenlijk dat zij leren, zelfstandigheid of volgzaamheid? Motivatie van leerling, van docent, van klassen, van teams, hoe werkt dat? Wat maakt dat zij dingen willen of niet willen? Wat drijft hen? Waarop drijven zij?’ Meer informatie vind je op zijn website.
Reacties