Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Elly dacht het, de kinderen doen het: ‘Onderwijs kan anders, het kan tijdloos.’

29 november 2020

En dan ben je op vakantie en dan denk je: het kan anders, het kan tijdloos. Elly de Jong – al eens genomineerd voor leraar van het jaar in het po - schrijft over haar praktijk op OBS De Roos in Amsterdam.  Vanaf de zomer 2019 heeft ze de kinderen van groep 4-5-6 én haar collega’s meegenomen in andere uitgangspunten bij onderwijs maken, lesgeven en ontvangen. Op haar klasdeur hangt inmiddels de tekst: Fijne dingen doen is belangrijk. Dus niet pas als al het andere klaar is.

Zomer 2019, de laatste week van de vakantie. We komen als team bij elkaar voor de startvergadering. Er is ons gevraagd iets te delen. Het kan van alles zijn, een gedachte, een gebeurtenis. Ik zie hierin een mooie kans om mijn collega’s mee te nemen in hoe ik dit nieuwe schooljaar wil beginnen met ‘mijn’ groep 4-5-6.

Bij ons op school werken we voornamelijk met jaargroepen. Mij is gevraagd dit jaar weer de combinatiegroep te nemen. En daar ben ik een goede voor. Meteen beginnen er in mij hoofd allemaal slimme plannetjes op te borrelen: bij binnenkomst vóór de start meteen een instructie Spelling aan groep 5, onder het eten van groep 6 een instructie geven aan groep 4, en zouden de kinderen van groep 6 niet buiten kunnen spelen met de leerkracht van groep 7, zodat ik dan met groep 5 kan rekenen, en misschien kunnen ze apart naar gym zodat ik… enzovoort.

En dan ben je op vakantie en denk je, het kan anders: het kan tijdloos.
En dát deel ik met mijn collega’s.

Ook deel ik dat de eerste dag met de groep. Er staat niets op het bord en ik vraag hen mee te denken hoe een dag eruit kan zien. Ik vertel heel globaal mijn idee, ik wil ze vooraf niet veel sturen

Familietijd

Na een week begint het vorm te krijgen.

Er staat geen tijdsplanning op het bord, wel hoe laat de pauze, gym etc. is, en er is een nieuw woord: familietijd. ‘Ja juf, als we werken en we helpen elkaar en we zijn bezig, dan voelt het net als familie.’

De kinderen gaan bij binnenkomst aan de slag met wat er te doen is. Dan komen we samen in de “slordige kring”. We zitten op tafels, stoelen, krukken, op de grond… Er ontstaat dan altijd een gezellige, veilige sfeer van delen, op-ploppende ideeën, voorstellen. De kinderen die hun naam op de agenda gezet hebben, kunnen iets vertellen en we nemen de dag door.

Daarna gaan de kinderen weer door met hun activiteit. Ik sluit mij aan bij groep 6. We vormen een kring om een groepstafel, gebruiken wisbordjes en stiften. Op tafel ligt een stapel rekenboeken en schriften. Ik vertel dat we vandaag eíndelijk stappen gaan zetten naar kolomrekenen. We oefenen op de wisbordjes, kinderen noemen getallen die onder elkaar worden gezet, razendsnel wordt medeleerlingen uitgelegd dat de tientallen onder elkaar moeten staan, totdat iedereen de zin daarvan snapt en we verder kunnen.

Als ik dit groepje verlaat gaan veel kinderen meteen door met het rekenen en daarna nog met het rekenen van de komende dagen. Ze zitten er helemaal in en gaan uitdagingen niet uit de weg, maar verdiepen zich. Anderen gaan door met wat ze ervoor deden.

Ruimte

Zo krijgen de kinderen ruimte om verdiepend bezig te gaan: het rekenen is niet van 8.30 tot 9.20 en dan moet het ook af en klaar zijn!

Ik loop een rondje, begeleid hier en daar een kind, word weggestuurd bij een ander kind want 'Juf, dat kan ík hem wel uitleggen.'

Ik heb nooit met een “vaste looproute” gewerkt, dat voelt zo onnatuurlijk.

Ook heb ik nooit met vaste verlengde instructiegroepen gewerkt. Je zult een keer een D voor rekenen hebben, omdat je een slechte dag had en dan zit je vervolgens een half jaar bij een extra instructiegroep! Je kunt dan beter níet opletten bij de klassikale instructie, want daarna moet je het nog een keer aanhoren.

Ik kijk nog even met plezier rond en sluit dan aan bij groep 5 voor het aanbieden van een nieuwe spellingscategorie. Het dictee hebben ze al gehad van een leerling uit groep 4. De nabespreking ervan heeft een leerling uit groep 5 gedaan, met de handleiding in de hand.

Op donderdag kijk ik werkboeken door en leg ik apart wat niet af is en wél nodig of zinvol is voor het desbetreffende kind. Het verbaast mij dat niet alles gemaakt is, terwijl er zo hard en bevlogen gewerkt wordt. Dan realiseer ik mij dat dat klopt. De kinderen wérken bevlogen en heel hard, maar het verschil is dat ze niet meer op de klok werken. Eerder was het: 'In hoeveel tijd kunnen we de spellingsles afhebben? Een kwartier? Goed en daarna eten!'

Nu werken kinderen op hún moment aan een stelopdracht Taal, die als aandachtspunt hoofdletters heeft. Het verhaal van Jeimy is met vaart en humor geschreven. Ik hoef haar er alleen op te wijzen dat me, mij moet zijn en ik heb haar geholpen met een goed lopende slotzin. Ook Cecilia schreef een vloeiend verhaal mét geweldige hoofdletters. Ze gebruikt regelmatig voegwoorden, zodat het verhaal op een hoger niveau komt. De twee verhalen zijn voorgelezen, beide leerlingen zijn Nieuwkomers.

Rekenen

Ook het rekenen komt op een hoger niveau, sommige kinderen kiezen voor de moeilijke sommen en doen dat opvallend secuur en netjes. Andere kinderen werken door aan de komende lessen. Dat mag, ik ben alleen niet beschikbaar voor uitleg van die lessen. Ik kan de tips van de kinderen die vooruit gewerkt hebben goed gebruiken op de dag dat die les aan bod komt. Ze leggen uit waar zij tegen problemen aanliepen en hoe zij dat opgelost hebben, of ze nemen hele delen van de instructie over.

Ik heb altijd al een sterke voorkeur gehad om tússen de kinderen te zitten als onderdeel van de groep en hardop denkend mee te doen en niet voor de klas te staan. Zo ontstaat er een sfeer dat er geen goede of zwakke rekenaars zijn. Een kind dat met cito laag scoort kan ineens uitroepen: 'Ah, je moet in tientallen denken, je kunt er mee spelen en dán snap je het!'

Op diverse gezichten zie je begrip verschijnen. Het gezicht van Onur, een goede rekenaar staat nog op onbegrip, waarop zijn buurman zegt: 'Als je het maakt en er mee bezig bent, ga je het echt vanzelf snappen.'

Eigenaarschap

Overal plopt verdieping op. En eigenaarschap.

Dounya: 'Juf; deze sommen sla ik over, die zijn echt te makkelijk voor mij,' waarop  Malika zegt: 'Dat kan, maar deze moet je wel maken, want die gaan voor het eerst over de 1000 en zijn wel moeilijk.'

Saffet komt naar mij toe. Hij denkt aan Rekentijgers toe te zijn, want het gewone rekenen is te makkelijk voor hem.

Erva geeft aan groep 5 te gaan begeleiden: 'Want ze vinden het geldrekenen moeilijk.' Goed idee, juist Erva heeft altijd moeite gehad met geldrekenen. Zij weet waar je van in de war kan raken, net als bij het klokkijken waar 10 over 11, ineens benoemd werd als 2 over 11. 'De grote wijzer wijst toch de 2 aan?'

Safae heeft bij klokkijken de leiding genomen. Zij geeft Cecilia zeer strak les. Zó streng dat Cecilia Youssef de volgende dag waarschuwt als hij aangeeft ook hulp te willen van Safae: 'Weet je het zeker? Ik had echt nachtmerries van Safae, die is echt streng!'

De volgende dag komt Youssef met een klok zonder cijfers op school, zodat hij niet in de war raakt van de cijfers op de klok.

Grapefruit

Malika werkt de hele dag aan een grapefruit, ze tekent er de continenten op. Vooral de landen van Europa zijn zeer gedetailleerd. Deze wereldbol gebruiken we later om te leren over de vervorming van de aarde.

Ik laat de grapefruit aan Marjolein, de IB’er, zien en zeg: 'Tja, en dan heeft ze een les rekenen niet gemaakt,' waarop Marjolein zegt: 'Of twee lessen, waar leer je meer van?'

Een klasgenoot heeft al met Malika doorgenomen of er iets is, wat ze echt nog wel moet maken, iets met breuken…

Ze zijn zo betrokken, serieus en zo eigenaar!

Nieuwe routine

De routine wordt dat twee kinderen op vrijdag twee schrijflessen voorbereiden en die op maandag geven. Deze kinderen bepalen waar extra op gelet moet worden, zoals de penvatting, je voeten op de vloer.

Als het over Romeinse cijfers gaat worden er plaatjes bij vertoond op het digibord. Een les over achternamen wordt omgebouwd naar Nederlandse achternamen die met polders, molens enz. te maken moeten hebben, omdat ons thema van IPC (International Primary Curriculum) als onderwerp ‘Nederland Waterland’ heeft.

De schrijfschriften worden bij deze kinderen ingeleverd en zij delen de complimenten uit. De schrijflessen zijn veel leuker nu.

Ook zijn er kinderen die op vrijdag bepalen wat er de komende week gemaakt gaat worden. Zij noteren dat op een bord in de klas. Dat bord is in drie kolommen verdeeld. In de eerste kolom staan de lessen voor de komende week genoteerd.

Maar wij blijven daar samen de baas van. Als we aan iets niet toekomen, omdat er andere belangrijke dingen aandacht nodig hebben, dan skippen we een deel, of iets gaat mee naar de volgende week. In de laatste kolom staan de bijpassende online lessen en in de middelste kolom staan ideeën voor rust en uitdagingen.

Daar verzamelen we samen suggesties voor, zoals: een bedankmail schrijven aan de mensen van De Hortus Botanicus, naar kranen speuren door de school en die op een plattegrond noteren, verplicht genieten van een boek, een stelopdracht, sommen maken met Romeinse cijfers, de gang opmeten…

Nee, dit is geen weektaak. De weektaak roept bij mij het beeld op van een leraar die bang is dat een kind geen opdracht meer heeft en per ongeluk tijd heeft om eigen keuzes te maken en dat je die tijd veilig dichttimmert met ‘De weektaak’.

Aan de suggesties uit de middelste kolom kan elke dag, ook als het gewone werk nog niet gedaan is, gewerkt worden,

Zoek een uitdaging

Zelf spreek ik liever van: zoek een uitdaging, doe iets wat jij nodig hebt, denk buiten de paadjes, kies lekker eens iets dat makkelijk is en veilig voelt, oefen iets, of werk aan een eigen onderzoek.

Zo krijg ík tijd om te genieten. Als kinderen ruimte krijgen maak je jouw rol kleiner en de kinderen gáán ervoor! Ze gaan zélf werken, omdat ze niet van jouw aansturing afhankelijk zijn.

Ik zit graag aan een leerlingtafel en de kinderen staan regelmatig sterk voor de groep om iets te delen: een tip, of iets wat ze net ontdekt hebben en waar we allemaal van kunnen leren.

Zo creëer ik ruimte voor mijzelf om kinderen te begeleiden en te volgen waar dat nodig is.

Op mijn klasdeur hangt deze tekst:

Fijne dingen doen is belangrijk
Dus niet pas, als al het andere klaar is
 

Elly de Jong werkt vanaf 1977 in het basisonderwijs. Tot 2003 alleen met kleuters en vervolgens in de groepen 3, 4, 5, 6 en 7. Vanaf 2010 is ze werkzaam op basisschool De Roos in Amsterdam.

Vanaf augustus 2022 vormt OBS de Roos samen met de Narcis Querido het nieuwe Integraal Kindcentrum De Vindplaats. Het is voor kinderen van 0 - 12 jaar en 50 weken per jaar geopend van zeven tot zeven uur.  De bouw - op het plein aan de Jan den Haenstraat - start januari 2021.

Reacties

2
Login of vul uw e-mailadres in.


Meindert
2 jaar en 2 maanden geleden

Bedankt Elly. Tijdloos lesgeven. Wat een heerlijk vooruitzicht.
Hoe verhoudt deze aanpak zich tot de algehele overtuiging in het onderwijs dat kinderen behoefte hebben aan een voorspelbaar dagprogramma? Dus elke maandag doen we rekenen in de ochtend, daarna spelling, dan lezen, etc.

Login of vul uw e-mailadres in.


Geja
4 jaar en 0 maanden geleden

Wat een fantastische lerares. Goede ontwikkeling in het onderwijs en goede voorbereiding voor het hele leven.

Login of vul uw e-mailadres in.


Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief