Een leerlingenparlement in Balinge: 'Stevige kinderen krijg je ervan'
2 november 2014
Tijdens de voorbereidingen voor het symposium Stem van de leerling kwam Gijs Verbeek inspirerende voorbeelden van leerlingparticipatie tegen. Via een artikel van Mathijs ter Bork (leraar van het jaar PO in 2010 en oud-leerkracht van de voorloper van De Wenteling) hoorde hij over het leerlingenparlement in deze school in het Drentse Balinge. Hij zocht vervolgens de parlementsleden op: Anne, Anna, Renee, Aylin en Michel. En luisterende naar hun stem: ‘Het geeft me ook wel een goed gevoel als ik iets te zeggen heb over school.'
'Het leerlingenparlement is al acht jaar een begrip. In de school en in de buurt'
Hoewel De Wenteling met 60 leerlingen, verdeeld over 3 combinatieklassen, niet de grootste school is, illustreert het leerlingenparlement wel dat de zorg en verantwoordelijkheid voor de schoolomgeving goed met de leerlingen kan worden gedeeld. Leerlingen krijgen zodoende een zekere mate van ruimte en zelfstandigheid om het perspectief van alle leerlingen binnen de school onder het voetlicht te brengen. Zij zetten zich – samen met leerkracht of ouderraad – in om de school in positieve zin te veranderen, en worden op die manier daadwerkelijk mede-eigenaren.
‘Soms hebben kinderen betere ideeën dan jezelf hebt, waarom zou je daar dan niet naar luisteren?’ Carla Kooistra is groepsleerkracht bovenbouw van basisschool De Wenteling. Deze uitspraak vat kernachtig de vanzelfsprekendheid van het luisteren naar de unieke denkkracht en het innovatieve perspectief van leerlingen. Ook als het gaat om de zorg en verantwoordelijkheid voor de gezamenlijk gedeelde leef- en leerwereld. Dit loont zich dan ook voor alle partijen, Anna (leerling en lid leerlingenparlement): ‘Het geeft me ook wel een goed gevoel als ik iets te zeggen heb over school. Anders dan heb ik er niet zoveel over te zeggen.’
Wat is een leerlingenparlement eigenlijk?
Renée: ‘Het leerlingenparlement bestaat uit zeven kinderen, uit groep 6 of hoger. Wij organiseren dingen voor school, zoals Pasen of andere feestdagen. Ook hebben we een brievenbus op de gang waar kinderen, als zij vragen hebben of ideeën, dit op een briefje kunnen schrijven. Dan gaan we dat bespreken, wat wij ermee willen.’
Zij vervolgt: ‘We regelen dus dingen voor de school, en komen daarvoor iedere woensdag bij elkaar. Dan gaan we met elkaar om de tafel zitten en bespreken we de post uit de brievenbus. Iedereen heeft ook een eigen onderwerp, zo doet Anna de Financiën en is Anne de Minister President. ‘Binnenschoolse zaken’ worden gedaan door Michel en ik ben secretaresse, dus ik schrijf alles op enzo. Veiligheid dat doet Linda, want zij heeft in haar speech staan dat zij dingen wilde doen voor de parkeerplaats, zodat het daar veiliger wordt. Want er spelen daar kinderen, maar er rijden ook auto’s langs. We hebben bedacht dat zij daarom veiligheid moest doen. En Aylin doet de buitenschoolse zaken.’
Anne: ‘Ja, er komen ongeveer drie briefjes in de week binnen en dan bespreken we dat. Als er een goed idee tussen zit gaan we dat overleggen met de juf. Als het geld kost dan moeten we dat gaan regelen voordat we iets kunnen kopen of kunnen regelen met de gemeente.’
Renée: ‘In de jaren dat we al een leerlingenparlement hebben, zijn we al bezig geweest met schooltuintjes, we hebben de wc’s geschilderd en we hebben voor iedere klas vissen gekocht. Ook hebben we doeltjes gekocht en een voetbalveld geschilderd op het plein voor groepen 4, 5en 6 omdat zij niet op het voetbalveldje verderop mogen omdat je daarvoor de straat moet oversteken. Het leerlingenparlement heeft ook de lees- en zithoek geregeld.’
Worden alle ideeën uitgevoerd?
Renée: ‘Nee, niet alles kan worden uitgevoerd, als er bijvoorbeeld een kind vraagt of er een groot speeltoestel op het plein kan komen, dan kan dat niet omdat dat nu al een voetbalveldje is. Dus dan gaan wij zeggen van: “nee, dat kan niet want daar hebben we niet genoeg plek voor.”’
Renée: ‘Als het écht niet wil en we komen ergens niet uit, stemmen we. Lukt het dan nog niet dan vragen we het aan juf. Als we er dan echt niet uit kunnen komen laten we het zitten. Maar dat gebeurt bijna nooit’.
Waarom zit je bij het parlement?
Aylin (nieuw lid): ‘Ik vind het heel erg leuk om ideeën te bedenken en dingen te regelen met mensen.’
Michel, ook nieuw: ‘Ik zag ook wel veel dingen die goed waren om te gaan verbeteren. En ik vind het ook wel leuk om iets voor de school te doen.’
Carla: ‘Je merkt dat de leerlingen die actief zijn geweest in het parlement organisatorisch sterker zijn. Dat krijg je terug als ze op het voortgezet onderwijs zitten. De leerlingen zijn sterker in het plannen van activiteiten; ja, stevige kinderen krijg je ervan. En voor sommige leerlingen is het heel goed voor hun zelfvertrouwen om op deze manier betrokken te zijn en iets voor de andere leerlingen en de school te betekenen.’
Streng maar rechtvaardig
De oudgedienden van het parlement volgen een strenge, maar rechtvaardige procedure voor de verkiezing van nieuwe leden. Zo moeten kinderen die bij het leerlingenparlement willen een speech schrijven met daarin minstens vijf verbeterpunten die zij voor de school zien. De speeches worden anoniem voorgelezen door de zittende leden, zodat er geen ‘vriendjespolitiek’ kan plaatsvinden. Ook mag je niet lachen als jouw speech wordt voorgelezen, want dan kunnen de andere kinderen zien dat de speech van jou is.
De leerlingen van groep 5 en hoger kiezen vervolgens de nieuwe leden op basis van de beste speech en verbeterpunten. Renée: ‘De leerlingen van groep 1, 2 en 3 mogen nog niet stemmen omdat zij nog niet heel goed snappen waar het over gaat. En dan heeft het stemmen ook weinig zin.’ De oudere leerlingen letten echter wel goed op de behoeftes van de jongere leerlingen, getuige het voetbalveldje dat voor hen werd aangelegd.
Ook binnen het parlement zijn de leerlingen niet flauw voor elkaar. Anna: ‘Als je niet normaal kunt doen, gaan we daarover met elkaar overleggen. Dan kan het gebeuren dat je een streepje in onze map krijgt, en als je dan drie streepjes hebt ga je uit het parlement.’?
Op mijn vraag of de parlementsleden het leerlingenparlement ook voor andere scholen kunnen aanraden antwoorden zij volmondig 'JA'. Anne: ‘Die juffen en meesters die kunnen ook niet alles zelf doen, en nu kunnen twee kinderen dit regelen, en twee anderen iets anders, en zo kunnen we zorgen voor meer afwisseling’, en ‘het is direct ook goed voor de school, en de leerlingen leren er ook iets van.’
Gijs Verbeek is als projectleider betrokken bij het Symposium Stem van de leerling op 20 november in Rotterdam.
---
Symposium Stem van de Leerling 20 november in Rotterdam
Centraal op het symposium Stem van de leerling staat, letterlijk en figuurlijk, de stem en het perspectief van de leerling. In hoeverre krijgen de leerlingen de ruimte voor het delen van verantwoordelijkheid voor de gezamenlijk gedeelde leefwereld? In hoeverre mogen zij participeren in deze leefwereld? Dit zijn namelijk wezenlijke rechten die kinderen en jongeren hebben en die zijn vastgelegd in de internationale Rechten van het Kind, die dit jaar 25 jaar bestaan. Tijd dus voor een opmaak van de stand van zaken om vervolgens te kijken of we hierin met elkaar een stap verder kunnen maken. Tijdens het symposium staan we daarom stil bij het wat, waarom en hoe van leerlingparticipatie. Op basis hiervan kan direct de volgende dag aan de slag worden gegaan met de Stem van de leerling binnen school of andere pedagogische context.
Donderdag 20 november 2014, Rotterdam.
Organisatie: NIVOZ i.s.m. EMI, Hogeschool Rotterdam (Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie).
Meer informatie over o.a. programma & aanmelding: www.stemvandeleerling.nl
Reacties