Een full partnership met de leerlingen: dansen is samen
14 maart 2019
Rob H. Bekker is docent Nederlands en Wereldoriëntatie op Ithaka Internationale Schakelklassen in Utrecht, voor leerlingen die de taal nog niet (voldoende) beheersen. Tweeënhalf jaar geleden schreef hij een blog over de danslessen van zijn leerlingen en de parallellen tussen hun leerproces bij het dansen en bij de taallessen. Rob heeft zijn rol van ‘toeschouwer’ bij de danslessen nu verruild voor die van deelnemer. Acht repetities lang gaan ze een voorstelling laten groeien.
In dit blog borduurt Rob voort op zijn eerdere observaties, vanuit voortschrijdend inzicht én vanuit zijn nieuwe rol als ‘dansgezel’, zoals hij zichzelf noemt. Inmiddels heeft de school als visie dat zij de leerlingen wil begeleiden in hun weg naar volwassenheid, dus veel breder dan alleen taalverwerving. Citaten uit Robs vorige blog zijn hier schuingedrukt, zijn actuele reflecties hierop staan eronder.
De basis vinden, met je voeten tasten tot je vaste grond hebt. Niet meer zweven, fladderen, dromen maar ergens goede weerstand vinden. Dan heb je ‘schakelklasse’.
Het is gemakkelijk neergeschreven, of uitgesproken op momenten dat ik word geïnterviewd over onze werkwijze bij ‘Leren2’, over mijn coaching in het traject ‘Opmaat’ of over het project ‘Mediawijs door Media Maken’. Als ik dan terugzie of teruglees wat ik heb gezegd, komt dat gelukkig dicht bij wat ik in de praktijk doe, poog, kan.
Wat ik in mijn werk met mijn leerlingen of ‘taalgezellen’ doe, is iets wat op de lerarenopleiding niet wordt aangeboden. Ik hoorde laatst een hbo-docent zeggen dat je bij studenten van begin twintig niet moet aankomen met pedagogiek, dat je dat er nog niet ingegoten krijgt. Ik keek daar wel even van op, terwijl het klopt dat ik alles wat ik de afgelopen tien jaar goed doe in deze praktijk heb kunnen leren.
De leerlingen gaan op een dag naar buiten en ik ga kijken naar hoe ze met professionele dansers op de Mariaplaats in Utrecht een voorstelling geven.
Ze namen het terrein in bezit op natuurlijke wijze, elk oppervlak bleek dansbaar. Mijn ogen hadden dat als bewoner van de stad in meer dan dertig jaar niet eerder gezien. De dansers wezen me de weg, lieten me om mezelf heen lopen, terwijl ik dacht dat ik dat al goed kon.
'Dit wil ik op school ook', zegt een van onze leerlingen.
Ik vraag door: Wat is ‘dit’?
Ik herinner me geen antwoord van de leerlinge. Zij was zich nog onbewust van haar verlangen. Ze liet mij daardoor de ruimte om ook niet direct te antwoorden, om de tijd te nemen, de aandacht die ik ‘staandacht’ noem, om na te voelen wat ik had gezien en wat ook mijn verlangen zou zijn.
Voor mij is 'dit' de Gouden Momenten: hoe vaak zijn zij, mijn leerlingen, (deel van) een 'wij' in de Nederlandse samenleving? Wat ik al van de professionals hoorde: vertrouwen. Dat schrijf ik bij deze voorstelling in aangepast Engels: confidance. (Hoe) is er sprake van ontwikkeling in de schakelfase van een leerling van mijn school, de Internationale Schakelklassen? Men is een rups bij binnenkomst, men vertrekt als een vlinder; wat gebeurt er in de pop? Men vindt zijn basis en dat is ook wat er moet gebeuren om daarna te ontwikkelen – dus nee, dat gebeurt niet pas nadat ze bij ons weg zijn.
Mijn school heeft de weg die de leerling aflegt inmiddels benoemd als ‘de weg naar volwassenheid’. Die weg is net als de reis van Odysseus en de weg van het taoïsme een weg die je zelf - maar niet alleen - maakt. Die weg ligt er niet in de vorm van grote voetsporen waarin jij je kleinere schoenen enkel hoeft te plaatsen. Onderwijzen en leren zijn veelal punk: do it yourself. Dat is dus voor de meester en voor de gezel gelijk. Dat zal ik straks in het dansen bewust gaan merken, hoop ik, full partnership zoals ik dat anderhalf jaar geleden ook in de Essential Schools in New York en Boston heb waargenomen.
Geregeld probeer ik uit of ze me al [kunnen] missen en de uitkomst is dit jaar vaak nog teleurstellend. Er is nauwelijks volwassenheid in deze groep. Het hoofd draait naar mij als hij/zij zelf geen idee heeft, het niet weet, het voor het eerst doet. Ik geef ze dus {graag vooral- voeg ik nu toe} een zee van ervaringen, ze doen ervaring op. Zijn het eigen ervaringen, vreten ze het op, verandert het hun doen plus hun denken? Komt er denken aan te pas? Een denker is een individu, niet iemand die een publiek nodig heeft, niet iemand met een doel.
Ook hier weer: de reis is belangrijker dan het doel. Een uitspraak, of een vertaling, die gemakkelijk mis-begrepen kan worden. De reis is niet belangrijker dan de bestemming, maar de reis is belangrijker dan de aankomst. ‘Zonder bestemming zou je niet vertrekken’, zegt Kavafis in de slotregels van zijn gedicht Ithaka. Zonder aankomst is er echter wel degelijk een reis. Zonder de mogelijkheid van winnen zou je niet spelen, maar ook als je nooit 'We Are The Champions'kunt zingen, blijven de meesten van ons toch deelnemer aan het spel. Speel, reis, dans.
Ik ga meedoen op de dansvloer en ik weet niet of ik straks al die bewegingen die er bij mijn taalgezellen altijd zo naturel uitzien, wel in de goede volgorde kan onthouden. Ik heb er zin in en ik vind het reuze spannend.
Je kunt 10 en 12 mei komen kijken of ik er wat van bak.
Rob H. Bekker is leraar Nederlands aan het Ithaka College in Utrecht/Maarssen (voorheen: ISK, Internationale Schakelklassen) en verzorgt er voor nieuwkomers de overgang naar leven, studeren en werken in Nederland.
Reacties