Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

De kwaliteiten van een goede mentor

4 december 2017

Docent Arno van Uden kreeg te horen dat hij mentor zou worden van een eerstejaars klas. Enthousiast maakte hij kennis met de groep 8-ers die hij na de zomer onder zijn hoede zou krijgen. Maar toen sloeg ook de twijfel toe: want wat hebben deze kinderen straks van hem nodig? Hoe zullen zij de school ervaren? Hij besloot te rade te gaan bij de huidige eerstejaars en hun mentor.

Als ik op woensdagmiddag de aula van onze school binnenloop is deze gevuld met toekomstige eerstejaars leerlingen. Zij komen deze middag kennismaken met hun nieuwe klasgenoten en met mij, hun toekomstige mentor. Ik word komend schooljaar mentor van een klas met 22 leerlingen. Welke verhalen brengen zij mee? Wie zijn zij? Wat zijn hun verwachtingen? Wat willen ze bereiken? Welke dynamiek zal er ontstaan binnen de klas?

In de aula word ik voorgesteld en gekoppeld aan de leerlingen. Samen met de klas loop ik naar het lokaal waar de kennismaking zal plaatsvinden. Ik ontvang de leerlingen bij de deur. Ze passeren mij één voor één. Ik zie gespannen, vrolijke, serieuze en nieuwsgierige gezichten. Eenmaal in de klas vraag ik ze wat hun verwachtingen zijn, wat ze fijn vinden aan de overstap naar onze school en waar ze tegenop zien: ‘leuk, maar spannend’, ‘leuk, een nieuwe klas’, ‘ik zie op tegen de toetsen’, ‘moeilijker dan in groep 8’, ‘nieuwe vrienden maken’, ‘superleuk’, ‘nieuwsgierig’, ‘een nieuwe start’, ‘dat ik slechte cijfers haal’, ‘dat ik geen vriendinnen krijg’, ‘gezellig’, ‘boze leraren’, ‘lastig, het leren’.

Nadat de leerlingen weer naar huis zijn en ik alle administratieve handelingen rondom mijn toekomstige mentorklas heb afgewerkt, besluit ik om naar huis te gaan. Op mijn weg terug vraag ik me af wat eigenlijk de verwachtingen waren van de huidige eerstejaars. Hun antwoorden blijken divers: ‘lastig, veel zelfstandig werken’, ‘veel huiswerk’, ‘dat het allemaal wel mee valt en je dus niet zo druk moet maken’, ‘even wennen’, ‘lastig, het plannen’, ‘ik vond het leuk’, ‘dat het niet zo erg is als het lijkt’, ‘dat het echt meevalt en dat je je niet druk hoeft te maken’, ‘blij dat ik deze school gekozen heb’, ‘dat het moeilijker zou zijn’.


Terugkijkend zijn ze overwegend tevreden en viel het ze allemaal erg mee. Maar wat is hierin de rol van hun mentor geweest? Ik besluit haar te vragen wat ze gedaan heeft het afgelopen jaar. ‘Ik probeer ze meer zelfvertrouwen te geven en ondertussen ook steeds zelfstandiger te maken. Daarnaast probeer ik ze tot een groep te vormen, zodat ze steun aan elkaar hebben als er iets gebeurt. Ik reageer snel op de vragen die de leerlingen hebben en wacht niet af. Ook heb ik korte lijntjes met thuis.’

Als belangrijkste waardes noemt ze:

  • (Het gevoel van) veiligheid

  • Structuur

  • Zorgzaam zijn

  • Luisteren


Dit lijkt mij een mentor met aandacht voor de leerlingen, die inzet op een goede relatie met haar leerlingen en hun ouders, op veiligheid en structuur. Een die in verbinding staat met leerlingen, ouders en vakdocenten.

Nu ik!
Na een aantal jaren heb ik dus weer het voorrecht om mentor te mogen zijn van een eerstejaars klas. Wat heb ik deze klas te bieden? Aandacht, vertrouwen, duidelijkheid, vriendelijkheid, gezelligheid, humor, hulp, kortom, een fijne mentor. Een mentor die in het begin zorgt voor de opvang en hen de weg wijst, een mentor die er voor hen is. Hoe ik dat ga doen? Door er gewoon te zijn. Mezelf te zijn. Te luisteren, aandacht te geven, uitleg te geven, tijd te maken en contact te maken én te hebben met de leerlingen en hun ouders. Ze de weg te wijzen. Ze een fijne start te geven. Een gouden basis voor een prachtige schoolperiode!

Arno van Uden is docent op een vmbo-school.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief