Boekbespreking “Wie moet er passen?” – niet alleen rechten, maar ook tot je recht komen
2 november 2022
‘Het hele systeem van opvoeden en onderwijs is ingericht door volwassenen en gericht op later, terwijl voor het kind de dag van vandaag prioriteit heeft.’ Zomaar een citaat uit het nieuwe boek “Wie moet er passen?”, waarin Edith en Arie de Bruin aan de hand van pedagoog Janusz Korczak schrijven over het streven naar en bereiken van inclusief onderwijs. Rikie van Blijswijk las het boek en deelt haar gedachten erover.
Janusz Korczak, de Poolse kinderarts die ook grondlegger is voor de rechten van het kind, is voor Edith en Arie de Bruin dé inspiratiebron om Passend Onderwijs echt te verwezenlijken. Zij schreven samen het boek “Wie moet er passen?”, een lezenswaardige uitgave in samenwerking met de Janusz Korczak Stichting. Vanuit Korczaks leven en werk worden bouwstenen gevonden om elk kind het recht op onderwijs en de toegang tot onderwijs te bieden. Dat recht moet gebaseerd zijn op gelijke kansen, staat in het VN Kinderrechtenverdrag. In een toelichting daarop wordt uitdrukkelijk het begrip “inclusief onderwijs” gebruikt. Om dat te realiseren moeten we het huidige systeem verlaten en het kind echt centraal stellen, stellen de auteurs: ‘Het gaat om een school waarin het kind niet alleen rechten heeft, maar ook tot zijn recht komt.’
In het 125 bladzijden tellende boek schrijven de auteurs over de opvattingen van Janusz Korczak en met name zijn werk voor de rechten van het kind. Daaraan zijn in ieder geval twee bijlagen gewijd. In zes hoofdstukken nemen vader en dochter de Bruin ons mee in waarom het maar niet lukken wil met Passend Onderwijs en hoe onderwijsgevenden het onderwijs wel passend kunnen maken. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal suggesties daartoe. Dat zijn de "Sleutels die passen". In deze boekbespreking zijn een paar voorbeelden daarvan opgenomen. De inleiding van het boek is overigens verzorgd door Luc Stevens, emeritus hoogleraar orthopedagogiek en oprichter van NIVOZ.
Er zijn leraren die zich niet laten leiden door een ingewikkeld systeem van toetsen en testen, dossiers en geldstromen, maar wel door het kind in hun klas
Onderwijssystemen moeten ingericht worden op de ondersteuningsbehoeften van leerlingen
Weer Samen Naar School, de Salamanca Verklaring uit 1994, Passend Onderwijs, inclusief onderwijs… ze zijn allemaal bedoeld om leerlingen met en zonder ondersteuningsbehoeften samen dezelfde school te laten bezoeken. Uit het Eindrapport Evaluatie Passend Onderwijs 2020 blijkt dat er inderdaad een betere organisatie is van de extra ondersteuning voor leerlingen. Voor ouders en leraren blijken er echter minder veranderingen dan gedacht en het effect op leerlingen en studenten blijkt minder goed vast te stellen. Hoe kan dat, vragen Edith en Arie zich af, en wie moet er nu eigenlijk passen? De leerling, de leraar of het systeem? En waarom is het toch zo moeilijk? ‘Bij die verandering in mindset om passend onderwijs mogelijk te maken kan Janusz Korczak ons helpen als inspiratiebron om kinderen dagelijks tot hun recht te laten komen’, aldus de auteurs.
Arie: ‘Er zijn leraren die zich niet laten leiden door een ingewikkeld systeem van toetsen en testen, dossiers en geldstromen, maar wel door het kind in hun klas. Hun geheim? Anders kijken naar kinderen en zien dat dat kind een subject is met rechten en plichten.’ Als illustratie is daar het verhaal over Birgit, een meisje van negen jaar dat niet van lezen houdt en de diagnoses dyslexie en een coördinatie-ontwikkelingsstoornis heeft gekregen. De leraar klaagt dat ze niet vooruit te branden is (lees: lui) en de leesmotivatie is er eigenlijk niet. Tot in een gesprekje met haar blijkt dat ze een brede interesse heeft. De ouders besluiten haar een abonnement op Kidsweek te geven. Iedere week kiest ze daaruit een stukje waarover ze gaat vertellen in de klas. Na verloop van tijd vindt ze dat te kinderachtig, pakt de krant en kiest daaruit onderwerpen. Van een gedemotiveerde non-lezer wordt ze in twee jaar tijd een actieve krantenlezer van elf jaar.
Passend onderwijs en de actualiteit van Korczak
In het boek wordt ook het leven en werk van Korczak uitgebreid beschreven, met de nadruk op de rechten van het kind zoals door hem geformuleerd. Hij is immers een van de belangrijkste grondleggers ervan, en biedt inspiratie voor het bewerkstelligen van onderwijs dat past. ‘Het systeem loopt tegen zijn grenzen aan en zit ons dwars daarin. Hoort een kind hier, is een vraag die je moet overslaan. Het kind is er! De juiste vraag is hoe kunnen wij ervoor zorgen dat dat het kind hier en nu tot zijn tot zijn recht komt,’ schrijft De Bruin, om te vervolgen met de nadelen van het jaarklassensysteem, dat ons veel gebracht heeft. ‘Maar’, zo houdt hij de lezer voor, ‘er kleven ook nadelen aan op het pedagogische vlak, namelijk de voortdurende beoordeling en vergelijking met een standaard, waardoor termen ontstaan als achterstand, zwakke leerlingen en achterlopen. Kindgericht onderwijs betekent dat de mogelijkheden en kwaliteiten van elk kind centraal staan.’
Hoe kijkt Korczak dan naar het kind? Karakteristiek is dat hij hun perspectief inneemt en daarnaar handelt:
- Alle kinderen werden opgenomen in zijn weeshuis, ongeacht waar ze vandaan kwamen, wat ze konden en wilden. Ze bleven er ook op een enkeling in al die jaren na.
- Kinderen kregen de verantwoordelijkheid voor nieuwkomers en zorgen er samen voor dat het goed gaat.
- Hij gaf een stem aan alle leerlingen in de proefperiode van een nieuwkomer.
- Hij maakte het passend voor iedereen door leerlingen medewerkers te noemen. Ze participeren in de hele organisatie en hij stelt nadrukkelijk dat het zonder hen niet gaat. De inbreng en mening van elke medewerker is essentieel.
De problemen met passend onderwijs zijn terug te voeren op het gegeven dat we onvoldoende het gezichtspunt van het kind serieus nemen en zorgen dat het kind in het bestaande systeem past.
‘In onze samenleving staat echter het perspectief van volwassenen centraal en hebben kinderen geen recht van spreken’, stelt de Bruin. ‘Het hele systeem van opvoeden en onderwijs is ingericht door volwassenen en gericht op later, terwijl voor het kind de dag van vandaag prioriteit heeft. De problemen met passend onderwijs zijn terug te voeren op het gegeven dat we onvoldoende het gezichtspunt van het kind serieus nemen en zorgen dat het kind in het bestaande systeem past.’ Korczak leert om anders te kijken naar kinderen en naar de vanzelfsprekendheden in onderwijs en opvoeding, Zijn pedagogiek is geen model noch handleiding. Iedere opvoeder moet de advocaat van een kind zijn en opkomen voor het kind.
Een sleutel die past: Vraag kinderen een gebruiksaanwijzing over zichzelf te maken voor de volwassenen die met hem werken en samenleven.
Elk kind heeft een eigen persoonlijkheid en het mag zijn wie het is
Dat wil zoveel zeggen als dat het kind van zichzelf is en zijn eigen leven leeft. ‘Dat wil niet zeggen dat het mag doen en laten wat het wil’, voegt de Bruin daar meteen aan toe. Opnieuw komt het jaarklassensysteem in het geding, want ‘het is wellicht efficiënt om leerlingen in te kunnen delen in A-tjes, B-tjes of zonnetjes en sterretjes, maar dat gaat niet uit van de verschillen tussen de kinderen die er zijn. Hoe kan een kind dan achterlopen in zijn eigen individuele ontwikkeling? In Passend Onderwijs gaat het er juist om dat kinderen niet gelijk behandeld moeten worden, omdat ze niet gelijk zijn. We moeten ons focussen op de mogelijkheden van het kind en hem/haar daarin bevestigen. Leraren dragen de pedagogische verantwoordelijkheid om daarin te voorzien’, stellen de auteurs.
Een sleutel die past: Leg aan de groep uit dat een ogenschijnlijk gelijke prestatie tot een heel andere beoordeling kan leiden.
Het kind in de groep
Een mens is een sociaal wezen en is voor zijn bestaan afhankelijk van zijn relatie met anderen. Hij speelt in elke situatie een andere rol. Een kind is zowel een straatkind als een schoolkind, een thuiskind, een leider, een afwachtend kind. Passend onderwijs vraagt dus soms ook gewoon om een andere leraar voor wellicht een andere, hechtere relatie.
Sleutel die past: Elk kind moet ervaren dat het niet gemist kan worden. Geef ieder kind een taak in de organisatie binnen de klas of school.
Rechten van het kind
Alle kinderen hebben recht op onderwijs en de toegang tot onderwijs moet gebaseerd zijn op gelijke kansen, zo staat in het VN Kinderrechtenverdrag. In een toelichting gebruikt het VN Kinderrechtenverdrag uitdrukkelijk het begrip “inclusief onderwijs”. Passend onderwijs is dan ook een verplichting. Om dit te realiseren moeten we het huidige systeem verlaten, om het kind echt centraal te stellen en zijn ontwikkeling te volgen. Het gaat om een school waarin het kind niet alleen rechten heeft , maar ook tot zijn recht komt, vanuit de drie grondrechten die Korczak heeft geformuleerd:
- Het recht van het kind te zijn wat hij is
- Het recht van het kind op de dood
- Het recht van het kind op de dag van vandaag
De leraar als opvoeder
Om kinderen tot hun recht te laten komen mogen zij, volgens Korczak, ook best eisen stellen. ‘Zij verlangen een leraar die hen met respect behandelt, iemand die om hen geeft, die hen serieus neemt en als volwaardig mensen behandelt. Hij moet natuurlijk ook verstand hebben van didactiek en de leerstof zelf begrijpen.’ Korczak heeft geen afvinklijstje gemaakt, maar beschreven wie hij moet zijn om opvoeder te kunnen zijn. Daarmee geeft hij tevens zijn visie op de mens/hetkind. Tot op de dag van vandaag zijn deze waarden en zijn inzichten waardevol.
Een sleutel die past: Wat heb je geleerd van het kind waar je als leraar vaak moeite mee hebt?
Elke opvoeder is een rolmodel. Een stabiel hechtingsproces in de jonge jaren is fundamenteel voor de rest van je leven. Als leraar speel je daarin een belangrijke rol. Korczak pleit dan ook voor een participerende pedagogiek en benadrukt daarmee de gelijkwaardigheid tussen hem en de kinderen, ook in moreel opzicht. In het onderwijs is het vanzelfsprekend dat kinderen binnen het systeem moeten functioneren en dezelfde leerstof in hetzelfde tempo in dezelfde fase van hun leven zich eigen maken. Om die vanzelfsprekendheid los te durven laten is Korczak wederom behulpzaam: Hij ziet kinderen als de experts in hun eigen leven die een heleboel van de wereld nog niet weten (dat geldt trouwens ook voor volwassenen) en hij heeft een grenzeloos vertrouwen in de eigen kracht van kinderen om zichzelf te ontwikkelen. ‘Korczak zegt niet dat het niet goed zou zijn om leerstof aan te bieden, maar pleit ervoor om die leerstof in ieder geval betekenisvol te laten zijn in het leven van het kind, vandaag, hier en nu.’ Ook Korczak zegt dus, evenals Freire en Freinet, dat ‘kinderen niet participeren en oefenen voor later, maar iets te zeggen hebben over de wereld waarin ze nu leven.’ In de ogen van de auteurs zou school haar volwaardige plaats in de samenleving moeten opeisen, waarin autonomie, competentie en relatie centraal staan. Het werk dat kinderen uitvoeren en waar zij heel veel van (kunnen) leren moet een direct verband hebben met het leven en de maatschappij. Kinderen worden in onze tijd schromelijk onderschat, want zij kunnen een veel grotere bijdrage leveren aan de samenleving dan men denkt.
Veel wijsheid
In het laatste hoofdstuk van het boek zetten de auteurs nog even op een rijtje wat de veranderende mindset inhoudt en volgt een beknopte samenvatting van wat zij in de voorafgaande hoofdstukken hebben willen zeggen.
En dat is veel wijsheid. Allereerst vanuit de visie van Korczak, die op een degelijke manier wordt gedeeld. Het boek stemt tot nadenken. Vanuit de visie op het kind, zijn rechten en zijn autonomie stellen de auteurs een radicale andere manier van Passend Onderwijs voor. Dat begint met anders kijken en luisteren naar het kind. Wie dat doet, kan soms met hele kleine ingrepen zijn onderwijs passend maken voor elk kind, zodat het hier en nu gelukkig kan zijn. Niemand heeft gewacht op dit boek, maar nu het er is, is het aan te bevelen voor iedereen. Het is meer dan welkom in het gesprek over hoe nu verder met onderwijs aan zoveel verschillende prachtige kinderen.
Bruin, E. de, Bruin A. de (2022) Wie moet er passen? Korczak voor passend onderwijs. Amsterdam: Uitgeverij SWP
Reacties