De vraag na "horrorverhaal" van Karen Heij: ‘Wie gaat dit de kinderen vertellen?’
18 april 2022
Wacht u voor het jongerenprotest van 2024? Rob H. Bekker – al 35 jaar leerkracht op Ithaka internationale schakelklassen in Utrecht – was niet de enige die woensdagavond 13 april bijkans van zijn stoel werd geblazen door Karen Heij met haar onthutsende bevindingen over de 'eindtoets basisonderwijs', die onderwijsprofessionals, leerlingen en hun ouders steeds steviger in een greep houdt. Een horrorverhaal, zo betitelt Rob het pijnlijke relaas van Heij op de NIVOZ-onderwijsavond, al eerder prachtig uitgewerkt in een baanbrekend proefschrift. Dit is zijn belevenis, in eigen woorden, met blijvende verontwaardiging en een vraag die bleef hangen: ‘Wie gaat dit de kinderen vertellen?’
Nederland begint* een rotland te worden en persoonlijk heb ik er enkel in mijn hoofd last van.
Het is een zeurend gevoel van jaren dat ik nauwelijks waarnam. Zoiets als het in een school-gebouw doorgaande geluid dat je niet via je oren waarneemt maar via je zenuwbanen. We zouden met ons allen moeten afspreken om nooit, maar dan ook nooit, harder te spreken dan onze gezellen om het volume op een lekker menselijk gewenst niveau terug te brengen of te handhaven. Zo begint immers de dag nadat je in je eentje droomde in bed.
De driedeling van extreem links en extreem rechts versus de elite van de geest - waar in principe iedereen toe kan behoren volgens de dichter Lucebert - doet pijn op dit moment, maar het is nog een aanvaardbare pijn.
De ruiten en de ogen van mijn generatie zijn tot op de dag van vandaag heel gebleven. Maar als na de oude witte mannen Fortuyn en Engel ‘de Nederlandse jonge lichtbruine Thunberg’ opstaat als startsein van actie na wekenlang beheerst zitten, dan zal het te laat zijn voor wie forceren of het creëren van tegenstellingen radicaal blijft afwijzen. Voor mij dus. Voor de mensen van mijn generatie die zijn eigen leven maakte, beter dan het leven van onze ploeterende ouders die voordat ze oma en opa werden zijn overleden.
Woensdagavond 13 mei 2022 luisterden we naar een verhaal dat mijn toets-negatie vilein onderbouwde. Voor de jonge mens in ons land maakt het niet uit hoe die ploetert want hij/zij gaat niet omhoog komen door het simpele wrange feit dat de verdeling al cynisch vaststaat: 20% moet naar het vwo, 50% moet naar het vmbo en als de onderwijsfuikgevangenen in die hokjes hoofd=hoog en hand=laag zijn geloosd, blijft er nog 30% havo-hybriden over. Gelijkmatig ademend hoorden we dit horrorverhaal van Karen Heij aan.
Zij nam haar ‘dynamiet’ om half tien weer in natte doeken mee naar huis, maar als de jeugd er weet van krijgt dan zal het huis van het onderwijs op zijn grondvesten trillen, anders dan het gehang in de banken van zaal Maitland zonder waarneembare zuchten van verontwaardiging (die er ongetwijfeld wel was) op de dag dat ik mijn 65e verjaardag vierde.
Ik, onheilsprofeet, zal het met lede ogen aanzien vanaf de tribune wanneer het protest van de jeugd in 2024 als lava zal vloeien.
Het was met 125 bevlogen onderwijsmensen gezellig wennen aan ons hernieuwde samenzijn in plaats van geschillig rond het dynamiet [dixit Paul Frissen] van Heij. ‘Jullie kunnen op ons rekenen’, sloot Luc Stevens - hij kan het gelukkig niet laten - improviserend af. Ik betwijfel of er in de zaal veel mensen zaten die daarvoor tekenen. Dat rijmt in de taal, maar niet in het leven op school. Coronamoeheid?
Er waren zeven vragen uit de zaal en zes daarvan werden beantwoord.
Ik vroeg of de leerlingen het nieuws dat Karen Heij over ons uitrolde al kenden, en wie het hen zou gaan vertellen. Applaus uit de zaal, stilte op het podium waar men doorschakelde naar de volgende vraag.
Ik verwonder mij daar 24 uur later nog steeds over, in mijn eentje?
Rob H. Bekker
(mag nog twee jaar door op Ithaka internationale schakelklassen in Utrecht)
*begint? We nemen het al jaren waar hoe de hippe fietsersmentaliteit [“ik kan er nog wel even snel tussendoor”] is doorgeslagen in IKKE IKKE zal de rest graag laten STIKKEN. ‘Corruptie komt in Nederland niet voor’, heb ik in de lokalen van alle tien locaties van Ithaka, voor de huidige waar ik mijn taalarbeid verricht, gezegd & geloofd. Nederland is sindsdien meer en meer een HOL LAND geworden, een pot zonder oren, ook wel ‘doofpot’ genoemd.
Mijn vader vertelde niets over zijn drie jaren in ONS INDIË (op één letter na een anagram van Indonesië) en toen ik er drie jaar geleden les over ging geven aan mijn taalgezellen, luchtte het me op om dat een zwarte bladzijde te noemen, gecorrigeerd door de jongeren: donkere bladzijde.
Reacties