Zwijgende Marieke
4 januari 2021
‘Dat kinderen een diepe indruk op een stamgroepleider kunnen maken was mij ooit eens verteld. Het kan voorkomen dat het wezen van een kind onder je huid kruipt en dat je het spreekwoordelijk gezien mee naar huis neemt. Dat mij dit zou overkomen had ik niet gedacht’, vertelt Remko Fijbes over Marieke, de zwijgende nieuwkomer in zijn stamgroep. Pas weken later, bij een poppenproject, verbreekt Marieke haar stilte.
Daar was ze opeens, na haar verhuizing, als nieuwe leerling en lid van de stamgroep. Op een maandagochtend kort na de zomervakantie werd Marieke (niet het meisje op de foto, red.) bij mij in het lokaal naar binnen geschoven. Samen met haar moeder kwam ze kennismaken. Ik had, samen met een paar kinderen een welkom voorbereid. Kinderen in de kring en op het schoolbord een lieve tekening en een welkomstwoord. Een stoeltje, waarop ze na mijn aanwijzing ging zitten, stond in de kring gereed en een plaats in een tafelgroepje was voor haar geregeld.
Nadat haar moeder was vertrokken konden we beginnen aan de schoolweek met Marieke als nieuwe leerling. Maar van een leuke introductieviering kwam niets terecht. Marieke zei niets. Helemaal niets. Zij beantwoordde geen enkele vraag, sprak niet, maakte geen oogcontact, zat als een klein standbeeldje tegenover mij in de kring en was zoals het leek wat angstig. Een leuk liedje Welkom, welkom in onze groep (met gitaar erbij) maakte zo te zien geen indruk. Een pijnlijke situatie voor een sociaal sterke stamgroep en voor mij als meester. “Meester, Marieke zegt helemaal niks.”
Een blik, een glimlach
Zo bleef het een paar maanden. Tijdens de kringen kwamen er allerlei gespreksonderwerpen aan de orde maar Marieke zei niets, ze zweeg, reageerde alleen met haar ogen. Langzamerhand gaf ze uiterlijk blijk van betrokkenheid. Een glimlach bij een grappige gebeurtenis, maar samen een werkje doen in de tafelgroep was er in die periode niet bij. De kinderen in de groep hadden het na verloop van een paar weken en tal van initiatieven opgegeven haar vriendjes en vriendinnetjes te worden.
Tijdens het buitenspelen bleef Marieke op een afstandje toekijken hoe de andere kinderen zich vermaakten en bij de vrije momenten in de groep hield ze zich afzijdig. Mijn aanmoedigingen en pogingen haar actief aan groepsactiviteiten te laten meedoen hadden weinig tot geen effect. Tips en adviezen van collega’s haalden niets uit. In contact komen met haar ouders was zeer problematisch. De informatie uit de overdracht van haar vorige school gaf geen hulp. Dat ze cognitief op een voldoende niveau zat gaf mij enig vertrouwen.
Blokkades
Hoe kon ik dit zwijgende meisje uit haar hol lokken en haar sociaal-emotionele blokkades wegnemen? Mijn gevoel, noem het intuïtie, vertelde mij dat er ‘iets’ moest zijn waardoor ik haar zou kunnen helpen. Ook kreeg ik van Marieke zelf de nodige signalen waaruit bleek dat ze wel wilde, maar op dat moment niet kon. Ik zag het aan haar ogen en merkte aan haar reacties dat ze erbij wilde horen. Ik nam haar figuurlijk gesproken mee naar huis, dacht na, sprak erover en zocht advies.
Dat er met Marieke meer aan de hand was en dat het zwijgen niet het enige was om mij zorgen over te maken was eigenlijk vanaf het begin duidelijk. Marieke zag er onverzorgd en verwaarloosd uit. Haar kleren waren aan de krappe kant en zagen er smoezelig uit. Soms zaten er in haar sokjes enorme gaten en ze droeg tot ver na de herfstvakantie sandalen en dunne zomerjurkjes. Later droeg ze wel spijkerbroeken en truien. Marieke had mooie, grote ogen en een lief gezicht. Opvallend was haar lange en dikke haardos die altijd schoon en mooi gekamd over haar schouders viel. Een gymnastiekpakje had ze niet. Van mijn buurvrouw kreeg ik een turnpakje en zo kon Marieke meedoen met de gymlessen. Bij de leerlingenbespreking kwam ze inmiddels in ‘de zorglijn’.
Een handpop op haar schouder
Er kwam uiteindelijk een verandering en het zwijgzame kind bleef niet langer stil. Het stilstaande beekje werd een stromend riviertje. Na de herfstvakantie hadden we het project ‘poppen’. Mijn stamgroep had voor de creatieve verwerking van dit onderwerp gekozen voor handpoppen. Ik had als introductie een handpop meegenomen van huis. Een grappige pop, Poep Piep genaamd. In de kring zat Marieke op haar vaste plaats naast mij. Poep Piep legde, in mijn hand, zijn hoofd op de schouder van Marieke en vroeg haar of zij mee wilde doen met ‘het avontuur’. Marieke schoot in de lach en zei toen: “Ja natuurlijk!”.
Dat was het eerste wat ik van haar hoorde. Poep Piep nam een klein interview met haar af en op elke vraag gaf ze antwoord. Ze lachte van oor tot oor. Marieke had een stem! Na dit toneelstukje klonk er een applaus uit de groep. “Je kan dus praten?”, vroeg iemand. “Ja natuurlijk, wat denk jij dan?”, zei ze.
Ik heb Poep Piep nog een poosje gebruikt om met haar te praten en een vertrouwensband op te bouwen. Marieke begon steeds meer uit zichzelf te vertellen en met mij te praten. Poep Piep werd haar vaste begeleider in de kring. Langzamerhand werd ze een gewoon meisje in de groep en op 5 december stond ze naast Sinterklaas en zong een liedje.
Moeders brief
Parallel aan deze positieve ontwikkeling verbeterde het contact met haar moeder. Op een dag lukte het mij zowaar om ver na schooltijd met moeder te praten. Achteraf bleek dit het enige echte en serieuze gesprek te zijn. Ik deed verslag van de positieve ontwikkeling. Ik herinner me hoe moeder zich hulde in nogal ‘wollig’ taalgebruik. En ook zie ik de opvallende gelijkenis in uiterlijk met haar dochter weer voor me. Maar meest opvallend waren de armen van Mariekes moeder: onderarmen met een niet te tellen hoeveelheid littekens. Horizontale, smalle en bredere littekens. Het leken snijwonden.
Een paar maanden later kreeg ik een briefje van haar. Marieke mocht niet deelnemen aan de gymnastieklessen samen met jongens: “Haar gouden lichaam mag niet worden besmet met lust en niet worden bekeken door jongens met ontluikende gevoelens. Haar lichaam moet rein blijven en niet worden besmet met de lelijke groene aanslag die je op inferieur koper kan aantreffen.”
‘Zelfs als we elk ons weegs gegaan waren, nam ik haar mee naar huis. In mijn hoofd, in de zorgen die ik over haar had.’
Vroeg op school
Marieke stond na de jaarwisseling elke ochtend om tien voor acht uur bij de voordeur van de school. Ik zette koffie voor de collega’s en in de stamgroep zetten Marieke en ik samen de spulletjes klaar voor de komende dag. Ze praatte honderd uit en vertelde over de avonturen in haar hoofd en over de boeken die ze las. Na schooltijd stond ze bij mijn fiets en wachtte totdat ik naar huis zou gaan. “Ik loop een stukje met je mee, meester.” En dat deed ze ook. Op de kruising ging ze rechtsaf en ik links.
Maar zelfs als we elk ons weegs gegaan waren, nam ik haar mee naar huis. In mijn hoofd, in de zorgen die ik over haar had. Over het probleem dat ik voorvoelde: er moest iets gedaan worden! Gevoelsmatig hadden we als team haar het liefst mee naar huis genomen, voorgelezen en toegedekt. Haar jongere zusje in de onderbouw gaf bij de collega’s ook de nodige signalen af van ernstige verwaarlozing.
En weer weg
Een afgedwongen huisbezoek bij de familie gaf de doorslag. In de keuken stonden twee grote kleiovens waarin olielampjes en ‘pijpjes’ werden gebakken voor het consumeren van marihuana. De huiselijke situatie was bizar. Als schoolteam schakelden we een vertrouwensarts in, die contact had met de Raad van Kinderbescherming. Er zouden stappen worden ondernomen. En dat gebeurde ook. Marieke en haar familie werden onder toezicht geplaatst.
Na de volgende zomervakantie was Marieke verdwenen van school. Een volgende verhuizing, een andere stad en een andere school. Plotseling, zoals ze gekomen was. We waren haar kwijt. Maar nog altijd spookt ze door mijn herinneringen: het zwijgzame kind. De verhalen in haar hoofd. Haar verbeelding. Haar contact met Poep Piep. Misschien schrijft ze nu kinderboeken. Ik hoop het zo.
Remko Fijbes zwaaide vorig schooljaar af, na bijna veertig jaar trouwe jenaplandienst. In de serie ‘Opslaan als: juweeltjes’ deelt hij momenten uit zijn jaren als stamgroepleider.
Dit artikel verscheen in het decembernummer van Jenaplanmagazine Mensenkinderen (pdf) en is met permissie overgenomen.
Reacties