Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

'Werken aan morele cultuur die de ontwikkeling van "leraren met karakter" verder stimuleert'

2 januari 2014

Het kan gebeuren dat je klaar bent met het becijferen van werkstukken, en dat er toch iets blijft knagen. Geef je de werkstukken de cijfers die ze op zich waard zijn, alsof je niet weet wie ze geschreven hebben? Of geef je Matthijs een hoger cijfer om hem een steuntje in de rug te geven, terwijl je Janneke een lager cijfer geeft omdat ze beter had gekund? Houd je bij het beoordelen wel genoeg rekening met individuele verschillen, of moet je ook de ontwikkeling tussen de opdrachten beoordelen? Wat is rechtvaardig om te doen? Wouter Sanderse stelde de vragen bij zijn installatie tot lector ‘Beroepsethiek van de leraar’ bij Fontys. Van zijn rede hieronder een weergave. 'Leraren met karakter'.

wouterIn november 2012 is dr. Wouter Sanderse binnen het educatieve domein van Fontys aangesteld als lector Beroepsethiek van de leraar. Hij begeleidt het praktijkgerichte onderzoek van de kenniskring, waarin lerarenopleiders uit het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs zijn vertegenwoordigd.

Je dacht dat je werkstukken altijd goed beoordeelde, maar het blijkt bij nader inzien toch niet zo gemakkelijk om je keuzes te rechtvaardigen. Hoe langer je erover nadenkt, hoe onduidelijker je beroepsmoraal eigenlijk wordt.

Omdat je graag wil weten hoe je collega’s met zo’n situatie omgaan, besluit je het onderwerp tijdens een teamoverleg te agenderen. Wellicht is er gelijk grote overeenstemming over wat goed is om te doen. Er is dan een grote gedeelde beroepsmoraal.

Maar het kan ook zijn dat de casus allerlei verschillende reacties uitlokt. De een zal het ‘onprofessioneel’ vinden om de ijver van de studenten mee te laten tellen. Je moet als docent immers zo onpersoonlijk mogelijk zijn. Een tweede stelt dat je ijver niet moet meerekenen, omdat dit niet in de toetsmatrijs voorkomt. En een derde vindt dat je de inzet van Matthijs wel moet waarderen, maar op een andere manier. In plaats van een hoger cijfer kun je hem ook een compliment geven.

De reacties kunnen de verwarring alleen maar groter maken. Je collega’s zijn het erover eens dat een hoger cijfer voor Matthijs niet gepast is, maar voeren daarvoor uiteenlopende redenen aan. Hoewel je daar nog wel langer over zou willen doorpraten, verschuift het gesprek naar een ander onderwerp. Afijn, je weet nu in ieder geval wat onder je directe collega’s de heersende opvattingen over eerlijke beoordelingen zijn.

Een leraar ontwikkelt zich als ‘morele professional’ als hij zulke cases aangrijpt om zijn morele opvattingen en houdingen te bevragen en te ontwikkelen, omdat hij zich realiseert dat de keuzes die hij maakt van invloed zijn op de ontwikkeling en het welzijn van de leerlingen.

De cijfers die de docent geeft, bepalen namelijk niet alleen of Matthijs en Janneke het vak halen, maar ook hoe ze het halen, dat wil zeggen welke houding de leerlingen aannemen ten opzichte van hun eigen presentatie. Sluiten ze het vak trots af, of teleurgesteld? En is het überhaupt erg om af en toe teleurgesteld te zijn?

Natuurlijk ben jij maar één docent, en gaat het maar om één vak. Maar als alle collega’s meer samen zouden nadenken over de vraag waarom sommige factoren wel of niet worden meegenomen in een beoordeling, dan zou dat studenten ten goede komen.

Lees verder

wouter

Samenvatting


In deze rede ben ik ingegaan op de vraag wat het voor leraren betekent om een beroepsethiek te hebben. Leraren die ‘aan beroepsethiek doen’, reflecteren collectief en systematisch op de morele aspecten van hun werk, zodat een gemeenschap van morele professionals ontstaat, die zich met hart en ziel inzet voor onderwijs, waarin kinderen als mens kunnen florereren.

We zagen dat er door politiek en samenleving een groot belang aan de moreelvormende taak van het onderwijs wordt gehecht, en dat er rond de kennisbases allerlei initiatieven in het onderwijs zijn die deze taak volmondig onderstrepen.

Wel stuitten we op enkele problemen. We zagen dat een subjectieve opvatting van moraal en de overwaardering van kennis over ‘wat werkt’ een echt gesprek over morele issues bemoeilijkt. Ook constateerden we dat er een flinke kloof gaapt tussen het belang dat aan de morele dimensie van het leraarschap wordt gehecht en de expliciete aandacht die er in de lerarenopleidingen aan wordt besteed.

Vervolgens heb ik laten zien uit welke bronnen we kunnen putten om een beroepsethiek verder vorm te geven. Hoewel de dialoog voor leraren een belangrijk instrument is om hun beroepsethiek vorm te geven, heb ik laten zien dat de filosofie die dialoog aan kwaliteit laat winnen. Na een verkenning van het idee een beroepscode te ontwikkelen, heb ik laten zien dat een deugdenbenadering in staat is om prangende vragen rond de kwaliteit van de ‘persoon van de leraar’ op te helderen.

Het is duidelijk geworden dat van een goede leraar meer dan alleen codeconform gedrag mag worden verwacht. Leraren hebben professionele deugden nodig om optimaal te kunnen bijdragen aan de vorming van leerlingen tot goede, geslaagde mensen. Tenslotte leverde de deugdenbenadering een agenda op waaraan lerarenopleidingen kunnen werken om een morele cultuur te krijgen die de ontwikkeling van leraren met karakter verder stimuleert.

Recensie van Simon Verwer:

Het werk van Sanderse doet er toe


De moreel-pedagogische vorming van leraren is een belangrijk onderwerp dat in de meeste lerarenopleidingen én in het hedendaagse onderwijsdebat weinig ter sprake komt. Dat dit zonde is wordt op overtuigende wijze geïllustreerd door de lectorale rede van Wouter Sanderse. In deze korte bespreking wil ik wijzen op het belang van zijn werk, in gaan op zijn ideaal van de leraar als ‘morele professional’ en zijn verhaal toetsen aan de dagelijkse praktijk.

Een jonge filosoof die vanuit het HBO als lector een deugdenbenadering uiteenzet, waardoor leraren zich tot ‘morele professionals’ zouden kunnen ontwikkelen. Het klinkt ambitieus en dat is het ook. En gelukkig maar. Want wat Sanderse doet is niets minder dan leraren handvatten geven om hun beroepspraktijk weer toe te eigenen om zelf te kunnen oordelen over wat ‘goed’ onderwijs is. En aan dit type eigen wijze leraren is grote behoefte.

Het is namelijk niet overdreven om te stellen dat leraren zich de afgelopen decennia zich zowel het ‘Wat’, het ‘Waarom’ en, in sommige voorbeelden, zelfs het ‘Hoe’ van hun arbeid hebben laten afpakken. Een van de oorzaken van deze kwalijke ontwikkeling was dat leraren intellectueel niet opgewassen waren tegen allerlei experts (lees: hoogleraren, bestuurders, politici) die het beter wisten. Kortom: het werk van Sanderse doet er toe.

Lees verder

Over Wouter Sanderse


Dr. Wouter Sanderse  (1982) studeerde Bedrijfscommunicatie en Filosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Na zijn studies werkte hij als junior-onderzoeker aan dezelfde universiteit, waar hij in 2012 promoveerde op een proefschrift over een Aristotelische benadering van morele vorming in het onderwijs. Hij verbleef voor zijn onderzoek enkele malen bij buitenlandse experts aan de University of Edinburgh (Schotland), H.sk.li .slands (IJsland) en de University of Rochester (Verenigde Staten).

In november 2012 is Wouter binnen het educatieve domein van Fontys aangesteld als lector Beroepsethiek van de leraar. Hij begeleidt het praktijkgerichte onderzoek van de kenniskring, waarin lerarenopleiders uit het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs zijn vertegenwoordigd. Het lectoraat combineert hij vanaf september 2013 met een aanstelling als research fellow bij het Jubilee Centre for Character and Values van de University of Birmingham (Engeland).

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief