Over pandemisch onderwijs: ‘De reden dat ik voor het leraarschap heb gekozen, ben ik kwijt.’
5 juni 2020
‘De reden dat ik voor het leraarschap heb gekozen, ben ik kwijt in dit pandemisch onderwijs op afstand,’ schrijft Monique van den Heuvel, hoofddocent Pedagogiek en Didactiek bij het Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam. ‘Ik hou van mensen en wil ze bijstaan in hun groei en ontwikkeling: ze zien en doorzien. Maar op dit moment is de kwaliteit van de interactie voor mij beneden pedagogisch niveau.’ Mieke de Wit tekende haar verhaal op.
Als student-leraar Nederlands en Drama noemde ik me mezelf een ‘geboren docent’. Grootspraak natuurlijk, want ik voerde op school niks uit. Daar werd ik alleen enthousiast als ik in de lerarenopleiding bezig was met jeugdliteratuur en theater. Maar als ik stage liep, gebeurde er wat. Ik bleek een natuurlijke autoriteit te hebben en had erg veel plezier met de leerlingen en in het lesgeven. Op een gegeven moment deed ik een dramaspecialisatie, waarin we een les moesten geven aan medestudenten. In die les had ik mijn hele ziel en zaligheid gelegd. Na afloop was ik helemaal rood en opgewonden. Verwachtingsvol keek ik naar mijn docent, Annette van der Post. Een hele tijd zei zij niets. De spanning liep op. Toen zei ze rustig: ‘Je bent inderdaad een geboren docent.’
Als ik dit vertel voel ik nog steeds diezelfde emotie van toen. Een enorme vreugde, maar ook de zekerheid dat ze me door had. Het meisje met een grote bek en een klein hartje dat haar onzekerheid verborg achter een nonchalante houding. Ik voelde me gezien, maar ook doorzien.
De reden dat ik voor het leraarschap heb gekozen, ben ik kwijt in dit pandemisch onderwijs op afstand. Ik hou van mensen en wil ze bijstaan in hun groei en ontwikkeling: ze zien en doorzien. Maar op dit moment is de kwaliteit van de interactie voor mij beneden pedagogisch niveau.
Het begint bij mezelf. Mijn hersenen registreren een beeldscherm en dan ga ik me anders gedragen. Ik word een beetje een zendeling, mijn stem wordt anders. Het is alsof ik meer m’n best ga doen om de ander te bereiken. Maar ik blijf het gevoel houden dat ik een radio-uitzending verzorg. Er is wel interactie, maar wat is de kwaliteit van die interactie? Het is geen echte dialoog. Na afloop van zo’n sessie ben ik kapot, vanwege het zoeken naar contact dat ik naar mijn gevoel niet krijg. De bezieling waarmee ik voor de klas sta, verlies ik online en humor slaat dood.
Het begint bij mezelf. Mijn hersenen registreren een beeldscherm en dan ga ik me anders gedragen. Ik word een beetje een zendeling.''
Je staat trouwens normaal gesproken niet eens vóór de klas, maar je loopt erdoor. Je gaat eens naast iemand zitten die dat nodig heeft. Je tikt iemand op de klep van de pet, omdat je zijn ogen niet ziet. Je deelt dezelfde (soms muffe) geur. Je ademt dezelfde zuurstof in. Ik had een student die altijd met oortjes binnen kwam. ‘Ha,’ riep ik dan, ‘heb je weer spaghetti in je oren’ en dan gingen die oortjes uit. Je begroet ze één voor één bij binnenkomst, je hebt een woord voor iedereen, maar de rest hoeft daar niet braaf naar te luisteren, waardoor het geen uitputtende exercitie wordt.
Waar ik me het meest zorgen over maak, is de kwaliteit van onderwijs voor de studenten van onze eigen lerarenopleiding. Die moeten zoveel missen op dit moment. De afgelopen weken woonde ik online lessen bij op het vmbo en mbo bij mijn studenten. Ik heb een oneindige bewondering voor hun positiviteit en bemoedigende houding, maar ik vraag me wel af wat de leerlingen van deze lessen hebben opgestoken. Natuurlijk zijn er werkvormen en didactische trucjes om mensen te betrekken. Maar leerlingen zeggen op de vraag 'heb je het begrepen’ snel ‘ja’. In de klas voel je of ze het echt hebben begrepen. Online moet je daarop hopen. Zeker als de beeldschermen op zwart staan.
Ik heb een oneindige bewondering voor hun positiviteit en bemoedigende houding, maar ik vraag me wel af wat de leerlingen van deze lessen hebben opgestoken.''
Dat bijstaan komt hevig in de knel. Hoogleraar Gert Biesta – verbonden aan de NIVOZ-leerstoel Pedagogische dimensies’ – spreekt over de drie domeinen binnen het onderwijs: kwalificatie, socialisatie en subjectivering. Om een gekwalificeerde beroepsuitoefenaar te worden, moet je niet alleen over kennis beschikken, maar ook handelingsbekwaam zijn. Die handelingsbekwaamheid leer je door te doen: in een laboratorium, een stuurhut, met rollenspelen bijvoorbeeld. Laat de verpleegkundige die alleen online heeft geleerd hoe te prikken, aan mijn arm voorbij gaan.
Voor socialisatie heb je de ander nodig. De blik van de ander zorgt ervoor dat je je als mens ontwikkelt. Ik merk trouwens nu ook dat ikzelf studenten in levende lijve nodig heb om als leraar tot leven te komen. Maar dit terzijde. Socialiseren doen studenten voor een gedeelte onderling. Uit enquêtes blijkt dat studenten dat contact ontzettend missen. Ik snap dat volkomen. Je deelt lief en vooral ook leed. Je versterkt elkaars kwaliteiten, je legt dingen aan elkaar uit en je motiveert elkaar.
Voor socialisatie heb je de ander nodig. De blik van de ander zorgt ervoor dat je je als mens ontwikkelt.''
Als docent heb je daarin ook een belangrijke rol . Dankzij de diversiteit van de studentenpopulatie komen veel studenten op de Hogeschool Rotterdam voor het eerst in aanraking met mensen uit een heel andere bevolkingsgroep. Een goede docent creëert een veilige bedding voor een vruchtbare groepsdynamiek, door de verschillende (denk-)werelden in contact met elkaar te brengen. Je zorgt voor een sfeer van onderling begrip, je moedigt studenten aan kennis te nemen van en zich te verdiepen in de ander. Een goede docent signaleert ook de gevolgen van verschillende (denk-) werelden. Je merkt bijvoorbeeld op dat sommige studenten het een afgang vinden om vragen te stellen: ‘Want dan denkt u dat ik dom ben.’
Het laatste domein dat Gert Biesta noemt, is subjectivering. Het is leren staan voor de keuzes die je maakt, het daarop kunnen reflecteren en daarover verantwoording afleggen. Wat hebben jouw keuzes voor effect op de ander en de wereld. Hester IJsseling – lector op Thomas More Hogeschool – verwoordt dit mooi: ‘Als leraar en opvoeder moet je erop uit zijn dat ieder kind een relatie aangaat met de wereld, met jou als leraar met de klasgenoten, de kennis, de gereedschappen, de codes die je aanreikt en met de verschillende werelden buiten school.’ (IJsseling, blog 2016). Je kunt dit online doen, maar de vertaalslag naar het handelen en dan naar het werkelijke leven, ligt dan geheel bij de student.
Ik als leraar kan niet verschijnen in het pandemisch onderwijs, de student al helemaal niet. Ze missen de omgeving die er helemaal is voor het leren. Onderschat het enorme effect daarvan niet. Het betreden van de schoolsfeer zorgt op zich al voor een gunstige mindset voor het leren. Nu is het leren een onderbreking bij wat zij verder doen - sommigen staan bij de Mac als ze inloggen – en na de les zitten ze meteen weer in het eigen leven. De lift, de wandelgangen, de koffieautomaat waar je met elkaar de nieuwe woorden herhaalt die je net heb geleerd, zijn er niet.
Ik als leraar kan niet verschijnen in het pandemisch onderwijs, de student al helemaal niet. Ze missen de omgeving die er helemaal is voor het leren.''
Mijn pleidooi is om zo snel als mogelijk weer terug te gaan naar de fysieke klas. De leraar is veel onmisbaarder dan ooit gedacht. We kunnen heel veel online, dat is wel gebleken, maar de fysieke les is absoluut het hoofdonderdeel van het lesgeven.
Ik hoopte vurig dat we dit najaar weer volledig de klas in konden. Het recht op onderwijs – op goed onderwijs – wordt nu aan vele studenten ontnomen. Ook uit humaan oogpunt is dat niet te verdedigen.
Monique van den Heuvel MEd, is hoofddocent Pedagogiek en Didactiek aan de Hogeschool Rotterdam.
Mieke de Wit is directeur bij Kunst4all, een stichting voor community art. Zij is daarnaast trainingsacteur bij Erasmus MC en zelfstandig coach.
Verdiepende pedagogiek
Mieke en Monique werken samen op Hogeschool Rotterdam waar zij samen diverse trajecten voor docenten begeleiden, waaronder Verdiepende Pedagogiek en samen met anderen Dwars door de Vierde Wand (Theatertechnieken voor docenten).
Reacties
Ester
Prachtig stuk! Bedankt.
Rene
Herkenbaar stuk waarin ook ik soms in verwarring achter het beeldscherm samenwerk met studenten. Toch is er iets interessants aan deze tijd: een deel van mijn studenten bloeit op, en zijn sterker in de interactie met anderen dan in een fysieke klas. Stukje context: ik werk op een opleiding waarin technologie en mens centraal staan. Een deel heeft blijkbaar baat bij deze setting, en een ander deel juist niet. En nu wordt het interessanter: ook binnen het docententeam komen deze verschillen voor. Dat roept bij mij vragen op: wat is je rolopvatting en hoe wordt deze beinvloedt door de huidige situatie? Sommigen voelen zich ontmenst, terwijl anderen kansen zien. Een open debat op zoek naar nieuw interactie gereedschap (zowel technologisch, maar zeker ook menselijk) in een veranderde setting is me veel waard. Ook omdat ik mezelf beschouw als docent in hart en nieren , maar nog steeds nieuwsgierig ben hoe het anders kan. Een leeromgeving die meer recht doet aan de diversiteit in een leergroep. Ik zie mijn studenten graag als mens en niet als klas.
Monique van den Heuvel
Interessant inderdaad.
Ik pleit trouwens voor fysiek onderwijs en zie daarnaast ook positieve kanten van online bijeenkomsten. Vind alleen dat daarin voorbij wordt gegaan aan het pedagogische aspect. Waar men spreekt van binding, zie ik nog steeds didactiek. Daarnaast ga ik ervan uit dat dit tijdelijk is en dat we weer de klas in willen. En dan is het de kunst te leren van dat wat we hebben meegemaakt, denk ik.
Rene
Ik zie deze periode als een kans om beide kanten meer te ontdekken, en tot een versterking van beiden te komen: veel meer de vraag te stellen waarom we fysiek bij elkaar komen . Voor deze pandemie werd die vraag nooit gesteld. Ik pleit ook voor fysiek onderwijs, maar wel met een duidelijker noodzaak om bij elkaar te komen en met doelen die om die context vragen. Voor de goede orde: die context is hoger beroepsonderwijs. Daar hoort ontwikkeling bij van vaardigheden die niet of zeer lastig online getraind en beoefend kunnen worden (bv laboratoria, (para-)medisch, opvoedkundig). Dat onderwijs mag ook ondersteund worden uit een digitale omgeving die verder kijkt dan het digitaliseren van inhoud... Voor middelbaar onderwijs ligt het denk ik anders en zal ook daar een doordachte afweging gemaakt moeten worden om tot een meer hybride leeromgeving te komen.
Ook in een digitale omgeving speelt pedagogiek een rol: de relatie wordt niet alleen bepaald door het fysieke samenzijn, en ook daar kijk ik nieuwsgierig naar kansen, maar ook valkuilen. Wat kan er wel/niet als het om de relatie gaat? Toegegeven, digitaal onderwijs zit volop met beperkingen op dat punt. Maar dat kan ons er niet van weerhouden dat punt dan maar ongemoeid te laten. Daar zitten we op een lijn, denk ik? Wat kan je doen als docent om ook online een goede relatie te onderhouden? Kleinere groepen, 1 op 1 gesprek wat ruimte laat voor meer persoonlijke dialoog. Aandacht voor pedagogiek, zowel offline als ook online :)
J.Pouwels
Dank je voor het delen van dit stuk. Ik herken de situatie volledig en ook ik ben zo'n docent, ook op een Hogeschool (lerarenopleiding LO) die studenten echt wil zien en doorzien. Daarmee mis ik in deze online omgeving enorm veel en voel ik mezelf tekort schieten in het bijstaan in hun groei en ontwikkelingsproces. Ondanks dat we (studenten, mijn collega's en ikzelf) ons best doen en het "best aardig" gaat. Ik hoop met je op een snelle terug keer naar fysiek onderwijs.
Anna
ik vind dit een mooi verhaal dat ik goed begrijp, maar ik herken mij er niet in. Als docent op de universiteit, waar studenten vaak maar een aantal uur per week aanwezig zijn, zie ik juist dat de onine mogelijkheden die we nu ineens benutten veel extra mogelijkheden bieden voor contact tussen mede-studenten. Mijn studenten werkten niet eerder zoveel samen als dit jaar. Bovendien werden we gedwongen om ons onderwijs met nieuwe ogen te bekijken en mochten we experimenteren--ik heb dat als een enorme verrijking ervaren. Natuurlijk zou het fantatisch zijn om elkaar weer in het echt te zien, maar ik hoop dat we het open staan voor verandering en experimenteren ook meenemen. Volgens mij is dat ook essentieel voor goed onderwijs.
Monique van den Heuvel
Dat ben ik met je eens, maar op mijn opleiding staan we open voor veranderingen en experimenteerden we toch al. Daarnaast leiden we op tot leraar, het is beroepsonderwijs, in essentie dus een verschil met een universiteit.
Anna
Goed om te horen dat jullie toch al experimenteerden, ik denk dat dat best bijzonder is! En zeker een verschil tussen beroepsonderwijs en universiteit.
J.Pouwels
Dank je voor het delen van dit stuk. Ik herken de situatie volledig en ook ik ben zo'n docent, ook op een Hogeschool (lerarenopleiding LO) die studenten echt wil zien en doorzien. Daarmee mis ik in deze online omgeving enorm veel en voel ik mezelf tekort schieten in het bijstaan in hun groei en ontwikkelingsproces. Ondanks dat we (studenten, mijn collega's en ikzelf) ons best doen en het "best aardig" gaat. Ik hoop met je op een snelle terug keer naar fysiek onderwijs.
JH Jansen
Bemerk dat mijn studenten me nodig hebben gehad! Eerst colleges en werkgroepen op afstand en daarna de toetsing. Nu kunnen ze gaan afstuderen!
Het was een hell of a job om alles op de rit te krijgen qua voorbereidingen en om de kwaliteit van de toetsing te borgen. Kijken nu uit naar het volgende semester, dat op een vergelijkbare wijze gaat verlopen. Kreeg energie uit de dankbaarheid van mijn 4e jaars studenten.
Saskia
So true!! Ik herken me hier enorm in. En het onderwijs wordt kinderen en studenten ook ontnomen. Maar..wel volledig collegegeld betalen, hoor!
Nicole Keulen
Ik heb een heel andere ervaring met online lesgeven: door de kleinere groepjes waaraan ik les geef is de sfeer intiemer en zijn leerlingen heel erg geconcentreerd. Ik vergeet tijdens het lesgeven dat ik dat via een beeldscherm doe en zie bij mijn leerlingen ook dezelfde processen als in de klas, wat ik duid als dat zij zich er ook niet bewust van zijn dat we via de computer communiceren. Fysiek onderwijs blijft de belangrijkste vorm om sociale vaardigheden te leren en is ook het gezelligste, maar wat betreft de didactische kant vind ik online lesgeven echt een uitkomst. Een uitgebalanceerde combinatie van die twee lijkt mij dan ook ideaal.
Monique van den Heuvel
Interessant. Mijn hartekreet heeft overigens niet zozeer betrekking op het didactische als wel het pedagogische aspect, dat vind ik toch wat anders....
Nicole Keulen
Dat ben ik met je eens, maar in het laatste gedeelte schrijf je: "Ik als leraar kan niet verschijnen in het pandemisch onderwijs, de student al helemaal niet. Ze missen de omgeving die er helemaal is voor het leren.'' Daar ben ik het niet mee eens, tenminste zeker niet wat mijn leerlingen betreft, maar ik denk ook niet wat leerlingen van andere scholen/opleingen betreft.
Monique van den Heuvel
Dan hebben we daarin verschillende ervaringen.
Rob H. Bekker
Kunnen we hier eens over doorpraten? Ik ben al 33 jaar met die taalgezellen bezig en heb ook in studio's muziek opgenomen. I know the way maar wie van mijn collega's wil daar iets van weten?
Petra de Jong
Goed stuk Monique! Zo herkenbaar: mijn stem is ook anders als ik tegen het beeldscherm praat, ik voel mezelf een dominee. Humor slaat dood.
Ik wil ook zo graag de klas weer in...