Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Luc Stevens: 'Wat ik geleerd heb van Kanamori’s bezoek'

12 april 2015

Tot zijn verbazing merkte Luc Stevens dat hij eigenlijk maar weinig vragen had aan zijn Japanse gast, Toshiro Kanamori in 2012. “Ik had ze niet, omdat hij ze meteen beantwoordde,'' stelt hij in zijn terugblik vast. In dit artikel vertelt Stevens over wat hij gezien heeft en slaat hij een brug tussen Kanamori’s levenslessen en zijn eigen werk bij het NIVOZ: “In alles spreekt Kanamori over verbinding – tussen leven en dood, tussen mensen onderling. Hij houdt, kortgezegd, alles heel.”

2 maart 2020. Vanochtend bereikte ons het droevige bericht dat Toshiro Kanamori, de Japanse schoolmeester van de onderwijsfilm Children Full of Life (2003), overleden is. Hij werd 74 jaar. Zijn schoolklas had hij bij zijn pensionering vaarwel gezegd; tot twee jaar geleden was hij nog actief als universitair docent. Kanamori bracht in september 2012 een bezoek aan Nederland, op initiatief van onder andere Marcel van Herpen en het NIVOZ. 'Children Full of Life' werd in 2005 in Nederland door de RVU uitgezonden als 'De Japanse Levensles' en zong in de jaren daarna nog door in onderwijskringen. De film, die Kanamori's onderwijspraktijk portretteert, is nog altijd een bron in de trajecten Pedagogische Tact, net als het boek 'Levenslessen van Meester Kanamori' (NIVOZ 2012). Vandaag publiceren wij deze terugblik van Luc Stevens op het bezoek van Kanamori.

Driebergen, 5 september 2012. Een uitverkochte theaterzaal op landgoed De Horst, thuisbasis van het NIVOZ. Ik herinner me dat ergens, nog aan het begin van de avond, interviewer Marcel van Herpen aan meester Toshiro Kanamori vroeg wat zijn kortste antwoord was aan leraren die zeggen geen tijd te hebben om hun onderwijs vorm te geven op een zelfde soort manier als hij dat doet – een onderwijs waarin verbondenheid en morele ontwikkeling centraal staan. Kanamori antwoordde inderdaad bondig: “Zeggen dat je geen tijd hebt, is een slechte smoes.”

Maar bij de volgende vraag kwam de Japanse leraar daarop terug via een sprekend voorbeeld dat zijn eerdere antwoord verdiepte: hij vertelde hoe hij een uurtje voor het interview een wandeling was gaan maken door het bos op het landgoed en er, op een open plek, bloeiende heide had aangetroffen. Hij had zich afgevraagd voor wie die plantjes daar zo fraai stonden te bloeien. “Voor bijen, mieren en andere insecten,” vulde hij zelf in: insecten, die zich ertoe aangetrokken voelen en van de plant nectar of zaden krijgen aangeboden, en daarmee zich daarmee onbewust inzetten voor de bestuiving en de verspreiding van de heide zelf.

Het was een voorbeeld van hoe Kanamori zijn onderwijs dicht bij de beleving van zijn kinderen brengt en hoe hij het concept van 'levenslessen' centraal zet in zijn onderwijs. Hij hield een takje heide en nog wat ander plantmateriaal omhoog en kwam toen tot zijn punt: “Wat ik wil zeggen: in het bos is van alles te vinden wat te maken heeft met de verbinding tussen leven en dood. Het maakt een groot verschil of je kinderen meeneemt en het ze laat voelen, of dat je ze dit uit een boekje leert. Ik heb deze korte les, in een mij onbekend Nederlands bos, in een kwartiertje bij elkaar verzameld. Om terug te komen op de vorige vraag: je kunt dus niet stellen dat het een kwestie van tijd is.”

In dat kleine verhaal kwam een heel aantal aspecten naar voren van de betekenis van Kanamori’s bezoek aan Nederland. Platform hetkind heeft drie functies: het wil verbinden, inspireren en legitimeren. Kanamori deed alle drie en het liefst tegelijkertijd.

Het begint ermee dat Kanamori in alles spreekt over verbinding, tussen leven en dood, tussen mensen en hun omgeving en tussen mensen onderling. Hij houdt, kortgezegd, alles heel. Wat hij doet, ook in zijn film, is helen. In het leven valt er zoveel uit elkaar: door de conflicten die we met elkaar uitvechten, maar ook in onze (wetenschappelijke) analyses. Al analyserend zijn we geneigd dingen uit elkaar te rijten, uit te vergroten, in afzondering te bestuderen. Kanamori liet ons zien dat het essentieel is dat we verbonden blijven, met onze omgeving, met onze medemensen, met het wezen van leven en dood.

Kanamori’s keuze voor ‘levenslessen’ is een radicale. De ethische bedding die hij legt in zijn klas, maakt het bijvoorbeeld mogelijk dat tienjarige kinderen in gesprek gaan met een terminale patiënt. Leren en leven horen bij hem bij elkaar. Scholing en leren zijn afgeleid van het leven, en niet andersom. Een dergelijke visie op onderwijs vraagt – in de Japanse context, maar ook in de onze – niet alleen moed, maar ook een grote openheid, waarin je de kwetsbaarheid van het leven niet verstopt, maar juist zichtbaar maakt. Alleen wanneer je je twijfels en onzekerheden laat zien aan anderen, kun je worden begrepen door die anderen en kun je met elkaar ‘heel’ worden.

Daarin zie ik ook de legitimering. Kanamori toont de ‘logica van het bestaan’, als legitimering van zijn handelen: wat het leven biedt, gebiedt het ook in zekere zin. Wanneer je leed en verdriet op je pad tegenkomt, ‘gebiedt’ het leven je dat verdriet niet weg te stoppen, maar te aanvaarden. Kanamori laat zien hoe alle onderdelen van het leven aansluiten en reageren op andere delen. De natuur is in voortdurende evolutie, in flux. Ook het leven weet niet in welke richting die ontwikkeling precies gaat, maar wat je wel kunt doen is haar ‘natuurlijke logica’ omarmen en aanvaarden.

Wat het fragment met het heideplantje ook bood, is inspiratie: Kanamori spreekt met een authenticiteit die voortkomt uit zijn concrete handelen. Hij is niet uitleggerig, maar heeft de behoefte iets te doen, te ondernemen, te laten zien. De woorden die daarbij horen – de verbaliteit – zijn van latere orde. Verbaliteit hoort bij het leven, maar je kunt het leven niet in verbaliteit laten zien. Je moet het vastpakken, zien, ervaren.

De Chileense neurobioloog en filosoof, Francisco Varela, noemt dat ‘embodied knowledge’ en een van zijn belangrijke constateringen schuilt in het besef dat kennis zich in wezen toont in het handelen in situaties die daarom vragen. Handelen als onze primaire bestaansmodus, dus. Maar misschien is dat alweer bijna te ‘verbaal’. Wanneer Kanamori spreekt, neemt hij je meteen mee naar de ervaring. Als hij iets moet uitleggen, doet hij dat bijna uitsluitend in verhalen.

In de tien dagen dat Kanamori bij ons was, merkte ik dat ik eigenlijk maar weinig vragen aan hem had. Ik had ze niet, omdat hij ze meteen beantwoordde. Hij staat zo soeverein in een groep en de logica van zijn levenslessen is zo helder aanwezig, dat je de antwoorden kunt raden. Neem nou die vraag over het ‘geen tijd hebben’ van leraren. Dat is een veel gehoorde klacht, uit het spectrum van hoe de school georganiseerd is. Kanamori onttrok die vraag volledig aan de organisatorische context en bracht hem bij je professionele autonomie en bij het leven zelf – een outside the box-denken, dat erg bevrijdend werkte.

Over ‘ervaren’ en ‘meemaken’ gesproken: was het tenslotte ook niet interessant dat er veel kinderen waren met de wens de Japanse meester te mogen omhelzen? En dat de meeste vragen van volwassenen kwamen over hoe Kanamori zich de vrijheid kon veroorloven om fysiek contact, als een arm om iemands schouder of een knuffel, niet te schuwen?

Wat hij vertelde en liet zien, sloot aan én verdiepte dat wat het NIVOZ wil met de trajecten Pedagogische Tact en Pedagogisch Leiderschap. Wanneer we Kanamori’s film voortaan laten zien, hebben we daar een verhaal bij. We zijn per slot allemaal door Kanamori aangeraakt.

Luc Stevens, founding father van NIVOZ, tot 2018 wetenschappelijk directeur en nog altijd verbonden aan het instituut. Geert Bors noteerde zijn beschouwing voor Egoscoop en hetkind. Het fotoportret van Luc Stevens en Toshiro Kanamori is van Max Dijksterhuis.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief