Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Interview onderzoekster Jory Tolkamp: 'De grootste misvatting is dat je "zelfsturing" zelfsturend moet leren'

22 oktober 2018

Als leerkracht was Jory Tolkamp erg gecharmeerd van zelfonderzoekend leren. Maar de columns van Saxion-lector Patrick Sins deden haar inzien dat een kind meer nodig heeft dan ‘het zelf mogen uitzoeken’ om een eigenstandig mens te leren worden. Inmiddels werkt Jory zelf bij het Lectoraat Vernieuwingsonderwijs. Een speerpunt in haar onderzoek naar zelfsturing: expliciete instructie. Nee, dat is niet klassikaal voorkauwen, maar onderwijs, waarbij je kinderen bewust maakt van de mentale mechanismes achter leren en motivatie. 

Hoe ben jij terecht gekomen bij het onderwerp ‘zelfsturing’?

“Mijn scriptie voor de master Leren en Innoveren ging over zelfsturing. Ik was leerkracht en op mijn school was best veel onenigheid over de zin en onzin van zelfsturing: in de bovenbouw wilden ze de leerlingen veel vrijer laten, maar de leerkrachten in de onderbouw vonden dat helemaal geen goed idee: nee, leerkrachten moesten juist duídelijkheid scheppen. Er was behoorlijk wat frustratie en irritatie, want een heersende beleving was dat je kinderen die je ‘zelf laat sturen’ de hele tijd achterna aan het lopen bent: kijken of ze aan het werk gaan, hun zelfstandig nagekeken werk toch nog eens nakijken. Er was de overtuiging dat het belangrijk was kinderen ‘zelfsturender’ te laten worden, maar hoe? Het ontbrak aan vaardigheden, vertrouwen en kennis. Ik had de antwoorden ook niet.”

Je deed onderzoek in je eigen school, begrijp ik?

“Ja. Ik ben geïnteresseerd in onderzoek dat handvatten biedt die voor leerkrachten goed te behappen zijn. Destijds had ik veel woorden nodig om uit te leggen wat ik allemaal ontdekt had. Het leek alsof ik alleen maar meer en meer bij mijn collega’s neer wilde leggen. Het lukte me niet goed genoeg om het duidelijk te maken. Inmiddels zou ik het bondiger uitleggen.”

Inmiddels werk jij bij het lectoraat Vernieuwingsonderwijs van Saxion, waarmee je via je master in aanraking kwam. Wat maakt dat zelfsturing daar een belangrijk onderzoeksgebied is?

“Bij Saxion is de opleiding voor het Daltononderwijs ondergebracht en in het werk van Helen Parkhurst ligt het idee van zelfstandig en zelfverantwoordelijk werken sterk verankerd. De leerkrachten in het Daltononderwijs wilden heel graag de zelfstandigheid van hun leerlingen verder vergroten. Daarbij zijn wij er als lectoraat ook voor andere traditionele vernieuwers, zoals ook het Jenaplan, en het idee dat je kinderen wil laten ontdekken wie ze zijn en autonoom de wereld in wil laten treden, zit in alle vernieuwingsstromingen wel – hoewel ze allemaal andere accenten leggen.”

Jenaplan heeft het ‘samen leven en leren’ hoog in het vaandel staan: eerst is er de stamgroep, waarin jij een – eigen, unieke – inbreng hebt. Klinkt, voor een concept dat uitgaat van de groep, ‘zelfsturing’ misschien niet een beetje individualistisch?

“We willen ons programma, iSelf, graag zo concreet mogelijk maken. Het is een didactiek geworden, die inpasbaar is in de pedagogiek van alle vernieuwingsscholen – waar ze ook hun eigen zwaartepunten hebben: de i in iSelf verwijst naar drie i’s: expliciete instructie, het integreren ervan in vakken, en aansluiting op het individu. Peter Petersen wilde aansluiten bij de concrete leefwereld van het kind. Stel: je wil je kinderen leren plannen. Dan is vaak de eerste reflex van leerkrachten of opvoeders te zeggen: ‘Dat moet je kunnen, want dat heb je straks op de middelbare school nodig.’ Maar je kunt ook kijken naar wat er speelt in het nu. Als het kind of de groep heel erg bezig is met een bepaalde sporter of vlogger, dan kun je het hebben over wat zo iemand moet doen of meenemen ter voorbereiding. Dat is een fijnere manier om de waarde van goed leren plannen bij te brengen, dan het bijna-dreigement van ‘Ja, maar straks op de middelbare!’”

Op je oude school zochten jullie naar een ‘hoe dan?’ Kun je eens beginnen uit te leggen hoe je een kind leert ‘zelf te sturen’?

“De grootste misvatting is dat je ‘zelfsturing’ zelfsturend zou moeten leren. De term roept die associatie misschien ook wel op: ‘Zelfsturing? Kinderen, ga maar aan de slag. Je mag het helemaal zelf uitzoeken. Tadaa, een zelfsturende klas.’ Wij zeggen juist dat zelfsturing als doel heel erg veel inbreng van de leerkracht veronderstelt. Er is een belangrijke fase van expliciete instructie, waarin je kennis over leerstrategieën overdraagt. Er is een begeleid inoefenen van de vaardigheden of kennis. En dan een beroep op de leerkracht of medeleerlingen om het helemaal te laten beklijven. In de stamgroep kan dat uitstekend: daar is een ouder kind of een zelfs een jonger kind dat iets heel goed kan de perfecte ‘meester’.”

Wat is de geschiedenis van het begrip zelfsturing? Is het zo oud als die traditionele vernieuwingsstromen?

“Dat weet ik niet precies. Maar het heeft wel raakvlakken met een aantal begrippen van de reformpedagogen uit die tijd. Het vernieuwingsonderwijs – in al die stromingen – ontstond als een reactie op het klassikale onderwijs van die tijd. Anders dan het uniformerende onderwijs, wilden zij onderstrepen dat kinderen verschillend zijn en dat brede vorming, waarin de eigenheid van ieder kind zichtbaar kan worden, belangrijk is. Bij Dalton gaat het dan om zelfstandigheid. Maria Montessori heeft het over zelfredzaamheid: ‘leer mij het zelf te doen’. Het heeft er al die jaren over gegaan: hoe kunnen wij zo optimaal mogelijk kinderen begeleiden, opdat zij als autonome burgers hun eigen leven kunnen kiezen en vormgeven? Bij zelfsturing – zoals ik het invul – wordt het in didactische zin nog wat concreter, omdat het gaat over het leren bewust strategieën in te zetten om je eigen leren en ontwikkelen scherper in beeld te krijgen en vorm te geven.”

In het bedrijfsleven gaat de term al een paar decennia mee. In een artikel dat ik toegestuurd kreeg aan het begin van de research voor dit nummer, blies columnist en onderzoeker Richard Engelfriet de ‘hype’ dat de zelfsturende fabrieksteams van bijvoorbeeld het Braziliaanse managementicoon Ricardo Semler zo goed werken op, en beargumenteerde hij dat werk maar zelden zonder een baas kan.

“Misschien is de term in onderwijs en het bedrijfsleven rond dezelfde tijd opgekomen – ik weet te weinig over het bedrijfsleven. Maar als ik over die ‘mythe’ hoor, zou het kunnen dat ze in het bedrijfsleven dezelfde fout gemaakt hebben, als die veel scholen maken als ze er voor het eerst over horen: dat zelfsturing betekent dat je het wel aan je leerlingen of aan je ‘zelfsturende team’ kunt overlaten. Ik kan me voorstellen dat het een ideaal is voor bedrijfsteams, maar je moet het ze wel leren. Je kunt ‘de baas’ niet zomaar wegstrepen.”

Je hebt een aantal keer ‘expliciete instructie’ genoemd, als het gaat om een belangrijke vorm van inbreng van de leerkracht. Is dat wat anders dan ‘directe instructie’?

“Ja. Heel veel leerkrachten dragen een hele rijkdom aan leerstrategieën bij zich en dus kunnen ze heel goed peilen waar een kind is in zijn proces met een bepaald onderwerp: ‘Hoe gaat het ermee? Wat weet je al over kikkers?’ Dan zet je je leerstrategieën in, zonder dat je zegt dat het de strategie ‘voorkennis opfrissen’ is. Dat mist een leerling dan heel gemakkelijk, wordt er zich niet bewust van en dan komt het ook niet tot een transfer bij het volgende ding dat hij gaat leren: ‘Voorkennis opfrissen is handig. Dat ga ik ook doen bij mijn nieuwe hobby houtbewerking.’

Waar expliciete instructie verschilt van directe instructie, is dat het – behalve kennis – ook die overstijgende strategische kennis benoemt. Het gaat ook om ‘metacognitie’. Neem dat kikkerproject bij de kleuters nog even. Een juf kan prima uitleggen: ‘Jongens en meisjes, we gaan in de boekenkast kijken of er al boeken over kikkers staan. In dit boek staan al wat dingen die we allemaal al gehoord hadden, dus nu weet je dat we al best veel weten. Dat is heel handig, want dat kunnen we straks ook makkelijker ontdekken welk boek het beste is om nu in te kijken.’”

Dan stof je je kennis af én ontdek je dat er zoiets als voorkennis is, die je kunt aanspreken.

“Ja, het expliciet maken van zo’n strategie is waar het om gaat. En dat geldt niet alleen voor voorkennis opfrissen, maar ook voor andere leerstrategieën als bplannen, jezelf motiveren, reflecteren en visualiseren. We merken dat veel leerkrachten ook hun eigen strategieën beter en bewuster leren kennen.”

Nu zijn er onderwijsvernieuwers, die een beetje een vieze smaak in hun mond krijgen bij zoiets als directe instructie.

“Nou ja, we wéten van expliciete instructie dat het supereffectief is. En door kinderen expliciet en bij herhaling kennis te laten maken met de manieren waarop je kunt leren, ben je aan het werken aan de idealen en uitgangspunten van veel vernieuwingsstromingen. Het is niet de leerling aan het handje houden, maar het gaat erom de leerstrategieën die jij als volwassen leerkracht bij je draagt naar het kind te brengen. Het werkt tégen de zelfsturing van een kind, als je het níet deelt. 

Ik heb motorrijles gehad. Ik zou balen als mijn instructeur gezegd had: ‘Hé Jory, je moet vandaag dit leren en zoek het maar uit.’ Nee, ik hoor graag waarom en wanneer ik een bepaald maniertje in moet zetten, en dan hoor ik ook graag ‘tikje naar rechts voor je een bocht naar links maakt’. Zonder die uitleg en het me eigen maken ervan was ik geen ‘zelfsturend motorrijder’ geworden. Om een kind op weg te helpen naar zelfstandigheid moet je soms expliciet zijn en veel handvatten aanbieden.”

Dat klinkt heel nuchter en onderbouwd.

“Dat is ook waar het lectoraat voor staat: we zijn in het leven geroepen om vernieuwingsgroepen ruggensteun te geven. Vernieuwingsonderwijs, ook van de traditionele reformpedagogen, wordt vaak aangevallen vanwege de gebrekkige onderbouwing van hun visie. Er is weinig gedegen onderzoek gedaan naar de effectiviteit ervan. In veel vernieuwingsscholen wordt nu iets gedaan met zelfsturing – daar is veel aandacht voor. Maar er is maar weinig dat het ook goed uitlegt. En je had het eerder over hypes: wat mij betreft is zelfsturing geen hype, maar ik ben bang dat scholen of teams die er, vanuit de hedendaagse hipheid, blind mee aan de slag gaan en denken dat kinderen zich hun zelfsturing zelf eigen moeten maken, van een koude kermis thuiskomen. Dan kan het makkelijk helemaal naar de andere kant slaan: ‘zie je wel, zelfsturing werkt niet. Ik ga de teugels strak aanhalen.’” 

Wie zijn jouw academische voorbeelden in dit veld?

“Charlotte Dignath, met haar observatiemodel om expliciete instructie te scoren. Maar vooral Zimmerman en Pintrich hebben me veel gebracht. Zij hanteren voor zelfsturing drie pijlers – namelijk zelfsturing op het gebied van metacognitie, van motivatie en van gedrag. We hebben het nu vooral over die metacognitie gehad. Je kunt je voorstellen dat je kinderen ook bewust kunt maken van de manieren waarop ze gemotiveerd zijn en de strategie die je daarbij kunt hanteren.”

Waarom spreekt je hun werk zo aan?

“Ze hebben mij echt tot een verandering van inzicht gebracht. Ik was zelf erg van het zelf-ontdekkend leren. Ik had er veel over gelezen en het leek mij schitterend: de natuur in, de boerderijschool. Toen kreeg ik de columns van [Saxion-lector Vernieuwingsonderwijs] Patrick Sins onder ogen, waarin hij hun werk aanhaalde en schreef over expliciete instructie. Ik las die columns voordat ik bij het lectoraat werkte en mailde Patrick: ‘Jullie leggen het zo uit, dat het te begrijpen is voor de leerkracht’. In mijn scriptie raakte ik steeds meer overtuigd van hun aanpak. Het geeft al een kick als je het doorkrijgt, maar nu ik het echt in de vingers heb, is er een wauwgevoel. En dat zie ik ook terug bij deelnemers aan ons onderzoek.”

Interview: Geert Bors
Actiefoto's: Martijn Bakker

Geert Bors is naast redacteur bij het NIVOZ onder andere ook hoofdredacteur van Jenaplanblad Mensenkinderen. Voor het themanummer 'Zelfsturing' (september 2018) interviewde hij Jory Tolkamp. Op NIVOZ/hetkind verscheen uit hetzelfde nummer eerder het gesprek met Anite van Oijen en Ingrid Nagtzaam‘Het gaat niet om loslaten, maar om anders vasthouden’.

Reacties

1
Login of vul uw e-mailadres in.


Astrid
2 jaar en 2 maanden geleden

Wat een mooi en leerzaam interview!

Login of vul uw e-mailadres in.


Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief