Interview leraar Jelmer Evers na Teachers Summit: 'Ik laat me door niemand inkapselen'
19 maart 2013
Vorige week leek het wel dé week van de onderwijs. In het kielzog van de Teachers Summit werden veel onderwijsevenementen georganiseerd, waarbij de leraar centraal stond. UniC-docent Jelmer Evers was erbij, ontdekte dat leraren maar twee dingen willen, verbaasde zich over diametraal tegengesteld Haags beleid, en zag de emanciperende rol van Twitter: 'Waar we eerder allemaal werkten op onze lokale school, is het nu makkelijk om je stem te laten horen en elkaar te vinden.' Geert Bors sprak met Jelmer.Op initiatief van Barack Obama werd al twee keer een conferentie georganiseerd over de stand van het onderwijs. Vorige week streek deze International Summit on the Teaching Profession voor het eerst neer in Amsterdam. Maar er was veel meer: Leraren met Lef, een debat bij de Vereniging van Meesterschappers, het congres Onderwijs van Nu, de OGO-conferentie, een verkennend rapport van de Onderwijsraad. En dan missen we er vast nog een paar...
De leraar in de schijnwerpers op zoveel plekken: is dat toeval? Een nieuwe lente, een nieuw geluid? Of is er meer aan de hand?
“Wat het in elk geval betekent is dat onderwijs en het vak van leraar belangrijk gevonden worden. En: het begint langzaam door te dringen dat een structurele verbetering alleen door docenten bewerkstelligd kan worden. Zij staan iedere dag in die klas. Zij zien iedere dag hun leerlingen. Zij hebben de expertise, de ervaring, de kwaliteit en dus ook de mogelijkheden om iets te doen. Heel veel mensen wisten dat al, maar nu begint het ook te dagen bij degenen die dat nog niet zagen. Daar zit de beweging.”
Jij bent betrokken geweest bij meerdere evenementen in de laatste weken. Heb je rode draden kunnen ontwaren in al die verschillende bijeenkomsten?
“Eén ding is wel duidelijk: het lukt niemand, geen enkele instantie, om álles te controleren. En dus kun je niet anders dan het aan je mensen overlaten. Mensen zoeken een nieuw paradigma om het onderwijs in te vullen. Wat ik telkens terughoorde was: ruimte en vertrouwen. Dat vormt een essentie voor hoe we het systeem zouden moeten inrichten. Daarover ging het bij Leraren met Lef, bij de Teachers Summit en ook bij Operation Education is het een premisse dat je ruimte nodig hebt, wil je een school kunnen stichten. Je moet niet in een keurslijf gedwongen worden.”
‘Ruimte’ en ‘vertrouwen’. Dat zijn ook de sleutelbegrippen in het Finse onderwijssysteem. Waar gaan die begrippen de mooie woorden voorbij?
“Nou, het betekent niet dat er nu direct grote verschuivingen optreden. Na deze weken wordt het meteen ook weer rustiger, omdat veel evenementen rondom die Summit geprogrammeerd waren. Maar binnen onderwijs gebeurt van alles. Er is meer bewustzijn. Er wordt nagedacht, er wordt gepraat: moet het nog op deze manier? Als de overheid besluit om Cito-resultaten openbaar te maken, hoor je scholen nu opeens zeggen: ‘Dan doen wij dus geen Cito meer’. Ik heb het nog niet op deze manier zo breed gezien. En hopelijk wordt deze beweging nog breder.”
Dat vertrouwen heb je wel?
“Ik ben de afgelopen weken heel veel mensen tegengekomen, die ik alleen online kende. Dat was super. Ik heb ook geweldige buitenlandse leraren gesproken, zoals de Amerikaan Paul Andersen. Als je met dat soort mensen in gesprek gaat, heb je binnen een seconde het gevoel: ‘Hèhè, eindelijk. Deze persoon snapt hoe het gaat.’ Maar ik weet ook: als je op een conferentie zit, kun je in een prettige bubbel terechtkomen van mensen die het allemaal eens zijn. Binnen het onderwijs zijn zich nog heel veel mensen niet bewust van wat er mogelijk is als je vertrouwen uitspreekt in de professionele autonomie van de leraren. Laat staan in de maatschappij. En als je ziet naar hoe de politiek beweegt…”
Hoe beweegt die?
“Kijk naar Staatssecretaris Dekker in Buitenhof. De brief aan Cito en de beleidswijzigingen om een basisschool-eindtoets landelijk verplicht te stellen lagen al klaar, terwijl de politiek welwillend in gesprek leek met docenten op de Teachers Summit. Voorgekookt beleid klaar om uitgerold te worden. Het is niet vreemd dat Twitter explodeerde met leraren die het gevoel hadden dat ze als ‘excuusdocent’ hadden gefungeerd op die Summit. Al die goede leraren, die de ervaring en expertise hebben, maar die niet écht aan tafel mogen zitten. Dat wat we ‘het systeem’ noemen, wordt uiteindelijk ook aangestuurd door individuen en die kunnen het geheel dan toch een compleet andere kant op laten bewegen.”
Ondanks een prestigieuze summit in Nederland en alle spin-off. Hoe kan dat?
“Ja, dat is een heel goede vraag, die ik ook kreeg in een interview in Casa Luna. Ik heb daar tot nu toe twee antwoorden op geformuleerd: ten eerste denk ik dat mensen met veel vooronderstellingen in het leven staan. Ik denk dat mensen op politieke posten of in ministeries een beeld hebben van de wereld waarin ze oprecht menen dat je een organisatie zo moet managen: gericht op output en met een boel controle-mechanismen. Het zal iets met een beperkte achtergrond in bedrijfskunde of aanverwante terreinen te maken hebben. Wat je ziet, is dat mensen vinden dat de wereld zo in elkaar moet zitten en dat ze zich met oprechte energie hard maken om de dingen ook zo gedaan te krijgen. Kijk naar zo’n Kamerbrief over toetsen en de effecten ervan: de nadelen worden wel gezien en toegelicht, maar vervolgens weggewuifd. Ze vínden echt dat het zo moet.”
En je tweede antwoord?
“Ten tweede hebben veel mensen in beleidsposities weinig verstand van onderwijs. Zeker nu ik met zoveel verschillende mensen van zoveel verschillende niveaus praat, merk ik hoe ongenuanceerd er over onderwijs, over groeipotentieel van mensen, over individueel talent wordt nagedacht. En dus gaan ze, om grip te krijgen, controle-mechanismes opleggen aan die wereld die ze niet kennen. Er is onwetendheid, angst en dus komt er controle.”
Kwam Sander Dekker in Buitenhof daarmee als een kater na een positieve onderwijsweek?
“Nou, wat vervelend is, is dat er wel gezegd wordt dat er vertrouwen is in leraren, maar dat je telkens signalen krijgt dat dat vertrouwen er toch niet echt is. Bij Meesterschappers vroegen leraren zich af of ze geen ‘gedresseerde aapjes’ waren. Daar en ook bij Beroepseer, hoor je hoe leraren de ruimte voor hun professionele autonomie gewoon gaan claimen. De behoefte daaraan is bijna tastbaar. Wanneer je kennis en je professionaliteit stelselmatig miskend worden, roept dat negatieve gevoelens op.”
Goed, er is een politieke wereld van waaruit je weinig fiducie voelt in jouw kwaliteit als leraar. Maar wat merk je daar nou van als je in de klas staat?
“Ik krijg op UniC heel veel ruimte om de dingen goed te doen. Persoonlijk voel ik veel autonomie. Maar ik spreek steeds vaker op verschillende podia en hoor dan leraren die zeggen: ‘Ik ben de enige frisse wind op mijn school’. Iedereen moet op zoek naar de ruimte voor zichzelf en sommigen moeten daarvoor harder knokken dan anderen binnen de cultuur van hun eigen school.”
Dus ruimte in je eigen klas is niet genoeg?
“Ik kom echt fantastische leraren tegen, die zich met hart en ziel inzetten voor een grotere zaak. Neem docent natuurkunde Arjan van der Meij die het samenwerkingsverband ‘Boze Bèta’s’ heeft opgericht. Daar heeft hij heel veel eigen tijd ingestopt, bovenop een extreem drukke baan. Door leraren geen tijd te geven, creëer je ook een passieve docent. Ik werk op een fantastische school, waar ik ruimte voel, waar ik met goede zin op mijn werk kom en waar de leerlingen mijn activiteiten buiten de klas ook volgen. Maar je kunt het systeem niet ontkennen: vernieuwingsscholen redden het niet, sluiten hun deuren weer of worden weer traditioneel. Veel goede initiatieven sneuvelen.”
En toch… als ik jouw Tweets lees of bijvoorbeeld die van je Beroepseer-collega René Kneyber, dan zie ik een stoere leraar opstaan – iemand die zichtbaar is, het podium neemt, iemand van wie ik dingen wil aannemen. Ik zie een soort zelfbewuste autoriteit opkomen, zoals ik dat zie in de documentaires over Finse leraren.
“Dat zie ik ook. Veel docenten ervaren het emanciperende van sociale media. Waar we eerder allemaal werkten op onze lokale school, wordt het opeens makkelijk om je stem te laten horen. Je vindt elkaar. Je kunt het op een constructieve manier delen, als er weer eens onzin wordt verkocht over onderwijs, als je weer kwaad wordt en het niet langer pikt. Je kunt elkaar laten weten waar je mee bezig bent en voelt je versterkt door elkaar.”
Twitter emancipeert, ook voorbij de ‘Arabische lente’?
“Je wil een goed voorbeeld zijn. Het gaat om goed burgerschap. Om niet aan de zijlijn te staan, maar op te komen voor een eerlijke samenleving. Voor mij geldt dat ik dat wil doen in het veld dat ik het beste ken: het onderwijs. Ik spreek zoveel mensen – Arjan van der Meij, Dick van der Wateren – met zoveel ervaring, dat je ze een stem zou moeten geven in een ministerie. Goed, dat zijn misschien eigenzinnige types, maar het zijn wel de docenten waar iedere leerling mee wegloopt.”
Hoe is het om dat burgerschap concreet in te vullen en op steeds meer podia te staan?
“Fijn. Het gevaar is alleen, wanneer je uitgenodigd wordt bij verschillende clubs, dat je ingekapseld wordt en minder kritisch wordt. Dat gaat mij dus niet gebeuren. In die zin zijn de organisatieverbanden ook anders door sociale media: je ziet na zo’n uitzending van Buitenhof, waar staatssecretaris Dekker het beleid uitrolt voor een verplichte landelijke eindtoets voor het basisonderwijs, dat Twitter zich niet onbetuigd laat: een aantal vooraanstaande twitterende leraren bereiken met hun commentaren dan ook gemakkelijk 100.000 mensen. Dat is een even sterk geluid als wat Dekker uitzendt in Buitenhof. Ik heb het idee dat ze dat nog niet doorhebben in Den Haag. Het zijn ministapjes in het zelfbewustzijn van docenten. Ik ben het echt niet met iedereen eens, maar samen vormen we weer een sterk netwerk – zonder dat ik er behoefte aan heb met één gezamenlijke stem te spreken. ‘Er moet ruimte zijn voor vele geluiden, het gaat om de beweging’, stelt Claire Boonstra met Operation Education.”
Ben je dan niet bang dat er Occupy-taferelen ontstaan: we zijn samen ergens tegen, maar we zijn nergens gezamenlijk voor, en dus zakt de souffle naar een poosje in?
“Je verandert pas iets als je mensen serieus neemt. Er moet in het onderwijs bijvoorbeeld ook plek zijn voor mensen die op een traditionele school willen staan. Als het maar een bewuste keuze is en als ze de ruimte maar krijgen om die keuze te maken. Het heeft geen zin om ‘boe’ en ‘bah’ te zeggen tegen traditioneel onderwijs, want ‘het traditionele onderwijs’ bestaat ook niet. Ik ben het bijvoorbeeld heel vaak pedagogisch en onderwijskundig totaal niet eens met Beter Onderwijs Nederland, maar ook hun geluid is een geluid van autonomie voor de leraar. Je kunt maar beter met elkaar in gesprek zijn. Dan zie je dat je veel overeenkomsten hebt en, met de afspraak van ‘agreeing to disagree’ over hoe je je onderwijs dan precies wilt invullen, zie je dat je elkaar vindt in ruimte, autonomie en vertrouwen. Ik ben niet iemand met de neiging om nóg een eigen toko van gelijkgestemden op te richten. Maar ik wil me wel laten horen en ik wil dat leraren hun professionele autonomie en verantwoordelijkheid kunnen nemen, hoe ze die ook invullen.”
Interview: Geert Bors, redactie hetkind
Reacties