Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

'Hoe oppervlakkiger het compliment, des te kleiner is de bereidheid zich écht met het kind bezig te houden'

16 maart 2016

Hoe komt het dat sommige kinderen zich niet gedragen zoals wij willen, ondanks vele complimenten en bevestiging? Kinderen met gedragsproblemen hebben een diffuus gevoel over hun competenties en worden snel beangstigd door veel lof omdat ze bang zijn de verwachtingen niet waar te kunnen maken. 'Ze hebben meer aan de dialoog dan aan het commentaar en ze hebben de gedifferentieerde terugkoppeling nodig om daarin hun specifieke prestatie te hérkennen en te érkennen.' De derde aflevering in de reeks met fragmenten uit het boek Pedagogische Tact over het verschil tussen lof en échte aandacht. 

Het boek Pedagogische Tact van het NIVOZ - onder redactie van prof. dr. Luc Stevens en Geert Bors - is in januari 2013 uitgekomen en nog altijd actueel. Dit is een excerpt uit het boek.

Het verschil tussen prijzen en echte aandacht

Hoofdstuk 5: Leraren bemoedigen kinderen, kinderen bemoedigen leraren, van de hand van Beate Letschert. 

5.7 Bemoediging door aandacht in plaats van door loftuiting

Terwijl ik in een restaurant op mijn bestelde koffie wacht, observeer ik een moeder die in een tijdschrift bladert. Naast haar zit haar kleine dochter. Deze krast met viltstiften op een stuk papier en houdt vervolgens het blad voor de neus van de moeder. 'Super!' zegt de moeder en leest verder.

Zo gaat het vaak: hoe superlatiever de loftuiting, des te kleiner is de bereidheid om zich met de prestatie van het kind bezig te houden.

Met een beloning geloven volwassenen opvoedkundig juist te handelen. Ze loven om het kind te sterken, of op zijn minst om het tevreden te stellen en om zichzelf daarmee een grotere moeite te besparen. Echter, een pluim geven heeft niet altijd de werking die we ons ervan voorstellen. Integendeel: vaak werkt zo'n pluim ontmoedigend. In de school kunnen we observeren hoe kinderen met gedragsproblemen, zojuist nog geprezen of beloond, gelijk weer nieuwe storende activiteiten beginnen.

Vanuit het perspectief van een kind met gedragsproblemen kunnen lofprijzingen het kind onder druk zetten, het zelfs beangstigen, doordat de waardering ver boven de eigen zelfinschatting uitstijgt. Daardoor ontstaat bij het kind de zorg dat het de mens die zo positief over hem of haar denkt, haast wel moet teleurstellen. Ze houden de eisen die ze zichzelf stellen laag en vluchten weer in hun destructieve gedrag.

Tegelijk zijn er kinderen - vaak zijn dat de 'aangepaste' meisjes - die geen genoeg kunnen krijgen van de lof van de leraar. Ook hier echter is de oppervlakkige loftuiting problematisch, want deze kinderen hebben uitsluitend het gevoel 'goed' te zijn als ze geprezen worden. Ze halen de lof als het ware af, zeuren totdat ze het krijgen en ze zijn voor hun zelfinschatting volledig afhankelijk van het oordeel van de leraar.

Het probleem is dat deze kinderen hun gedrag eerder laten bepalen door de vraag 'Wat moet ik doen om verwachtingen te vervullen?', dan door de vraag 'Wat verlangt de situatie van mij?'

Zelfbewustzijn betekent je van eigen vaardigheden zelf bewust te zijn. Wanneer terugkoppeling ertoe zal bijdragen om het zelfbewustzijn van een kind te versterken, dan moet die feedback gedifferentieerd zijn, informatief en mogelijk waardevrij.

Bemoedigende terugkoppelingen of feedback spreken datgene aan wat voor het kind belangrijk is en waarvoor het zich op bijzondere wijze moeite heeft gegeven. Ze hebben eerder een spiegelende functie dan een beoordelende functie. Juist kinderen met weinig zelfvertrouwen hebben geen idee van hun eigen competenties en vaak ook maar een zeer diffuus gevoel over zichzelf. Ze hebben meer aan de dialoog dan aan het commentaar en ze hebben de gedifferentieerde terugkoppeling nodig om daarin hun specifieke prestatie te hérkennen en te érkennen.

Vaak is het precies omgekeerd: onze positieve terugkoppelingen zijn kort en onnauwkeurig. En bij negatieve resultaten of mislukkingen komen we op de proppen met een gedetailleerde analyse. In dat laatste geval willen we precies weten wat er aan de hand is, nemen we de tijd ervoor en zijn we geconcentreerd. Dat wil zeggen, de intensieve communicatie treedt op wanneer we met het gedrag of de prestaties van een kind niet tevreden zijn. Op die manier leren kinderen echter om hun mislukkingen serieuzer te nemen dan hun successen, ze leren om aan hun tekortkomingen meer aandacht te schenken dan aan hun competenties.

Ermutigung, een pedagogisch principe
Op een onderwijsavond in juni 2012  sprak Beate Letschert ook over het principe 'Ermutigung', het principe van de bemoediging, een onderwerp waar zij ook een boek over schreef in 2015. 'Ik heb nog nooit meegemaakt dat een kind dat zich niet gedroeg zoals volwassenen het wilden, na interventie zei: 'Ja, nu ga ik veranderen.'



Beate Letschert was tot 2003 universitair docent aan de lerarenopleiding in Hamburg. Ze is actief als individueel psychologisch therapeute en supervisor. Zie hier een fragment van haar lezing in de reeks Onderwijsavonden 2011-2012

Het boek pedagogische tact (22 euro) is te bestellen via deze link

Het unieke werk – onder redactie van prof. Luc Stevens en Geert Bors en met medewerking van veel leraren en deelnemers – beschrijft het fenomeen, de theorieën, de praktijk en de ontwikkeling van de trajecten zoals vanaf 2008 zijn aangeboden door het NIVOZ. Veel quotes, verslagen, tact-columns van praktijksituaties en literatuurverwijzingen.

Ik ben er gaandeweg mijn docentschap achtergekomen hoe belangrijk de relatie tussen leraar en leerling is in het leerproces. Het boek Pedagogische Tact duidt dit proces op een prachtige manier. Door authentieke praktijkvoorbeelden te koppelen aan inspirerende theorieën heb je een krachtig instrument in handen om jezelf als leraar te verbeteren. Lesgeven is voor mij steeds meer ‘samen leren’ geworden en Pedagogische Tact is een gids om die reis verder voort te zettenJelmer Evers, docent Voortgezet Onderwijs bij UniC in Utrecht

Er zijn veel redenen waarom het lang niet altijd lukt het beste uit een leerling te halen. Te vaak worden leerlingen gereduceerd en gelabeld tot een nummer, een toetsscore of een ‘puberbrein dat niet kan plannen.’ Dat zijn vrijwel altijd oversimplificaties die authentiek contact in de weg staan. Het hart van goed onderwijs wordt namelijk gevormd door de interactie tussen leraar en leerling. Dat terrein wordt in dit inspirerende boek zorgvuldig verkend, overtuigend gebaseerd op een combinatie van wetenschappelijke inzichten en persoonlijke ervaringen. Daarom is dit een belangrijk boek, met een positieve boodschap. Prof. Rob Martens

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief