'Als we werkelijk moedige, creatieve dwarsdenkers willen vormen, dan vraagt dat nogal wat'
8 augustus 2014
'Toen was daar afgelopen maandag plotseling, schijnbaar uit het niets, de KNAW-lezing van Jet Bussemaker.' Harter Wassink luisterde en was verbaasd. Waar het eerst over presteren en excellentie ging, heeft de minister het nu over ‘onderwijs als bron van toerusting voor iedereen' en de rol van vorming in het onderwijs. En onmiddellijk wordt dan duidelijk dat zij dit zelf niet uitgevoerd krijgt. Dat betekent dat wij allemaal ook die moed moeten tonen en ermee aan de slag moeten gaan. Creatief nee zeggen en constructief dwarsliggen.'Dan moeten we onze zekerheden ter discussie durven stellen, ons verplaatsen in het perspectief van de ander. Durven toegeven dat we het niet weten en aan de ander vragen ons te helpen
Toen was daar afgelopen maandag plotseling, schijnbaar uit het niets, de KNAW-lezing van Jet Bussemaker. De titel, ‘Vaardigheden voor de toekomst’ oogt suffer dan de inhoud. De kranten die ik lees hebben het genegeerd (of zo klein gebracht dat het me niet opviel). De Twitter-consensus schrijft de eer toe aan Ronald Buitelaar om het nieuws te breken. Wat is er zo opvallend aan?
Opvallend is, dat hier een minister put uit een totaal ander repertoire om het over onderwijs te hebben, dan de afgelopen jaren gebruikelijk is geweest. Waar het over presteren en excellentie ging, heeft de minister het nu over ‘onderwijs als bron van toerusting voor iedereen.’ Waar tot nu toe het meritocratisch perspectief bon ton was, waarschuwt de minister nu voor sociale ongelijkheid.
Waar tot voor kort kennis en wetenschap de speerpunten waren, breekt de minister een lans voor de ambachtelijkheid van de lagere en middenberoepen. En belangrijker: waar taal en rekenen de speerpunten zijn geweest van overheidsbeleid, wetenschap en inspectie, plaatst de minister een komma, gevolgd door het woord ‘maar’ en breekt ze een lans voor ‘een brede oriëntatie op leren’. Om tot slot, ik maak even een grote stap, te pleiten voor de rol van vorming in het onderwijs.
Poe hé.
Vorige week vierden we bij NIVOZ het tienjarig bestaan, onder andere met de uitgave van een jubileumboek, waarin vier lezingen zijn gebundeld. Herman Wijffels was de eerste, in 2006, die in deze lezing als (relatieve) buitenstaander zijn visie gaf op hoe het onderwijs verder ontwikkeld zou moeten worden. Hij werd bijgevallen door Hans Adriaansens in 2008, Tex Gunning in 2011 en Mart de Kruif in 2012. Het waren indrukwekkende, visionaire lezingen, recht tegen de tijdgeest in. Iemand als Wijffels nam zelfs een risico door zo uitdrukkelijk een mening uit te spreken, waarmee hij het gevaar liep voor een van die wereldvreemde onderwijsvernieuwers te worden uitgemaakt. Dat gold nog sterker na 2008, na het uitkomen van het rapport-Dijsselbloem.
Inmiddels krijgt het NIVOZ, niet in het minst door het enorme succes van het platform Hetkind, steeds meer weerklank. Maar nog vorige week stelde ik wat spijtig vast dat deze ideeën nog niet werden uitgesproken door de elite van wetenschappers en politiek. Ik werd op mijn wenken bediend.
Maar het gaat hier niet om gelijk hebben, zelfs niet om gelijk krijgen. Het gaat hier om niet minder dan ‘de toerusting van iedereen’ en hoe we dat voor elkaar krijgen. Dus hoewel ik stilletjes juich (even), ben ik ook gespannen over het hoe het nu verder gaat. Want beseft Bussemaker welk proces ze hiermee heeft ingezet?
Haar lezing werkt deze–voor politiek Den Haag–nieuwe visie op drie elementen nader uit. Drie ‘raketmotoren’ bespreekt ze (de beeldspraak ontleent ze aan het verhaal over de bijna fatale ruimtemissie van de Apollo 13, waar ze haar toespraak mee begint). De eerste raketmotor gaat over het verzilveren van het potentieel van alle mensen, met Martha Nussbaum de capabilities approach, ik kom daar straks op terug. De tweede gaat over het ruim baan geven aan creativiteit en ‘maken’. Daarvoor verwijs ik naar de blog van Arjan van der Meij. De derde tot slot gaat over vorming: het ontwikkelen van ‘creatieve dwarsdenkers en constructieve neezeggers’.
Willen we dat realiseren, dan vraagt dat niet minder dan een revolutie in het maatschappelijk perspectief op onderwijs. De pleidooien van Geert Kelchtermans en Paul Verhaeghe indachtig, betekent dat dat we onder ogen moeten zien hoe ons onderwijs, meegevoerd op de maatschappelijke onderstroom, ten prooi is gevallen aan een cultuur van performativiteit, waarin alleen presteren en winnen telt. Hoe draaien we dat weer terug? Het is nog maar een paar weken geleden dat Joey uit Eindhoven door Cito zelf gefeliciteerd werd met zijn nul fouten, alsof hij de wedstrijd had gewonnen. Het is een klein, maar veelzeggend detail in hoe we over onderwijs zijn gaan denken.
Ondertussen maakt het onderwijs in Drenthe zich zorgen over wat de reactie van de inspectie (en dus het ministerie) zal zijn op achterblijvende Citoscores, als gevolg van het ‘binnenboord’ houden van zwakkere leerlingen. Dat is een belangrijke doelstelling van Passend Onderwijs, maar snijden scholen zichzelf hiermee niet in de vingers? De CU heeft Kamervragen aangekondigd en ik ben benieuwd wat Sander Dekker hierop gaat antwoorden. Heeft Bussemaker deze lezing met hem besproken?
Er valt veel over de lezing over te zeggen, maar ik wil het niet te lang maken. Eén belangrijk aspect van deze revolutie wil ik nog wel noemen. Als we werkelijk moedige, creatieve dwarsdenkers willen vormen, dan vraagt dat nogal wat. Daar is namelijk geen recept voor, geen curriculum, geen leerplan, geen ‘evidence based’ aanpak. En die gaat er ook nooit komen.
Het vormen van creatieve dwarsdenkers vergt vooral dat wij, leraren, onderzoekers, begeleiders, leidinggevenden en politici onszelf bevragen en laten bevragen op hoe wij ons werk doen, en waarom op die manier. Dan moeten we onze zekerheden ter discussie durven stellen, ons verplaatsen in het perspectief van de ander. Durven toegeven dat we het niet weten en aan de ander vragen ons te helpen. Die manier van denken is in de huidige politieke cultuur, zeker als het over onderwijs gaat, op z’n zachtst gezegd niet gangbaar.
Lees verder.
Hartger Wassink is als organisatiepsycholoog altijd actief geweest op het grensvlak van onderzoek en advieswerk in de onderwijssector. Vanaf augustus 2013 is hij bij het NIVOZ een van de mensen die het onderzoeksforum handen en voeten geeft. Hij blogt via zijn eigen website De Professionele Dialoog.
Iedereen maakt verschil, samen hebben we impact
Steun hetkind en word donateur
50 euro per jaar
Reacties