Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Als er een 'virus op ons afkomt met hoge snelheid' wat vraagt dat dan van ons als onderwijzers?

16 maart 2020

We leven in tijden van grote onzekerheid, en niet alleen door het coronavirus. Het raakt het leven van ons allemaal, kinderen en jongeren incluis. Er is  behoefte aan onderwijs dat zich opstelt als een buffer, schrijft Corina van Doodewaard, een thermostaat tegen al te veel kou of hitte. Wat betekent dat voor de komende weken? Als we 'viral' gaan? Als ontmoetingen niet meer in de school, maar online plaats zullen vinden? Zou het lukken om niet alleen voor, maar mét de leerlingen na te denken over wat ertoe doet? Corina stelt vragen.

In onze master PESP (Physical Education and Sport Pedagogy) op de CALO in Zwolle staat op dit moment het werk van Philip Meirieu centraal. Zijn boek heet 'Pedagogiek en de plicht om weerstand te bieden'. Prachtig, inspirerend, rebels, oproepend tot emancipatie; vanuit de centrale vraag of dat wat gewild is, het ook waard is om gewild te worden... En vanuit het idee dat pedagogische tolerantie samengaat met didactische vasthoudendheid. Ook in tijden van nood.

Onderwijs dat zich opstelt als buffer, als thermostaat
Eén van de treffende beeldspraken is het beeld van onderwijs als thermostaat. Dat beeld is misschien wel juist nu zo aansprekend, omdat we leven in tijden van grote onzekerheid en dat raakt ook het leven van kinderen en jongeren. Er is behoefte aan onderwijs dat zich opstelt als een buffer, een thermostaat tegen al te veel kou of hitte.

Dat zet de school midden in de wereld: niet langs de zijlijn - niet als veredelde kinderopvang (zoals de politieke uitspraken soms doen vermoeden) -, maar als pleitbezorger. Als een plek waar leerlingen zich in zekere zin beschermd mogen weten tegen verhitte discussies of spannende ontwikkelingen. Op school is er ruimte om je vragen te stellen, je onzekerheden te delen, je af te vragen wat het betekent dat "een virus op ons afkomt in hoge snelheid".

School is "een soort ruimte": een ruimte in de wereld om samen te bewegen op je eigen manier. Een plek waar je je gezien weet in wie en hoe je bent.

Wat betekent dat voor het onderwijs van de komende weken? Als we "viral" gaan? Als ontmoetingen niet meer in de school, maar online plaats zullen vinden? Krijgen leerlingen vooral powerpoints toegestuurd met de opdracht om deze "lesjes" tot zich te nemen? Of is er ook ruimte voor debat en discussie? Wordt de vraag ook gesteld wat het met de leerlingen doet en hoe het hen treft in hun ziel - dat 'het virus op ons afkomt in hoge snelheid?'

Zou het lukken om niet alleen voor, maar mét de leerlingen na te denken over goed onderwijs in deze tijd? De hand van de schouder te nemen, zodra leerlingen zelf initiatieven tonen om er wat van te maken? Hen aan te moedigen om hun eigen wegen te vinden in zoektochten naar antwoorden op actuele, prangende vragen? Zou het lukken om hen de kans te geven niet (meer) slaafs hun impulsen te volgen, maar te tonen dat ze bereid zijn om zich af te vragen of dat wat ze willen, ook waard is om gewild te worden?

Ga je ervan uit dat leerlingen alleen maar lui op de bank willen liggen - of stel je je voor dat ze zin hebben om in de benen te komen om iets nieuws te leren?

Ga je ervan uit dat leerlingen alleen maar lui op de bank willen liggen - of stel je je voor dat ze zin hebben om in de benen te komen om iets nieuws te leren? Dat ze uitgedaagd willen worden om die nieuwe beweegtruc onder de knie te krijgen? Dat ze naar buiten gaan om te vieren dat de lente begint? Koppelt de school ze vast aan hun beeldscherm de komende periode of weken (bewegings)onderwijzers ze los met de uitdaging om er bewegend te zijn - omdat ook dat juist nu van waarde is? Is het mogelijk om zo goed mogelijk bewegingsonderwijs te maken als de relatie even op afstand is?

Als er een "virus op ons afkomt met hoge snelheid" wat vraagt dat dan van ons als onderwijzers? Hoe mooi zou het zijn om ons daarover de komende weken te buigen. Want als wij niets doen, wie dan?

Corina van Doodewaard richt zich als hogeschoolhoofddocent en onderzoeker voornamelijk op sociaal-pedagogische vraagstukken in bewegingsonderwijs en jeugdsport. Ze is verbonden aan de master PESP van de CALO in Zwolle. Corina is lid van het Bloggerscollectief.

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief