Thema-avond over ‘we moeten spelen’ in het Huis van Betekenis
We moeten spelen is het nieuwste boek van Rob Martens, psycholoog en motivatie-onderzoeker. Op dinsdagavond 10 december 2019 was er een speciale avond rondom het boek en het thema spel. Er waren interviews met Sjef Drummen en Christel Hartkamp, een muzisch-poëtische bijdrage van docent Rob Bekker (met zijn band ZIMIHC) en er werd o.l.v. Geert Bors een vertaling gemaakt naar onderwijspraktijk. De avond vond plaats in het Huis van Betekenis in Utrecht, een broedplaats voor tekencultuur en vrijdenkers.
Rob Martens vertelde op deze avond, met Mark Schalken, illustrator en ontwerper van het boek, over het creatieproces en over het Huis van Betekenis. Sjef Drummen (kunstenaar, vml. schoolleider op Niekée en medeoprichter van Agora-onderwijs) en Christel Hartkamp (verbonden aan Sudburyschool Harderwijk, buitenpromovendus op de open universiteit - Evolutionary Developmental Psychology) maakten een vertaling naar hun eigen leven en onderwijspraktijk. En Rob H. Bekker (docent op Ithaka Internationale Schakelklassen Utrecht, taalarbeider en muzikant en lezer van Homo Ludens) was er met zijn mede-muzikanten van ZIMIHC. Na deze interviews en optredens was er een dialoog met alle aanwezigen. Geert Bors van NIVOZ was moderator.
Hier vind je binnenkort:
- een verslag van Maartje Janssens: Een avond over spelen, waarin we uit- en inzoomen en wat we ontdekken vertalen naar onderwijspraktijk.
- foto's van Ted van Aanholt (zie onder)
- een geluidsbestand van de avond.
- de eerste afleveringen van de Podcast-serie over Spelen.
Podcast van Jan-Jaap Hubeek (Meesterwerk):
Hier kun je een podcast beluisteren, een interview/wandeling die Jan-Jaap Hubeek al eerder maakte met auteur Rob Martens, klik hier.
Over het boek/leeservaringen...
Over het boek ‘we moeten spelen. wat onderwijs aan een verkenning van de natuur heeft’ (met een voorwoord van Luc Stevens) is al geschreven. Hier vind je de eerste reacties op een rij:
* Dick van der Wateren – docent en onderzoeker: ‘Misschien is dit wel het belangrijkste boek van 2019. Rob Martens toont overtuigend aan dat kinderen spel nodig hebben voor hun ontwikkeling naar volwassenheid en dat spelen en leren onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Spelen is leren en goed leren is veel spelen, is de centrale stelling van het boek. En hij onderbouwt dat met een groot aantal voorbeelden uit de natuur, de evolutiepsychologie en de geschiedenis van de mensheid. De vraag is dan waarom in ons onderwijs spelen geen rol van betekenis heeft.'
* Wouter Pols is onderzoeker, auteur en voormalig docent-opleider. Meest recent was hij actief als deeltijdonderzoeker op de Hogeschool Rotterdam, binnen het Kenniscentrum Talentontwikkeling: 'Dit boek is voor een breed publiek geschreven en zeer toegankelijk. Speels geschreven, zou ik willen zeggen. Ik heb het boek als pedagoog gelezen. Mijn stelling is dat de pedagogiek niet zonder antropologie kan. Dat was ook het standpunt van Marinus Langeveld. Hij spitste dat toe tot een pedagogische antropologie. Dat doe je volgens mij (nog) niet, maar je ontwikkelt wel een empirisch gefundeerde krachtige antropologie als basis voor opvoeding en onderwijs. En daarmee reikt je opvoeding en onderwijs een kader aan van waaruit het bekeken kan worden, van waaruit doelen gesteld kunnen worden, werkvormen bedacht, maar vooral de leerling als actor, als zichzelf vormend subject gezien wordt. Dat hebben we in ons land lange tijd gemist. Met jouw antropologie stel je vraagtekens bij het instrumentele denken dat de afgelopen 30 jaar in ons onderwijs heeft huisgehouden. Overigens vind je in jouw antropologie ook een kader voor de door jou en Luc Stevens aangehangen Zelfdeterminatietheorie. Die theorie kenmerkt zich door een enorme complexiteitsreductie (dat kan niet anders), maar jouw antropologie geeft er wel weer wel body aan.'
* Maitta Tegenbosch, theatermaker en deelnemer HKU-werkplaats Grensgangers: ‘De fijne dubbelzinnigheid van die titel. Moeten. Moeten we vaak en van kleins af aan niet heel erg veel? Dat maakt ons opstandig en bedreigt de autonomie waar wij, trotse Nederlanders, niets van willen hebben. Aldus onze minister president. Een gewaagde titel voor een wetenschapper.’ En dan over het boek: dribbelend, tackelend, hakkie geven, balletje opgooien, opwippend, ontmoeten we het moeten. Dus eigenlijk een boek, spelend en vrij, vol vuur, de dood of de gladiolen, brrr. We moeten spelen. Want spelen is ons systeem, het is wat we in ons hoofd en hart en wat we in ons handen willen.’ En wat is spelen? Maitta schrijft: ‘Onze lifeline. Onze engel. Onze moedige wederhelft. In ieder geval waar het ertoe doet. dat weet elke speler. En elke toeschouwer.’
* Bas Rosenbrand, oprichter en ontwikkelaar van Spring, lerarenopleiding voor vernieuwende scholen en auteur van A new Morning, Co-create school with the children: 'Rob Martens stelt de vraag: waarom zou je het spelen van kinderen willen onderbreken? Je moet na dit boek met hele goede argumenten komen. Op een lichte en speelse manier zet hij verschillende elementen van spel en spelen naast elkaar. En tussendoor leer je van alles. Net zoals bij spelen.'
* Claire Boonstra - founder Operation Education: 'We moeten spelen van Rob Martens is zo'n geweldig boek! Confronterend en bevrijdend tegelijk, voor onszelf als professionals en als mens. Het spelen zit zo diep in ons, is zo essentieel voor alles wat we doen.'
Marco Mout, oprichter van Walhallab: 'Spelen is af te leren. Dat doen onze instituten wel. Onderwijs, bedrijfsleven, de 'dingen van de dag'; beetje voor beetje leren we het inquisitieve los te laten en het 'normale' te doen en denken. Op zeker moment schrikken we, want waar zijn die nieuwsgierige, vrije denkers en makers die we in onze jeugd waren, gebleven? Rob Martens breekt een lans voor het 'spelen' in dit boek. Hij heeft daarmee een thema te pakken dat universeel is. De pedagogiek neemt spelen maar beperkt waar als vormend element. Voor mij een belangrijke reden om het WALHALLAb op te richten, samen met jongeren bouwen aan de ruimte voor spel, onderzoek, opvoeding en kennisoverdracht. Mede omdat ik zie dat het regulier onderwijs spelen heeft weggerationaliseerd. Spelen is de basis. Spelen is ónze basis. Laten wij het weer leren.'
* Christel Hartkamp-Bakker, verbonden aan Sudburyschool Harderwijk, buitenpromovendus op de open universiteit -- Evolutionary Developmental Psychology: 'Wat een goed geschreven pleidooi en hoe mooi dat Rob Martens in zijn onderbouwing de connectie zoekt tussen het evolutionair psychologisch perspectief en de kennis van Johan Huizinga, kennis die van zo’n historische waarde is. Hoe belangrijk dat er nagedacht gaat worden over deze ernstige dwaling van de mensheid over hoe we kinderen in deze tijd de vrijheid onthouden om vrij te kunnen spelen, zonder volwassen inmenging en oordelen. Rob Martens weet op zeer beeldende manier zijn lezers mee te nemen in de complexe materie van de vele facetten van spel en de paradox die spel oproept. De weg die de mensheid is ingeslagen op basis van historische toevalligheden om jonge mensen vaardigheden aan te leren op manieren die hun intrinsieke motivatie ondermijnt, wat zo ingaat tegen hoe we als mens bedoeld zijn te leren. En ja, we moeten spelen met al de ideeën die in dit boek beschreven, voor het welzijn van de mens in de toekomst.'
* Inge Spaander, vo-docent en onderwijsontwikkelaar, tevens verbonden aan Acato, een plek voor jongeren met autisme en thuiszitters: 'Het is een leuk en fijn boek om te lezen. En omdat het zo vol staat met voorbeelden en beelden, ben ik ook snel aan het associëren. Zo bedacht ik me: in nieuwe groepen/samenstellingen of bijvoorbeeld families die elkaar niet altijd veel zien, zijn spelletjes vaak een veilig middel. Een hele concrete manier van spelen, duidelijke regels, je waant je veilig. Ik bedacht me ook, het bekijken van religie en spel als ‘hetzelfde’ zie je ook in de sociologie. Durkheim, volgens mij, schreef over dat met het verdwijnen van de religie, voetbal etc. eenzelfde soort functie krijgt. Het doel van religie, en andere rituelen, die Rob als spel beschrijft, is gedeeltelijk overlappend met dat van spel, het is een bestendiging van de samenleving.'
'Maar het kan niet anders dan dat ik het boek het meest op mijn dagelijkse praktijk betrek. Enerzijds het regulier VO. En daarin raakt het me dat het spel nooit te echt moet worden om spel te blijven. Terwijl we in het onderwijs zo de noodzaak voelen uit te leggen waarom iets nut heeft. Ik heb daar al eens eerder iets overgeschreven voor de KCR met betrekking tot creativiteit.Maar meer nog kijk ik naar Acato, de plek in Rotterdam waar ik nu met hart en ziel aan verbonden ben. 1. De regels die Rob noemt, die zijn voor leerlingen met autisme niet altijd te verstaan. Omdat dat eigenlijk wel continu verwacht wordt, hebben ze het vaak lastig gehad (is dat zo, ik denk daar nu dus over, of zal het zich veel meer op een ander plek bevinden, en niet zozeer in spel) 2. Heel veel van onze leerlingen zijn heel goed in spel om het spel. Zij zingen voor zichzelf, en niet voor de ander. 3. En - die is denk ik interessant om over door te denken en te schrijven - wij laten eigenlijk de jongeren weer terugkeren naar spel. Vaak weten ze niet goed meer hoe dit moet, of hun spel (tekenen of gamen bijvoorbeeld) wordt afgewezen door de omgeving. Pas als ze dat spel weer mogen voelen, dan ontstaat er weer behoefte tot leren.'
* Bart van Rosmalen, lector HKU Kunst en professionalisering: ‘Het boek is fascinerend en tegelijk heel erg fijn om te zien, op elke bladzijde gebeurt iets. Je kan er heel goed in zijn. Terwijl het tegelijkertijd nergens oppervlakkig is, maar heel gelaagd. Ik vond het een beetje een wereldreis. Ik had toch ook het idee dat Rob Martens in de voetsporen van Johan Huizinga staat, die met Homo Ludens ook een queeste maakte van spel.’
* Bart Bleijerveld, ArtEZ-opleiding, docent theater: 'Soms komt de wetenschapper die Rob Martens natuurlijk is even nadrukkelijk aan het woord, maar vooral de momenten dat de kunst, muziek en sportliefhebber die hij ook is, (of de carnavalsvierder), aan het woord is, heb ik het genoegen meegenomen te worden in een passievol verhaal van een persoonlijke onderwijzer die speelse combinaties maakt tussen kunst, pedagogiek, archeologie, sport, religie en lichamelijkheid. Kortom: alles wat ons mens maakt... Achteraf, nadat je het boek gelezen hebt is het de beste titel denkbaar. En sterker nog: tegen de zin van de schrijver in zou ik het boek aan willen raden voor iedereen die met lerende mensen wil werken, en verplicht willen stellen voor iedereen die met jonge lerende mensen wil werken. En helemaal voor degenen daaronder die dat met kunst doen.'
* Ton Baan, founder van Emplayment, the Dutch Institute of Play (i.o.): ‘We moeten spelen’ leest als een spannende thriller. Martens onderzoekt de ongekend slimme overlevingsstrategie van de homo sapiens met de precisie van Sherlock Holmes in een stijl die ik het liefst omschrijf als play based research. Gelijk de aard van het spelen zelf, neemt hij geen genoegen met voor de hand liggende verklaringen. Gedreven door zijn verlangen het wezenlijkste van de mens te begrijpen, onderzoekt hij het, pelt het laag voor laag af met de vurige wens te ontdekken waarom spelen zo essentieel is voor ons bestaan. Hiermee treedt hij in de voetsporen van Huizinga. ‘Play is de turbostand van intrinsieke motivatie’, schrijft hij en zo voelde het ook terwijl ik het boek las. Dat ik ooit met enkel zesjes geslaagd ben, kreeg met dit essay ook een persoonlijke dimensie. In plaats van mijn spel te omarmen als mijn ‘ultieme leermachine’ ervoer ik tijdens mijn schooljaren al vroeg spelbederf en zocht ik mijn heil meer buiten de schoolmuren. Overigens is niet alleen het onderwijs spelbreker. Overal om ons heen wordt het spel beroofd van zuivere brandstof: vertrouwen. Resultaat? Een samenleving die volgens het World Happiness Report ook dit jaar stijgt op de geluksladder maar ondertussen kreunt onder een collectief ‘play deficit disorder’.
* Martin van Rooijen, pedagoog en onderzoeker risky play, promovendus Universiteit voor Humanistiek Utrecht: 'Spelen is voor kinderen hun natuur en daarmee is het intrinsiek waardevol, zoals ook vastgelegd in het Recht op Spelen van de Verenigde Naties. Rob Martens legt op een mooie manier de link met het belang van speelsheid in het onderwijs, zowel voor kinderen als voor de volwassenen die hen begeleiden. Bestanddelen van het spelen zoals nieuwsgierigheid, creativiteit, verbeelding en durf zijn essentieel en bevorderen de lichamelijke, sociale en morele ontwikkeling van het kind bijna als vanzelf. In ‘We moeten spelen’ wordt op een aantrekkelijke manier dit in een brede context geplaatst, waarin je wordt meegenomen in de ontdekkingsreis van de schrijver rondom het ondefinieerbare begrip spelen. Dat wordt betoogd dat spelen soms risicovol mag en moet zijn, kan ik alleen maar ten volle onderschrijven.'
Geluidsbestand van de avond
Je hoort achtereenvolgens:
0, 00 - 13,20: Geert Bors (moderator)
13,20 - 37,20: Interview met Rob Martens en Mark Schalken (vormgever, illustrator).
37,20 - 44,30: optreden Rob Bekker en ZIMIHC
44,50 - 1.19,30: interview met Sjef Drummen en Christel Hartkamp
1.22,15 - 1.49,15: plenair gesprek
Foto's van de avond
(Bij eigen gebruik, gaarne naam fotograaf Ted van Aanholt vermelden)
Delen: