Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Inclusief theater en wat het met je doet: ‘Leren kijken naar mogelijkheden in plaats van beperkingen’

29 mei 2019

Theater Babel wil door middel van inclusieve theatervoorstellingen en workshops - met acteurs zonder en met beperking - een bijdrage leveren aan een inclusieve samenleving. Studenten van de Hogeschool Rotterdam – van de zorgopleidingen Social Work en de Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn (LGW) – deden ervaringen op en verrichtten onderzoek. Jeannette Nijkamp en Monique van den Heuvel doen als hoofddocent verslag in dit artikel. Over inclusief theater, wat het met je doet en wat het voor je kan betekenen. Als leraar en als zorgverlener.

Enkele jaren geleden heeft Monique van den Heuvel het initiatief genomen voor het tot stand brengen van de samenwerking tussen de LGW en Theater Babel. Zij deed dit om studenten in staat te stellen niet alleen hun cognitieve vermogens te ontwikkelen, maar ook hun empathisch vermogen. Volgens Monique is het belangrijk dat studenten ook plezier hebben, door te spelen en ervaringen op te doen binnen de school. Dit helpt hen zich nog beter in te leven in de ander. Dit hebben zij nodig om als docent te kunnen omgaan met een diverse klas.

Jeannette Nijkamp begeleidde op haar beurt studenten bij hun projectopdracht voor de minor Disability en Diversiteit. Deze minor is bestemd voor studenten van de gezondheidszorgopleidingen en van Social Work. Hiermee wordt beoogd dat zij zorg en ondersteuning gaan bieden die beter aansluit bij de belevenis- en ervaringswereld van mensen met een beperking. Zes studenten deden onderzoek bij Theater Babel. Zij keken naar de inclusieve samenwerking en naar de effecten op het publiek. Hun minorproject is onderdeel van het onderzoek 'Inclusieve podiumkunst voor artiesten met en zonder beperking' van Jeannette Nijkamp en Mieke Cardol (lector Disability Studies; Diversiteit in Participatie).

De minorstudenten volgden repetities bij Theater Babel en werden daar ook actief bij betrokken. Verder hebben ze – net als de studenten van de LGW - de voorstelling 'Het gedroomde café' bezocht. Daarnaast hebben de LGW-studenten verschillende workshops gevolgd waarin zij enkele monologen kregen voorgeschoteld door acteurs zonder een beperking, waarna zij zelf een monoloog gingen schrijven over onderwerpen als eenzaamheid, verslaving en seksualiteit. Voor een nadere beschrijving van de samenwerking rondom de monologen, zie het artikel van Monique van den Heuvel van 3 april 2019.

In deze bijdrage focussen wij op hoe de studenten de inclusieve samenwerking tussen de acteurs met en zonder beperking en de voorstelling hebben ervaren en wat dit met hen deed. Hiertoe hebben wij de LGW-studenten geobserveerd tijdens het bezoeken van de voorstelling en zijn wij aanwezig geweest bij de nabespreking in de klas. Tijdens de betreffende les hebben wij ook een enquête uitgedeeld, die ter plekke werd ingevuld. Verder hebben wij gebruik gemaakt van de reflectieverslagen die de minor-studenten hebben geschreven, en van wat naar voren kwam tijdens de gesprekken over hun ervaringen die Jeannette in het kader van hun projectbegeleiding met hen heeft gevoerd.

Het gedroomde café
De voorstelling wordt opgevoerd in een kerk. Er staan kerkbanken langs twee tegenover elkaar gelegen zijden en de speelvloer ligt hier tussenin. De voorstelling bestaat uit twee delen. Tijdens het eerste deel zitten de studenten op stoelen die voor de kerkbanken zijn gezet. Alle acteurs komen op en verdelen zich over de vloer. De regisseur stelt de acteurs een voor een vragen over hun leven en wat hen bezighoudt, en de acteurs geven antwoord. Hierbij worden controversiële onderwerpen, zoals het hebben van meerdere bedpartners tegelijk, niet geschuwd. Tijdens de interviews verschijnen close-up beelden van de geïnterviewde acteurs in zwart-wit op twee grote projectieschermen. Aan bod komen onder meer: wat je passie is (muziek maken, in het moment leven), waar je blij van wordt (net getrouwd zijn), waar je spijt van hebt (vaak geschreven, maar nooit verstuurde brief aan vader over verbreken contact), wat je nooit meer wilt meemaken (jeugd omdat moeder sloeg) en wat het thema van je leven is (anders zijn vanwege autisme). Zowel de acteurs met als zonder beperking worden geïnterviewd, waarbij soms gebruik wordt gemaakt van visuele middelen, zoals foto’s op een telefoon.

Voor het tweede deel worden de studenten verzocht plaats te nemen in de kerkbanken. De regisseur komt op en stelt een aantal vragen, zoals 'waar dacht jij aan toen je vanochtend wakker werd?', en 'met wie in deze zaal zou je wel eens een beschuitje willen eten?' Vervolgens komen de acteurs een voor een binnen. Degenen die al binnen zijn kijken naar de nieuwkomers, terwijl zij ondertussen dansen. Als iedereen binnen is, vinden er diverse acts plaats die door de regisseur worden aangekondigd. De acts zelf zijn tekstloos. Er vindt onder meer een liefdesduet plaats, waarbij twee acteurs een dans uitvoeren rondom een rijdende tafel, en een (geluidloze) zang-act, waarbij een acteur dirigeert op het balkon bij het orgel. Ook is er een diabolo-act met twee acteurs die hierin samenwerken, en een dans/striptease-act van twee acteurs die Romeo en Julia spelen. Verder is er een terugkerende act waarin alle acteurs uitdagend dansen en flirten met het publiek.

Ervaringen van de studenten
Tijdens de voorstelling hebben we de LGW-studenten kunnen observeren. Wat wij zagen, was onder andere plezier, verwarring en ongemakkelijkheid. Deze emoties kwamen ook terug in de nabespreking van de voorstelling en de link met hun (aanstaande) docentschap die een week later tijdens de les plaatsvond, en in de enquête die de studenten vervolgens invulden. De reacties waren voornamelijk positief. Diverse studenten gaven aan onder de indruk te zijn van de persoonlijke verhalen die de acteurs vertelden, omdat 'ze hiermee laten zien dat iedereen een eigen verhaal heeft', 'het openhartig was' en 'je op die manier ziet dat er veel gaande kan zijn bij iemand, zonder dat je het doorhebt.'  Studenten waren geraakt door 'de oprechtheid van de acteurs', en 'de soms heftige verhalen.' Verschillende studenten gaven aan dat zij situaties herkenden: 'Ik ben niet de enige met nare ervaringen tijdens mijn jeugd.'

Sommige studenten hadden zich tijdens het vertellen van de verhalen ongemakkelijk gevoeld, met name omdat ze zo dichtbij zaten: 'Ik was een beetje bang dat ze mij een vraag zouden stellen.' Anderen hadden vooral moeite met de inhoud van de verhalen, zoals over 'hoeveel bedpartners iemand tegelijk heeft gehad', of met de setting van de voorstelling: 'dat dit in een kerk kan gebeuren.' Daarentegen was er ook een student die het jammer vond dat 'er veel naar voren kwam behalve religie.'

Link met docentschap
Ondanks dat zij geraakt waren door de verhalen, bleek uit de reacties dat het doel van de voorstelling toch niet voor iedereen duidelijk was: 'Ik was zoekend naar het doel van de voorstelling; ik dacht dat ik misschien straks de vloer op moest' en 'what the fuck heb ik nu gezien?' Op de vraag naar mogelijke verbindingen tussen de voorstelling en het docent-zijn werd onder meer geantwoord dat je 'als docent moet weten dat ieder een ander verhaal en achtergrond heeft' en 'moet open staan voor iedereen en niet te snel een mening moet vormen.' Een student gaf aan dat het belangrijk is je als docent af te vragen: 'Heb ik echt belangstelling voor al die verschillende mensen en hun verhaal? Vraag ik weleens wat aan een ander?' Ook 'de manier van de juiste vragen stellen' en 'ontmoetingen met studenten vanuit mijn kwetsbaarheid aangaan' werden genoemd. Er waren echter ook studenten die de link met hun docentschap lastig te leggen vonden.

Ervaringen van de minor-studenten
De minor-studenten hadden voordat zij naar de voorstelling gingen al verschillende keren repetities bijgewoond, en ook meegedaan bij verschillende activiteiten. Binnen Theater Babel beschouwt iedereen elkaar, ongeacht het al dan niet hebben van een beperking, als collega’s die op een gelijkwaardige basis samenwerken. De studenten hadden het gevoel in een warm bad terecht te komen: 'Ik voelde mij erg welkom binnen het theater omdat wij gelijk als collega’s werden beschouwd en met open armen werden ontvangen.'

Na hun eerste kennismaking met Theater Babel hadden ook zij echter veel vragen, zoals: 'Wat zijn ze aan het doen? Wat wordt hier nou mee bedoeld? Welke boodschap willen ze hiermee overbrengen?' De studenten gingen regelmatig naar het theater 'om in gesprek te gaan met de acteurs en een vertrouwensband te creëren. Deze nauwe samenwerking heeft me geholpen om me beter te verplaatsen in de ander, met of zonder beperking.'

Deze nauwe samenwerking heeft me geholpen om me beter te verplaatsen in de ander, met of zonder beperking. 

Link met beroep als zorgverlener
In het begin hield het hen bezig wie van de acteurs een beperking had, en wat voor beperking. Gaandeweg gingen zij echter anders kijken naar de acteurs en zagen zij vooral hun talenten en mogelijkheden. Verschillende studenten noemden ook de relevantie voor hun toekomstige beroep: 'Ik heb geleerd om achter de aandoening ‘de mens’ te zien. Dit is ook zeker nuttig voor de studie fysiotherapie die ik volg. Vaak wordt er alleen naar het medische aspect gekeken, terwijl het ook van belang is dat je je als fysiotherapeut goed kan inleven in iemand anders.'

Reflectie
Gedurende de laatste decennia heeft een paradigmashift plaatsgevonden van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving. Hierbij wordt gestreefd naar een inclusieve maatschappij, waarin iedere burger volwaardig kan participeren. Dit komt onder meer tot uiting in de Participatiewet, die erop gericht is dat ook mensen met een beperking zoveel mogelijk aan het werk gaan bij reguliere bedrijven en organisaties, in plaats van bij sociale werkplaatsen voor bijvoorbeeld theater.

Voor professionals die zorg en ondersteuning leveren aan mensen met een beperking, of aan andere doelgroepen die moeite hebben om volwaardig te participeren zoals ouderen, betekent deze paradigmashift dat er een ander soort ondersteuning van hen wordt gevraagd dan voorheen. Hun dienstverlening dient vooral gericht te zijn op empowerment van hun cliënten en vergroting van hun participatie. Zij moeten dus vooral hun cliënten helpen te versterken wat zij wel kunnen, in plaats van te kijken naar hun beperkingen.

Onderwijs
Ook binnen het onderwijs is de trend dat dit inclusief moet zijn en gericht op een diverse klas, zodat zoveel mogelijk leerlingen, ook leerlingen met bijvoorbeeld beperkingen of een niet-Nederlandse culturele achtergrond, of uit probleemgezinnen, aan het reguliere onderwijs kunnen deelnemen en hierbinnen gelijke kansen hebben om hun talenten te ontwikkelen. Dit vraagt ook van docenten een andere aanpak. Zij dienen open te staan voor elke leerling, zonder vooroordelen, en oprechte belangstelling te tonen voor ieders verhaal en achtergrond.

Uit de hierboven beschreven reacties van zowel de LGW- als de minor-studenten blijkt dat deze andere aanpak voor hen nog niet vanzelfsprekend is. Het is dus belangrijk dat hun opleiding hen voldoende in staat stelt om zich deze nieuwe werkwijze eigen te maken. Uit het bovenstaande blijkt ook dat Theater Babel studenten ertoe aanzet na te denken over wat een inclusieve samenleving c.q. klas is, en wat dit inclusieve betekent voor hun rol als zorgverlener of docent.

Studenten worden door dit inclusieve theater wakker geschud, maar ook in verwarring gebracht. Aan de ene kant vinden veel studenten wat zij zien ‘vreemd’, omdat deze vorm van theater met mensen met en zonder een beperking nieuw voor hen is. Aan de andere kant is er ook herkenning van situaties en problemen. Verder is er waardering voor de openhartigheid van de acteurs, maar voelt deze openheid tegelijkertijd ook ongemakkelijk. Tot slot worden de studenten geconfronteerd met acteurs van wie een deel een beperking heeft en leren zij om niet naar deze beperkingen, maar naar de talenten van alle acteurs te kijken, zoals een van hen treffend verwoordt: 'Het heeft mij geleerd om mijn medische achtergrond ook daadwerkelijk op de achtergrond te laten. Ik ben er nog meer alert op geworden om meer naar de mens te kijken en naar mogelijkheden in plaats van beperkingen.'

Jeannette Nijkamp en Monique van den Heuvel zijn als hoofddocent verbonden aan de Hogeschool Rotterdam.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief