Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

De functie van het onderwijs is wereldburgers opleiden

24 maart 2022

Het symposium ‘Persoonsvorming en de functie van het onderwijs’, georganiseerd door de Haage Hogeschool op 16 maart 2022, vond plaats in Madurodam. Laurence Guérin, lector Wereldburgerschap, is de initiatiefnemer van deze dag, waarop opnieuw persoonsvorming de hoofdrol heeft, maar nu bekeken vanuit onderwijsfilosofisch perspectief. Jan Masschelein, Gert Biesta en Piet van der Ploeg geven hun visie daarop voor een volle zaal. Rikie van Blijswijk doet verslag van deze middag met drie stevige lezingen achter elkaar. ‘Persoonsvorming? Liever niet nog méér versterken. Er is al genoeg uniciteit.’

Op een doordeweekse werkdag even door Madurodam kunnen zwerven? Ik maak graag van de gelegenheid gebruik om via de Brienenoordbrug bij de Utrechtse Domtoren stil te staan, om de cafeetjes te bekijken in Amsterdam en de Schouwburg van Den Haag te bewonderen. Na een telefoontje van aankomst van Hanke Drop, mijn tafelgenoot bij de lunch, ga ik weer terug naar de echte wereld. Die wereld waar we de leerlingen als wereldburger in willen brengen.

Burgerschap en persoonsvorming
Mocht je nog nieuwsgierig zijn naar wat burgerschap te maken heeft met persoonsvorming, dan geeft Laurence Guérin meteen aan het begin van de middag aan dat burgerschap en persoonsvorming onlosmakelijk verbonden zijn. Immers, ‘inwijden in de democratie vraagt ook om kritische vragen en een eigen oordeel en dat sluit persoonsvorming in.’ 

Wereldburgers opleiden
Elisabeth Minnemann, voorzitter College van Bestuur van de Haagse Hogeschool, wijst op de verhouding tussen kennis en de deugden, zoals we deze laatste kennen van de oude Humanisten en hun ideaal van de zelfrealisatie als persoonlijk resultaat. ‘De functie van het onderwijs is juist om wereldburgers op te leiden en drempels weg te halen om je betere zelf te worden’, in de ogen van de voorzitter.

De drie sprekers volgen elkaar na deze opening meteen op, zonder pauze. Geen probleem, want het is interessant genoeg wat Masschelein, Biesta en van der Ploeg te melden hebben. Opvallend is dat de sprekers aan het woord persoonsvorming verschillende interpretaties toekennen. In dit artikel volgen korte samenvattingen van hun bijdragen.

Schooltijd als onderbreking, met aandacht voor vrijheid, gelijkheid en de wereld om ons heen, door Jan Masschelein
Jan Masschelein valt meteen met de deur in huis: ‘De persoon van de leerling staat al centraal genoeg. Om het ik-besef te realiseren moet blijkbaar elke leerling in zijn persoon worden aangesproken. Die persoon is begin- en eindpunt van alles’. Masschelein vindt het geen goed idee om nog meer nadruk te leggen op de persoonsvorming. Dat draagt in zijn ogen mogelijk nog meer bij aan ontscholing, terwijl de pandemie duidelijk heeft gemaakt dat de school juist ‘schoolser’ moet worden. Leerlingen willen immers graag naar school en niet alleen omwille van dat zich daar een belangrijk deel van hun sociale leven afspeelt, of om leerachterstand te voorkomen. Dat laatste is meer de wens van ouders en het beleid.

Hun verlangen naar school is ingegeven door ervaringen van vrijheid en focus op pedagogische waarden. Juist als tegenkracht tegen de uitbreiding van ‘het personaliserende regime’, zoals dat zich altijd en overal, vooral online, manifesteert.

Het regime dat personaliseert, manifesteert zich via technologie. Kijk eens hoe de mobiele telefoon ons leven beheerst en gemaakt wordt tot een individuele onderneming. We worden ertoe aangezet om (voor ons gemaakte) keuzes, alternatieven en meer of minder aantrekkelijke opties te begrijpen als zelfgekozen. Socioloog Damhuis ziet dat jongeren voortdurend op zichzelf worden teruggeworpen om keuzes te maken en daarin een onbegrensde ruimte ervaren, gecentreerd om zichzelf. De staalkaart die internet biedt, put hen uit. Er is altijd een betere optie. Dat geeft keuzestress, maar ook een zekere angst om zich te binden. Het ervaren van de angst om dingen te missen leidt tot een ervaring van onverschilligheid en succes is gerelateerd aan vergelijking met anderen. ‘Er is geen kompas, alleen een GPS, die steeds jou als centrum neemt’, aldus Masschelein.

School is de benaming van het samenzijn in schooltijd, waarin ervaringen van vrijheid, gelijkheid en vorming worden gedeeld  

School wordt door jongeren als een bevrijding daarvan gezien, omdat ze andere ervaringen genereert. Dat noemt Masschelein personaliserende socialisatie. Dat heeft niet te maken met persoonlijke keuzes, maar gewoon met aan iets willen beginnen, aan (gezamenlijk) schools werk bijvoorbeeld. School is de benaming van het samenzijn in schooltijd, waarin ervaringen van vrijheid, gelijkheid en vorming worden gedeeld.  

Wereldse werkplaatsen
Socioloog en filosoof Bruno Latour vertaalt het clichézinnetje "Ik hou van jou" naar een transformatie van tijd, ruimte, waarmee liefde een kwestie van zorg wordt. ‘’Schoolspreken’ heeft die transformerende kracht’, licht Masschelein toe. 

Bijvoorbeeld als de leraar zegt ‘Probeer!’ duidt dit zowel op gezag als op een uitnodiging die ervan uitgaat dat de leerling ergens mee kan beginnen en bekwaam kan worden, ondanks vermeende redenen van niet. Je zou kunnen zeggen dat de uitspraak van de docent ‘Probeer!’ de toekomst onderbreekt en de leerling naar de huidige tijd brengt.

Het ‘Probeer het nog eens!’ duidt op optimisme en geloof in de capaciteiten van de leerling. Het is iemand een volgende kans geven en het geloof stimuleren dat iemand alles kan, dat wil zeggen dat de sporen van iemands verleden niet hoeven te worden vergeten, maar dat ze niet langer een schaduw werpen over diens huidige activiteiten. Het verleden is daarmee niet bepalend voor de toekomst waardoor jongeren kunnen worden aangesproken op mogelijkheden om vorm te geven aan die toekomst.

Ten slotte wijst ‘Probeer dit eens!’ op iets buiten ons, op iets dat nog geen deel uitmaakt van de eigen leefwereld. Dat opent verschillende werelden. Op die manier wordt school een werkplaats, waarin ervaringen worden bemiddeld door oefeningen en weerstand.

Het gaat er bij het leren niet om de kunst van het leven te leren, maar om het presenteren van werelden

Schooltijd is vrijgemaakte tijd en daarmee een andere bron van binding, betekenis en vorming. De leerling wordt hier niet erkend in zijn uniciteit, maar krijgt wel aandacht en zorg. Schooltijd (let op: geen leertijd!) is een tijd die de overdracht vertraagt en intensiever maakt. Wat op tafel ligt is bedoeld voor conversatie en is altijd een onderbreking die het mogelijk maakt dat leerlingen kunnen verschijnen als nieuwe generatie. Masschelein citeert Hannah Arendt: het gaat er bij het leren niet om de kunst van het leven te leren, maar om het presenteren van werelden. Vrij zijn voor de wereld op school is bevrijd zijn van de sociale terreur die de keerzijde vormt van personaliseren. 

De valkuilen van persoonsvorming door Gert Biesta
‘Persoonsvorming is een deel van het gesprek over goed onderwijs en gaat over meer dan de opbrengst’, begint Biesta zijn bijdrage. Dat alle onderwijs invloed heeft op de persoon van de leerling maakt het complex. Onderwijs heeft een expliciete ambitie, namelijk dat leerlingen zelfstandigheid verwerven.

Biesta bespreekt drie problemen met betrekking tot persoonsvorming:

  • Begripsverwarring: onderwijs wordt in termen van cognitieve ontwikkeling geformuleerd. Dat is echter psychologie. Een zorgvuldige omgang met onderwijs zit in de pedagogie. Die is echter marginaal aanwezig en verdrongen door de psychologie.
  • Politieke koudwatervrees tussen onderwijsvrijheid vs. gezag
  • Handelingsverlegenheid van leraren met persoonsvorming, waardoor verkeerde vragen worden gesteld

Waar loopt het erg uit de hand?
Goed onderwijs creëert bottlenecks en verstoort juist de doorgaande ontwikkeling, aldus Biesta. De leerlingen worden echter gedwongen in de school zichzelf tot object te maken in het productieproces dat onderwijs heet.

Biesta haalt Winfried Bőhm aan: een persoon is de mate waarin het individu bestaat. Dat is niet zijn masker, maar de stem die daardoor heen klinkt (per-sonare = het erdoorheen klinken). President Zelensky van Oekraïne noemt hij daarvan een voorbeeld.

Opvoeding draait om een vraag van een geheel andere orde, namelijk waar vanuit de mix van aanleg en omgeving een IK naar voren kan komen

Persoonsvorming is het pedagogisch moment in het onderwijs
Pedagoog Dietrich Benner vraagt zich af hoeveel opvoeding er daarin nu eigenlijk toe doet? We hebben als mens een aanlegkant, staan bloot aan omgevingsinvloeden en opvoeding speelt ook nog een rol. Benner geeft het opmerkelijke antwoord dat aanleg en omgeving samen altijd 100% zijn. ‘Opvoeding draait om een vraag van een geheel andere orde, namelijk waar vanuit de mix van aanleg en omgeving een IK naar voren kan komen. Niet de vraag welke factoren van invloed zijn en hoe we dat kunnen beïnvloeden doet ertoe. Niet de vorming van personen naar een bepaald beeld en niet de oproep “wees jezelf”, die terugverwijst naar een identiteit, maar de vraag naar “wees een zelf”, die verwijst naar de wereld is van belang. Door die pedagogische vraag wordt er bij je op de deur geklopt: ‘Is daar iemand’?

Biesta citeert uit Annemieke Zwart: "De opbrengst, dat ben ik’: ‘wereldgericht onderwijs richt zich op het zelf dat existeert in en met de wereld’. De vraag naar “wees een zelf” is dezelfde als ‘wat doe ik als er een appel wordt gedaan vanuit de wereld’? Biesta verwijst hierbij naar de keuzes op dat appel van de wereld van Rosa Parks en Eichmann en relateert die twee respectievelijke ‘antwoorden’ aan wat goed onderwijs is.

Het inzicht van de pedagogiek
‘Het kind is geen ding dat zich ontwikkelt omdat we die ontwikkeling sturen of begeleiden, maar draait steeds om de existentiële vraag hoe het ‘ik’ kan aankomen in de wereld, opdat het diens eigen leven te leiden heeft. Dat is geen ontwikkelingspsychologisch, maar een biografisch perspectief. Het IK kan niet geproduceerd worden, maar is het werk van het zelf (Bőhm). Subjectiverend onderwijs is onderwijs dat het persoon-zijn van het kind in het spel probeert te krijgen door een appel, een bottleneck. Het appel komt niet van de (moraliserende) leraar, maar van de wereld, die de onderwijzer aanwijst aan de leerling’, vervolgt Biesta.

Persoonsvorming is niet iets dat je apart moet doen, maar wat in het hart van het curriculum plaats moet vinden en in het hart van de didactiek, mits daar niet leertheoretisch, maar onderwijspedagogisch wordt gewerkt.

De vraag waarmee je werkt als leraar, is dan niet “wat wil je?”, maar “wat vraagt dit van mij?”.

Drie pedagogische kwaliteiten
Biesta legt uit dat in de school (met een verwijzing naar de bijdrage van Jan Masschelein) drie pedagogische kwaliteiten zijn vereist:

  1. onderbreken: iets tegenkomen, alleen op jezelf gericht zijn
  2. vertragen: onderwijstijd, tijd vrijmaken, ruimte scheppen, de wereld ontmoeten. Hij verwijst daarbij naar Janusz Korczak en A.S. Neill
  3. steunen en voeden (sustenance): om het uit te houden met de wereld en met jezelf in de wereld.

Dit alles in tegenstelling tot ‘hoe sneller hoe beter, zoals in een productieproces.

‘Is dit alles wat onderwijs te doen heeft?’, vraagt Biesta ten slotte. ‘Nee, natuurlijk niet’, is zijn antwoord. ‘Er ligt ook een taak in het bieden van oriëntatie. Dat heet socialisatie en in het bieden van toerusting en dat heet kwalificatie. En: alle werk staat altijd ten dienste van het kind IN de wereld brengen’.

Het woord persoon is moeilijk. Het gaat zowel om aard, kenmerken, maar toch vooral om verantwoordelijkheid nemen

Van persoonsvorming naar persoonswording door Piet van der Ploeg
Piet van der Ploeg illustreert aan het begin van zijn bijdrage waarom hij het onderscheid tussen kwalificatie, socialisatie en subjectificatie betekenisloos en riskant vindt. Hij betoogt dat onderwijs persoonsvormend werkt, maar ‘niet alle persoonsvorming is even welkom’. Dat brengt namelijk ook risico’s met zich mee. Het woord persoon is moeilijk. Het gaat zowel om aard, kenmerken, maar toch vooral om verantwoordelijkheid nemen.

Tien varianten op persoonsvorming
Van der Ploeg signaleert dat deze varianten op gespannen voet staan met de pedagogisch verantwoorde persoonsvorming:

  • Werken aan soft skills
  • Gedragsmanagement
  • Sociaal emotionele ontwikkeling en leren
  • Morele vorming
  • Burgerschapsvorming
  • Eigenaarschap
  • Talentontwikkeling
  • Ontwikkeling van creativiteit
  • Identiteitsvorming
  • Leren denken en kritisch leren denken

Hij pleit voor de term persoonswording in plaats van persoonsvorming. Voorbeelden van persoonswording die haaks staan op persoonsvorming:

  • Gedragsmanagement, zoals Running the classroom, gaat ten koste van verantwoordelijkheid leren nemen
  • Sociaal-emotioneel leren. Van der Ploeg ziet liever een betere kennisoverdracht, dan concentratielessen (mindfulness) op het eigen gevoel van leerlingen
  • Burgerschapslessen en morele vorming, waarin bijvoorbeeld aan Warme Truien dag wordt gedaan, zonder dat leerlingen worden geïnformeerd noch worden doorgevraagd over hoeveel energie het oplevert als de verwarming lager staat of wat het aan energie kost om zo’n dag te organiseren met alle activiteiten erbij. In de ogen van Van der Ploeg staat dit haaks op goed onderwijs ten behoeve van het leren nemen van verantwoordelijkheid.

Eindelijk weer een fysiek nagesprek
Na een korte pauze en een – staand - rondetafelgesprek waarbij de drie sprekers samen vragen uit de zaal beantwoorden en daarbij het verschil van inzicht tussen hen niet mijden, worden de deelnemers uitgenodigd om na te praten onder het genot van een drankje en een hapje. ‘Een hele verademing na twee jaar nauwelijks live ontmoetingen’, is de meest gehoorde opmerking. Dat gevoel, dat het weer kan, dat je weer kunt praten over een lezing die net iedereen gehoord heeft, maakt de dag sprankelend en geeft iedereen weer energie.

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Hanke Drop. 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief